Intensieve zorgen
BEWAKING
Cardiale monitoring – pulse-oximetrie – bloeddrukmeting – CVD meting – Swann-Ganz katheter
= nauwgezet parameters opvolgen om kort op de bal te spelen + intensieve bewaking houdt
veel risico’s in.
Cardiale monitoring
= het hartritme (niet gelijk aan pols) van de pt wordt opgevolgd het continue volgen van
de elektrische actitviteit van het hart. Monitor meet afstanden tussen R toppen om zo de
hartfrequentie weer te geven.
! monitor kan geen onderscheid maken in oorsprong van elektrische activiteit. Pacemaker bij
pt kan dus zorgen voor foutieve telling hartfrequentie. Als pt pacemaker heeft: instellingen
monitor aanpassen.
Hoe gaan we cardiaal monitoren?
We werken met 5 elektroden: 4 van de extremiteiten en 1 op de positie V1.
We kunnen zo 7 afleidingen in beeld brengen = vrij goed beeld. Cardiale monitoring kan
helpen ritmestoornissen op te sporen of tekenen van ischemie te zien maar moet steeds
bevestigd worden met een 12 afleidingen ECG.
Bij driehoek van Einthoven gaat het over positie elektroden tov hart.
Zolang we deze lijnen respecteren kunnen we de elektroden overal plaatsen.
- Geel: link, subclaviculair
- Rood: rechts, subclaviculair
- Groen: links op voorste axillaire lijn op laagste te palperen rib
- Zwart: rechts op voor axillaire lijn op laagste te palperen rib
- Wit: V1
Aandachtspunten bij cardiale monitoring
- Elektroden zo dicht mogelijk bij correcte positie plaatsen om zo correct mog beeld te
hebben
- Elektroden bevatten geleidende gel droogt uit na enkele dagen = elektroden
vervangen
- Overmatig zweten kan voor loskomen elektroden zorgen
- Onrust bij pt kan door monitor fout geïnterpreteerd worden als ritmestooornis
ELK ALARM moet eerst bekeken worden voor vpk conclusies trekt!
Pulse-oximetrie
= polsslag en zuurstofsaturatie in het bloed meten. Het geeft ons een beeld van de
respiratoire toestand van de patiënt.
- Saturatie = percentage rode bloedcellen dat verzadigd is met zuurstof zo beeld
over zuurstofopname pt. Het toestel herkent verschil hemoglobine met O2 en
hemoglobine zonder O2.
- Meten polsslag: ter controle van saturatiemeting. Als polsslag niet overeenkomt met
hartslag cardiale monitoring = meting niet correct. MAAR er zijn bepaalde
aandoeningen waarbij hartslag idd niet overeenkomt met polsslag.
Hoe werkt pulse oximetrie?
Gebaseerd op het feit dat elk eiwit op een specifieke manier, eigen aan dat eiwicht, licht
breekt. Er wordt infrarood licht door vingertop gestuurd en aan de andere kant wordt dit
, licht gecpteerd. Verschil in breking licht door gebonden en niet gebonden hemoglobine laat
toe saturatie te meten.
Aandachtspunten bij pulse oximetrie
- Bij koudere handen: doorbloeding minder en geen correcte meting
- Aanwezigheid nagellak houdt infrarode licht tegen en verhindert meting
- Bij CO intoxicaties: saturatie goed volgens toestel omdat dit niet onderscheid kan
maken tussen hemoglobine dat gebonden is met zuurstof en hemoglobine dat
gebonden is met CO.
- Beweging kan storing geven
- Opletten drukletsels
- Stel alarmen in
Niet invasieve bloeddrukmeting
Hoe wordt er niet invasief gemeten?
NIBD wordt gemeten via klassieke manchet. Leiding manchet wordt verbonden met monitor
en deze zal op gevraagde momenten meting uitvoeren.
In manchet: ultrasone microfoon die luisteren met stethoscoop vervangt. Meting kan
manueel gestart worden of er kan interval ingesteld worden. Monitor zal dan automatisch
en om de zoveel tijd de rr meten en weergeven op scherm.
Aandachtspunten bij NIBD
- Zorgt dat manchet correct aangebracht is. Op manchet staat microfoon aangegeven:
deze thv arteria brachialis.
- Manchet blaast tot bepaalde druk instellen om de 10 min = pijnlijk voor pt bij
frequentere metingen dus handig om arteriële katheter te plaatsen
- Verwissel regelmatig van arm om drukletsel en ongemak te vermijden
Invasieve bloeddrukmeting
Principes
Wet van Pascal leert dat druk zich gelijkmatig in een vloeistof voortplant. Vloeistoffen zijn
niet samendrukbaar: dus als er op punt A een bepaalde druk heerst dan is die gelijk aan de
druk van punt B. wel 2 punten nemen die op zelfde hoogte bevinden.
Bij bloeddrukmeting willen we druk thv linker ventrikel
meten, dus moeten we meetttoestel op die hoogte
plaatsen om correcte A B meting te krijgen.
+ met gesloten systeem werken omdat we anders
bloedbaan van pt blootstellen aan lucht, met alle risico van dien.
Delen van het systeem
Katheter Drukbestendige leiding
Ingebracht in perifere arterie via Seldinger techniek Leiding mag niet optrekken onder invloed van druk. Moesten
arterie aangeprikt met naald door naald voerdraad we klassieke infuusleiding gebruiken: nooit correcte meting.
naald verwijderd en voerdraad ter plaatse over Arteriële druk zou zorgen dat leiding pulsatief uitzet samen
vroerdraad katheter geschoven voerdraad verwijderd. met drukgolf en we krijgen gedempte curve.
Katheter vastgehecht aan huid om accidenteel
verwijderen te vermijden.
Liefst: arteria radialias/femoralis.
, Transducer Druksysteem Monitor
= eigenlijke meetapparaat/invasieve bloeddrukmeter. Systeem gevuld met Monitor krijgt elektrische
Het zet de mechanische drukgolf om in een elektrisch fysiologische oplossing. signaal door van
signaal dat door de monitor weergegeven wordt. Dit Men neemt hier meestal transducer en zet dit om
is ons meetpunt en moet dus thv linker ventrikel 500cc NaCl 0,9% voor. Dit in een curve en waarde.
bevinden = flebostatisch punt. Wordt als nulpunt wordt via een gewone Steeds correctheid van
gebruikt voor alle arteriële en centraal veneuze leiding verbonden met meting nagaan!
drukmetingen. transdurcer. Om hier te
kunnen flushen is het
Op transducer is een kraantje dat we kunnen noodzakelijk dat hier een
openzetten aan lucht. Zo geven we aan dat we willen hogere druk heerst dan in
nullen. arterie waar katheter zit.
Om dit te bereiken:
Er is ook een flush systeem: om leiding te kunnen infuuszak in drukzak en
doorspoelen naar staalname (ba),… systeem is zo opgeblazen tot ongeveer
ontworpen dat er door transducer een continue flow 300mmHg.
van ongeveer 3cc/uur is = om katheter niet te laten
verstoppen.
Arteriële curve
Arteriële drukcurve heeft een typische vorm en is de beste controle om te zien of de meting
correct is.
A. Samentrekken ventrikel met snelle stijging van druk. Bloed wordt uigepompt
B. Hoogste ontwikkelde druk = systolische bloeddruk
C. Eindsystolische fase, begin diastole
D. Dirotic nodge, aortaklep sluit zich en er ontstaat een lucht drukverhoging door
terugstroom van bloed. Het bevloeit de coronairen.
E. Diastolische fase waarin druk verder daalt en bloed naar perifere arteriën stroomt.
F. Laagst gemeten druk = diastolische bloeddruk
Correcte meting
- Als er een goede curve is
- Als de vorm en de delen zoals hierboven beschreven duidelijk aanwezig zijn
- Aandacht voor snelle stijging en aanwezigheid van dirotic nodge
- Is niet afgevlakt. Wat voor afgevlakte curve kan zorgen: lucht leiding, trombus in
katheter, afgeknikte katheter,…
- Transducer thv flebostatisch punt. Te laag hanger: valse hoge waarden, te hoog
hanger: valse lage waarden
- Transducer om de 8 uur nullen
BEWAKING
Cardiale monitoring – pulse-oximetrie – bloeddrukmeting – CVD meting – Swann-Ganz katheter
= nauwgezet parameters opvolgen om kort op de bal te spelen + intensieve bewaking houdt
veel risico’s in.
Cardiale monitoring
= het hartritme (niet gelijk aan pols) van de pt wordt opgevolgd het continue volgen van
de elektrische actitviteit van het hart. Monitor meet afstanden tussen R toppen om zo de
hartfrequentie weer te geven.
! monitor kan geen onderscheid maken in oorsprong van elektrische activiteit. Pacemaker bij
pt kan dus zorgen voor foutieve telling hartfrequentie. Als pt pacemaker heeft: instellingen
monitor aanpassen.
Hoe gaan we cardiaal monitoren?
We werken met 5 elektroden: 4 van de extremiteiten en 1 op de positie V1.
We kunnen zo 7 afleidingen in beeld brengen = vrij goed beeld. Cardiale monitoring kan
helpen ritmestoornissen op te sporen of tekenen van ischemie te zien maar moet steeds
bevestigd worden met een 12 afleidingen ECG.
Bij driehoek van Einthoven gaat het over positie elektroden tov hart.
Zolang we deze lijnen respecteren kunnen we de elektroden overal plaatsen.
- Geel: link, subclaviculair
- Rood: rechts, subclaviculair
- Groen: links op voorste axillaire lijn op laagste te palperen rib
- Zwart: rechts op voor axillaire lijn op laagste te palperen rib
- Wit: V1
Aandachtspunten bij cardiale monitoring
- Elektroden zo dicht mogelijk bij correcte positie plaatsen om zo correct mog beeld te
hebben
- Elektroden bevatten geleidende gel droogt uit na enkele dagen = elektroden
vervangen
- Overmatig zweten kan voor loskomen elektroden zorgen
- Onrust bij pt kan door monitor fout geïnterpreteerd worden als ritmestooornis
ELK ALARM moet eerst bekeken worden voor vpk conclusies trekt!
Pulse-oximetrie
= polsslag en zuurstofsaturatie in het bloed meten. Het geeft ons een beeld van de
respiratoire toestand van de patiënt.
- Saturatie = percentage rode bloedcellen dat verzadigd is met zuurstof zo beeld
over zuurstofopname pt. Het toestel herkent verschil hemoglobine met O2 en
hemoglobine zonder O2.
- Meten polsslag: ter controle van saturatiemeting. Als polsslag niet overeenkomt met
hartslag cardiale monitoring = meting niet correct. MAAR er zijn bepaalde
aandoeningen waarbij hartslag idd niet overeenkomt met polsslag.
Hoe werkt pulse oximetrie?
Gebaseerd op het feit dat elk eiwit op een specifieke manier, eigen aan dat eiwicht, licht
breekt. Er wordt infrarood licht door vingertop gestuurd en aan de andere kant wordt dit
, licht gecpteerd. Verschil in breking licht door gebonden en niet gebonden hemoglobine laat
toe saturatie te meten.
Aandachtspunten bij pulse oximetrie
- Bij koudere handen: doorbloeding minder en geen correcte meting
- Aanwezigheid nagellak houdt infrarode licht tegen en verhindert meting
- Bij CO intoxicaties: saturatie goed volgens toestel omdat dit niet onderscheid kan
maken tussen hemoglobine dat gebonden is met zuurstof en hemoglobine dat
gebonden is met CO.
- Beweging kan storing geven
- Opletten drukletsels
- Stel alarmen in
Niet invasieve bloeddrukmeting
Hoe wordt er niet invasief gemeten?
NIBD wordt gemeten via klassieke manchet. Leiding manchet wordt verbonden met monitor
en deze zal op gevraagde momenten meting uitvoeren.
In manchet: ultrasone microfoon die luisteren met stethoscoop vervangt. Meting kan
manueel gestart worden of er kan interval ingesteld worden. Monitor zal dan automatisch
en om de zoveel tijd de rr meten en weergeven op scherm.
Aandachtspunten bij NIBD
- Zorgt dat manchet correct aangebracht is. Op manchet staat microfoon aangegeven:
deze thv arteria brachialis.
- Manchet blaast tot bepaalde druk instellen om de 10 min = pijnlijk voor pt bij
frequentere metingen dus handig om arteriële katheter te plaatsen
- Verwissel regelmatig van arm om drukletsel en ongemak te vermijden
Invasieve bloeddrukmeting
Principes
Wet van Pascal leert dat druk zich gelijkmatig in een vloeistof voortplant. Vloeistoffen zijn
niet samendrukbaar: dus als er op punt A een bepaalde druk heerst dan is die gelijk aan de
druk van punt B. wel 2 punten nemen die op zelfde hoogte bevinden.
Bij bloeddrukmeting willen we druk thv linker ventrikel
meten, dus moeten we meetttoestel op die hoogte
plaatsen om correcte A B meting te krijgen.
+ met gesloten systeem werken omdat we anders
bloedbaan van pt blootstellen aan lucht, met alle risico van dien.
Delen van het systeem
Katheter Drukbestendige leiding
Ingebracht in perifere arterie via Seldinger techniek Leiding mag niet optrekken onder invloed van druk. Moesten
arterie aangeprikt met naald door naald voerdraad we klassieke infuusleiding gebruiken: nooit correcte meting.
naald verwijderd en voerdraad ter plaatse over Arteriële druk zou zorgen dat leiding pulsatief uitzet samen
vroerdraad katheter geschoven voerdraad verwijderd. met drukgolf en we krijgen gedempte curve.
Katheter vastgehecht aan huid om accidenteel
verwijderen te vermijden.
Liefst: arteria radialias/femoralis.
, Transducer Druksysteem Monitor
= eigenlijke meetapparaat/invasieve bloeddrukmeter. Systeem gevuld met Monitor krijgt elektrische
Het zet de mechanische drukgolf om in een elektrisch fysiologische oplossing. signaal door van
signaal dat door de monitor weergegeven wordt. Dit Men neemt hier meestal transducer en zet dit om
is ons meetpunt en moet dus thv linker ventrikel 500cc NaCl 0,9% voor. Dit in een curve en waarde.
bevinden = flebostatisch punt. Wordt als nulpunt wordt via een gewone Steeds correctheid van
gebruikt voor alle arteriële en centraal veneuze leiding verbonden met meting nagaan!
drukmetingen. transdurcer. Om hier te
kunnen flushen is het
Op transducer is een kraantje dat we kunnen noodzakelijk dat hier een
openzetten aan lucht. Zo geven we aan dat we willen hogere druk heerst dan in
nullen. arterie waar katheter zit.
Om dit te bereiken:
Er is ook een flush systeem: om leiding te kunnen infuuszak in drukzak en
doorspoelen naar staalname (ba),… systeem is zo opgeblazen tot ongeveer
ontworpen dat er door transducer een continue flow 300mmHg.
van ongeveer 3cc/uur is = om katheter niet te laten
verstoppen.
Arteriële curve
Arteriële drukcurve heeft een typische vorm en is de beste controle om te zien of de meting
correct is.
A. Samentrekken ventrikel met snelle stijging van druk. Bloed wordt uigepompt
B. Hoogste ontwikkelde druk = systolische bloeddruk
C. Eindsystolische fase, begin diastole
D. Dirotic nodge, aortaklep sluit zich en er ontstaat een lucht drukverhoging door
terugstroom van bloed. Het bevloeit de coronairen.
E. Diastolische fase waarin druk verder daalt en bloed naar perifere arteriën stroomt.
F. Laagst gemeten druk = diastolische bloeddruk
Correcte meting
- Als er een goede curve is
- Als de vorm en de delen zoals hierboven beschreven duidelijk aanwezig zijn
- Aandacht voor snelle stijging en aanwezigheid van dirotic nodge
- Is niet afgevlakt. Wat voor afgevlakte curve kan zorgen: lucht leiding, trombus in
katheter, afgeknikte katheter,…
- Transducer thv flebostatisch punt. Te laag hanger: valse hoge waarden, te hoog
hanger: valse lage waarden
- Transducer om de 8 uur nullen
