Anatomie hoofdstuk 8
8. Het hart- en bloedvatenstelsel
8.1 De bloedsomloop
o Bloedsomloop:
- in één volledig traject passeert het bloed het hart 2 keer!
- achtvormig traject dat uit 2 routes bestaat:
grote bloedsomloop:
voorziet alle organen en weefsels, behalve de longen
kleine bloedsomloop:
voorziet de longen
- het buizensysteem:
slagader:
voert het bloed weg van het hart onder hoge druk
(kloppend)
ader:
voert het bloed terug naar het hart onder lage druk (niet
voelbaar)
capillairen:
allerkleinste vaatjes waar diffusie van zuurstof en
voedingsstoffen plaatsheeft
Zie en leer afbeelding in het boek p. 221
8.1.1 De grote en kleine bloedsomloop
o Kleine bloedsomloop:
- = pulmonale circulatie
- start ter hoogte van het rechteratrium met zuurstofarm bloed
- gaat dan naar het rechterventrikel, dan naar longslagader
- vanuit de longslagader bereikt het de longblaasjes in de longen
- hier wordt het bloed zuurstofrijk gemaakt, door opname zuurstof uit de
ingeademde lucht
- tegelijk koolstofdioxide afgegeven aan de longblaasjes om uit te
ademen
- bloed terug via de longaders naar het linkeratrium
o Grote bloedsomloop:
- = lichaamscirculatie
- = systeemcirculatie
, - start ter hoogte van het linkeratrium met zuurstofrijk bloed
- bloed gaat dan naar het linkerventrikel, dan naar de aorta
- vanuit de aorta bereikt het bloed de weefsels
- hier wordt het bloed zuurstofarm, staat zuurstof af aan de weefsels
- tegelijkertijd neemt koolstofdioxide op uit de weefsels
- dit bloed gaat dan via de vena cava superior of inferior terug naar het
rechteratrium
8.1.2 Bloedgassen
o Hoeveelheid gas in een oplossing drukken we uit onder de druk die dat gas op
de vloeistof heeft
o Grootheid: P (pressure)
o Eenheid: mmHg
o Afspraak voor het aanduiden op foto’s:
- zuurstofrijk bloed: rood
- zuurstofarm bloed: blauw
8.2 De bouw van het hart
o Hartspiercellen spenderen meer tijd in rust dan in actie
o Hart kan niet verzuren
verbrandt vetten, en minder suikers nooit melkzuur vormen
o Zo groot als een vuist
o Ligt in mediastinum
o Achter sternum
- uitzonderlijk: apex of hartpunt, die ligt links
o 4 ruimtes:
- 2 boezems of voorkamers of atria
- 2 kamers of ventrikels
o Rechter atrium en ventrikel wijzen naar buikzijde
o Linker atrium en ventrikel eerder naar de rugzijde
o Groeven met vetweefsel
o Belangrijke groeven:
- atrioventriculaire (AV) groeve
- 2 interventriculaire groeves: een ventrale en een dorsale
- bevatten de kransslagaders of coronairen
o Tussenschot of septum:
- interatriale septum
- interventriculaire septum tussenschot tussen de ventrikels
- deze septa scheiden grote en kleine circulatie
o Beide atria ontvangen bloed uit verschillende aders:
- het rechteratrium:
krijgt zuurstofarm bloed uit grote bloedsomloop
via de onderste holle ader of vena cava superior
en de bovenste holle ader of vena cava inferior
- het linkeratrium:
krijgt zuurstofrijk bloed uit kleine bloedsomloop
van de longaders of venae pulmonales
nog 4 longaders:
2 afkomstig van de linkerlong
8. Het hart- en bloedvatenstelsel
8.1 De bloedsomloop
o Bloedsomloop:
- in één volledig traject passeert het bloed het hart 2 keer!
- achtvormig traject dat uit 2 routes bestaat:
grote bloedsomloop:
voorziet alle organen en weefsels, behalve de longen
kleine bloedsomloop:
voorziet de longen
- het buizensysteem:
slagader:
voert het bloed weg van het hart onder hoge druk
(kloppend)
ader:
voert het bloed terug naar het hart onder lage druk (niet
voelbaar)
capillairen:
allerkleinste vaatjes waar diffusie van zuurstof en
voedingsstoffen plaatsheeft
Zie en leer afbeelding in het boek p. 221
8.1.1 De grote en kleine bloedsomloop
o Kleine bloedsomloop:
- = pulmonale circulatie
- start ter hoogte van het rechteratrium met zuurstofarm bloed
- gaat dan naar het rechterventrikel, dan naar longslagader
- vanuit de longslagader bereikt het de longblaasjes in de longen
- hier wordt het bloed zuurstofrijk gemaakt, door opname zuurstof uit de
ingeademde lucht
- tegelijk koolstofdioxide afgegeven aan de longblaasjes om uit te
ademen
- bloed terug via de longaders naar het linkeratrium
o Grote bloedsomloop:
- = lichaamscirculatie
- = systeemcirculatie
, - start ter hoogte van het linkeratrium met zuurstofrijk bloed
- bloed gaat dan naar het linkerventrikel, dan naar de aorta
- vanuit de aorta bereikt het bloed de weefsels
- hier wordt het bloed zuurstofarm, staat zuurstof af aan de weefsels
- tegelijkertijd neemt koolstofdioxide op uit de weefsels
- dit bloed gaat dan via de vena cava superior of inferior terug naar het
rechteratrium
8.1.2 Bloedgassen
o Hoeveelheid gas in een oplossing drukken we uit onder de druk die dat gas op
de vloeistof heeft
o Grootheid: P (pressure)
o Eenheid: mmHg
o Afspraak voor het aanduiden op foto’s:
- zuurstofrijk bloed: rood
- zuurstofarm bloed: blauw
8.2 De bouw van het hart
o Hartspiercellen spenderen meer tijd in rust dan in actie
o Hart kan niet verzuren
verbrandt vetten, en minder suikers nooit melkzuur vormen
o Zo groot als een vuist
o Ligt in mediastinum
o Achter sternum
- uitzonderlijk: apex of hartpunt, die ligt links
o 4 ruimtes:
- 2 boezems of voorkamers of atria
- 2 kamers of ventrikels
o Rechter atrium en ventrikel wijzen naar buikzijde
o Linker atrium en ventrikel eerder naar de rugzijde
o Groeven met vetweefsel
o Belangrijke groeven:
- atrioventriculaire (AV) groeve
- 2 interventriculaire groeves: een ventrale en een dorsale
- bevatten de kransslagaders of coronairen
o Tussenschot of septum:
- interatriale septum
- interventriculaire septum tussenschot tussen de ventrikels
- deze septa scheiden grote en kleine circulatie
o Beide atria ontvangen bloed uit verschillende aders:
- het rechteratrium:
krijgt zuurstofarm bloed uit grote bloedsomloop
via de onderste holle ader of vena cava superior
en de bovenste holle ader of vena cava inferior
- het linkeratrium:
krijgt zuurstofrijk bloed uit kleine bloedsomloop
van de longaders of venae pulmonales
nog 4 longaders:
2 afkomstig van de linkerlong