Deel 4 – leerinhouden
1. Inleiding
2. Wat zijn leerinhouden?
= de term leerinhoud verwijst naar zowel het vakgebied als een bepaald onderwerp én
daarbinnen:
Kennis en inzichten (feiten, begrippen, relaties, structuren)
bv. een huis, een bed, een bed dient om in te slapen, het huis heeft meerdere kamers,…
Vaardigheden en methodes
bv. knippen, kruipen, tekenen, synchroon tellen,…
Attitudes
bv. gericht zijn op opruimen en orde, netheid, geduld,…
3. Belangstellingscentra
3.1.Inleiding
= Een belangstellingscentrum is een onderwerp uit de leefwereld van de kinderen dat hun
belangstelling opwekt en waarrond doelstellingen en activiteiten geconcentreerd en
uitgewerkt worden.
wat MIJN groep kleuters op DIT MOMENT interesseert
jonge kinderen nemen globaal = gehelen, geen onderdelen
3.2.Een goed BC
sluit aan bij het ontwikkelingsniveau van de kleuters.
maakt ervaringen mogelijk op vlak van zo veel mogelijk ontwikkelingsdomeinen.
laat activiteiten toe in verschillende leergebieden.
is gegrepen uit de leefwereld van het kind
biedt ook kansen om die leefwereld te verbreden.
is een geheel van inhouden en ervaringen.
is zo aanschouwelijk mogelijk.
vormt een duidelijk samenhangend geheel.
spreekt (zo veel mogelijk) kinderen van de klas aan.
is geschikt voor verdieping en variatie
kan de rode draad vormen voor de activiteiten in de klas.
1. Inleiding
2. Wat zijn leerinhouden?
= de term leerinhoud verwijst naar zowel het vakgebied als een bepaald onderwerp én
daarbinnen:
Kennis en inzichten (feiten, begrippen, relaties, structuren)
bv. een huis, een bed, een bed dient om in te slapen, het huis heeft meerdere kamers,…
Vaardigheden en methodes
bv. knippen, kruipen, tekenen, synchroon tellen,…
Attitudes
bv. gericht zijn op opruimen en orde, netheid, geduld,…
3. Belangstellingscentra
3.1.Inleiding
= Een belangstellingscentrum is een onderwerp uit de leefwereld van de kinderen dat hun
belangstelling opwekt en waarrond doelstellingen en activiteiten geconcentreerd en
uitgewerkt worden.
wat MIJN groep kleuters op DIT MOMENT interesseert
jonge kinderen nemen globaal = gehelen, geen onderdelen
3.2.Een goed BC
sluit aan bij het ontwikkelingsniveau van de kleuters.
maakt ervaringen mogelijk op vlak van zo veel mogelijk ontwikkelingsdomeinen.
laat activiteiten toe in verschillende leergebieden.
is gegrepen uit de leefwereld van het kind
biedt ook kansen om die leefwereld te verbreden.
is een geheel van inhouden en ervaringen.
is zo aanschouwelijk mogelijk.
vormt een duidelijk samenhangend geheel.
spreekt (zo veel mogelijk) kinderen van de klas aan.
is geschikt voor verdieping en variatie
kan de rode draad vormen voor de activiteiten in de klas.