Methoden en Technieken van Onderzoek in de Criminologie
Samenvatting van het boek Methoden en Technieken van Onderzoek in de Criminologie van C.C.J.H. Bijleveld. Het hele boek is samengevat met uitzondering van paragraaf 6.6 over België.
Samenvatting Methoden en Technieken (RC103) Erasmus Universiteit.
Alles voor dit studieboek (2)
Geschreven voor
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Criminologie
Methoden en technieken
Alle documenten voor dit vak (3)
2
beoordelingen
Door: fabiennewassenaar • 2 jaar geleden
Door: Guusje1234 • 9 jaar geleden
Duidelijk en overzichtelijke samenvatting.
Verkoper
Volgen
dsta
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting Methoden & Technieken
Samenvatting Methoden & Technieken
Methoden en Technieken van Onderzoek in de Criminologie (C.C.J.H. Bijleveld)
Hoofdstuk 1: Inleiding
Slachtofferstudies zijn naar hun functie in te delen in twee typen
De instrumentele studie, niet
Studie naar de gevolgen van geïnteresseerd in de slachtoffers
bijvoorbeeld een bepaald delict voor zelf, maar gebruiken om iets te
het slachtoffer, in termen van weten te komen over het totaal
psychologische gevolgen, gepleegde aantal delicten in
slaapstoornissen, PTSD, etc. Nederland.
De belangrijkste reden om een standaardclassificatie te gebruiken is vergelijkbaarheid: als
verschillende onderzoekers dezelfde definities gebruiken, worden hun resultaten vergelijkbaar.
CBS-standaardclassificatie
Andere indelingen zijn naar slachtofferschap: is er een duidelijk aanwijsbaar slachtoffer (of diffuse
categorie slachtoffers, zoals de maatschappij, de andere verkeersgebruikers, etc.). Daarnaast wordt
er onderscheid gemaakt naar groepscriminaliteit en individueel gepleegde criminaliteit. Ook naar
georganiseerdheid is mogelijk evenals naar kenmerken van daders en slachtoffers (etniciteit, sekse,
leeftijd, etc.).
Kenmerken en doelen van wetenschap
Als wetenschappers zijn we opzoek naar de waarheid. Wetenschappelijke waarnemingen moeten
objectief zijn. Rationaliteit is een overheersend kenmerk van wetenschap.
Intersubjectiviteit: We streven niet naar absolute objectiviteit, maar als we bereiken dat
onderzoekers onafhankelijk van elkaar tot hetzelfde subjectieve oordeel komen, dan nemen we daar
het hoogst haalbare genoegen mee.
Stromingen
Fenomenologie: Rond 1900 ontstaan. In deze wetenschapsopvatting staat centraal dat het
bestuderen van de mens niet naar de uiterlijkheden van zijn situatie kan gebeuren, maar dat dat
alleen zinvol kan gebeuren door de mens in relatie tot zijn omgeving te onderzoeken. Die relatie
dient dan onderzocht te worden naar de betekenis die de situatie voor het individu heeft.
Symbolisch interactionisme: Hierin staat de interactie tussen mensen centraal. Deze
wetenschapsopvatting gaat er van uit dat mensen middels symbolen met elkaar in interactie staan.
Neopositivisme: Men probeert hier als het ware een huis van wetenschappelijk getoetste uitspraken
te bouwen. Het idee is dat als men wetenschappelijke theorieën ontbindt in hun bouwstenen, en van
die bouwstenen vaststelt of ze waar zijn of niet, dat men dan in principe in staat is om vast te stellen
Samenvatting Methoden & Technieken
Dennis Stavenuiter
1
,Samenvatting Methoden & Technieken
of een daaruit opgebouwde theorie waar is of niet, of ook wel: hoe waarschijnlijk bepaalde algemene
uitspraken op basis van die theorie zijn. Tegenhanger van het kritisch rationalisme.
Kritisch rationalisme: Hiervan is Karl Popper een belangrijke vertegenwoordiger. Men stelt dat
absolute kennis niet bestaat. Men kan er nooit zeker van zijn of iets waar is. Het enige waar men
zeker van kan zijn, is dat iets onwaar is. Met andere woorden: waar men in het neopositivisme een
theorie van de grond af probeert te verifiëren, begint de kritisch rationalist met een opgebouwde
theorie, en beziet hij of hij die omver kan falsifiëren falsificationisme. Een niet-gefalsifieerde
theorie is daarmee niet automatisch waar, maar voorlopig waar.
De empirische cyclus
De empirische cyclus werd beschreven door A.D. de Groot. De cyclus gaat ervan uit dat ieder
empirisch onderzoek een aantal fasen in een bepaalde volgorde doorloopt.
Theorie
Evaluatie Inductie
Toetsing Deductie
Theorie: De cyclus begint met een observatie of zo men wil een idee, iets wat men wil onderzoeken.
In deze fase is het gebruikelijk en verstandig d.m.v. literatuurstudie te bepalen hoeveel er reeds over
het mogelijk te onderzoeken onderwerp bekend is, wie wat heeft ontdekt, in hoeverre er
rivaliserende theorieën zijn, of dat bestaande theorieën elkaar aanvullen.
Inductie: Van het algemene idee over wacht onderzocht dient te worden, wordt een abstracte
onderzoeksvraag geformuleerd.
Deductie: Alle vaagheden moeten worden ingevuld. Hier moeten we precies aangeven hoe we al die
abstracties denken te gaan vaststellen. Wat zijn “jongeren”, wat is “IQ”?
Toetsing: De uitvoering van het eigenlijke onderzoek in het veld. Hier worden de gegevens verzameld
en wordt de hypothese getoetst. Algemeen wordt aangenomen dat die toetsingsprocedure volgens
een aantal voorschriften moet verlopen. Zo moeten ten eerste de onderzoekers in principe
inwisselbaar zijn. Om dit te bereiken wordt standaardisatie ingezet.
Evaluatie: Net zoals de toetsingsfase is ook de evaluatiefase aan een aantal voorschriften
onderworpen. In deze fase worden de resultaten van het onderzoek tegen het licht van bestaande
kennis gehouden, wordt bezien of het onderzoek van voldoende kwaliteit is geweest en de gegevens
voldoende zeggingskracht hebben om überhaupt wijzigingen in theorieën aan te kunnen brengen, en
Samenvatting Methoden & Technieken
Dennis Stavenuiter
2
,Samenvatting Methoden & Technieken
wordt bezien in hoeverre bestaande theorieën vervolgens standhouden of dat zij aangepast dienen
te worden.
De evaluatie van theorieën gebeurt aan de hand van een viertal criteria. De eerste twee zijn absoluut,
in de zin dat bij negatieve beoordeling op dit kenmerk de theorie sowieso verworpen dient te
worden. De laatste twee zijn relatief, in de zin dat zij dienen om te kiezen tussen de ene of de andere
theorie.
1. Logische consistentie: Een theorie die innerlijk tegenstrijdig is, dient sowieso verworpen te
worden.
2. Toetsbaarheid: Wij willen dat de theorieën waarmee wij in de wetenschap werken, zich ervoor
lenen om aan de werkelijkheid getoetst te worden. Met theorieën waarvan we niet door onderzoek
vast kunnen stellen of zij houdbaar zijn of niet, wensen wij niet te werken.
3. Parsimonie: Als we de keuze hebben uit twee theorieën, waarvan de een op relatief eenvoudige
wijze het vóórkomen van een bepaald fenomeen verklaart en de ander op tamelijk complexe manier,
wij bij gelijke verklaringskracht de voorkeur geven aan de eenvoudige theorie.
4. Compatibiliteit: Als we de keuze hebben uit twee theorieën, waarvan de een aansluit bij de
gangbare theorieën over het fenomeen dat we onderzoeken, en de ander daar niet bij aansluit, wij –
wederom gegeven gelijke verklaringskracht – de voorkeur geven aan de theorie die compatibel is
met wat we eerder dachten.
Constellatie: Een model van de werkelijkheid als het model ten eerste onafhankelijk is van de
werkelijkheid, ten tweede bekender is dan de werkelijkheid, en ten derde, in structuur overeenkomt
met die werkelijkheid.
Soorten vragen
Vragen kunnen betrekking hebben op mensen of op grotere conglomeraten. Meer beschrijvend of
meer verklarend. Naast vragen over kwantiteit (hoeveelheid) zijn er ook vragen over kwaliteit (aard
van fenomenen).
De indeling micro-meso-macro heeft te maken met het aggregatieniveau waarop een onderzoek
uitspraken wenst te doen.
Het microniveau is het niveau van de kleinste analyse-eenheid, oftewel het individu.
Bij het macroniveau gaat het om het onderzoeken van processen op een hoog aggregatieniveau, dat
wil zeggen: over processen die zich op een niveau boven het individu afspelen bijv. niveau v.d.
staat.
Ecologische fout: Als onderzoekers bevindingen op het ene niveau van toepassing verklaren op een
ander niveau.
Het mesoniveau bestrijkt al die niveaus waar ten minste één aggregatie over de oorspronkelijke
eenheden heeft plaatsgevonden Bijv. een wijk of een groep jeugdige criminelen.
Samenvatting Methoden & Technieken
Dennis Stavenuiter
3
, Samenvatting Methoden & Technieken
Een tweede indeling: naar hoeveelheid (kwantiteit) en aard (kwaliteit). Bij kwalitatieve vragen gaat
het vrijwel uitsluitend om hoe-vragen, het hoeveel komt niet aan de orde.
Beschrijvend versus verklarend: door het beschrijven van het fenomeen zijn de eerste stappen gezet
op weg naar een verklaring. Beschrijvend onderzoek geeft dus een opsomming van het vóórkomen
van bepaalde verschijnselen, brengt dit vóórkomen mogelijk in verband met bepaalde andere
verschijnselen, maar geeft geen verklaring. Verklarend onderzoek wordt ook wel aangeduid als
causaliteits- of experimenteel onderzoek.
Confounded: Als niet goed te scheiden is welk deel van het verschil in risico komt door het ene
kenmerk en welk deel door het andere kenmerk, dan heten deze twee soorten kenmerken
confounded.
Een laatste indeling van typen onderzoek is die naar de tijdfactor.
Longitudinaal onderzoek: Een onderzoek waarin men door de tijd metingen verricht kostbaar en
het duurt lang voordat men de resultaten van het onderzoek heeft.
Cross-sectioneel onderzoek: Het onderzoek kijkt niet door de tijd naar processen, maar snijdt een
plakje uit de tijdas: in plaats van over vele jaren wordt op één moment in de tijd gekeken.
Waarom een eigen methodologie
Het allereerste en wezenlijkste kenmerk van onderzoek naar criminaliteit is dat we van doen hebben
met een populatie die in beginsel niet bekend is, en niet gekend en niet onderzocht wenst te worden.
De leden van de populatie hebben een negatief belang bij het onderzoek. Een tweede reden om van
een eigen methodologie van criminologisch onderzoek te spreken is het feit dat bij allerlei instanties
al informatie ligt over daders en delicten. Criminaliteit is extreem scheef verdeeld. Veel
criminologische gegevens hebben een gelaagde structuur leerlingen bevinden zich in klassen,
klassen in scholen, scholen in steden, steden in provincies, enz.
Een laatste meer technisch aspect dat tamelijk eigen is aan de criminologie, is het normatieve en
ethische kader waarbinnen ons onderzoeksobject voorkomt. Bij medisch onderzoek is het de arts die
de patiënten at random medicijn A of medicijn B toedeelt; in een onderzoek naar de effectiviteit van
strafrechtelijke sancties is het de rechter en niet de onderzoeker die de sanctie uitdeelt (en in
sommige gevallen het OM). En die sanctie wordt ook nog eens toegesneden op de persoon
uitgedeeld, dus zo niet-random als maar kan.
Hoofdstuk 2: Onderzoek naar criminaliteit en aanverwante zaken
Meetniveaus
1. Nominaal meetniveau: Op het nominale meetniveau kunnen getallen worden toegekend aan
waarnemingen, maar die hebben geen andere functie dan de waarnemingen een label te geven.
2. Ordinaal meetniveau: Bij het ordinale meetniveau zit er een ordening, een rangorde in de getallen
die aan de metingen zijn toegekend. Dat wil zeggen dat als de ene waarneming een grotere waarde
heeft gekregen dan een andere, die eerste waarde meer van de gemeten eigenschap reflecteert dan
de tweede bijv. preferentieoordelen (wat vindt u erger?)
3. Interval meetniveau: Bij het interval meetniveau is weer meer informatie besloten in de metingen:
niet alleen is het zo dat de metingen laten zien hoe de waarnemingen geordend zijn, nu is het ook zo
Samenvatting Methoden & Technieken
Dennis Stavenuiter
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dsta. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.