100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting structuuropzet van alle stof voor de NVO-toets

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
107
Geüpload op
05-07-2022
Geschreven in
2021/2022

Structuuropzet van alle stof behorend bij de NVO-toets, leerjaar 2021/2022, inclusief handige studietips.

Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
5 juli 2022
Aantal pagina's
107
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Overzicht NVO structuuropzetten
Inhoudsopgave
Voorbereiding tips:........................................................................................................................................ 2

Doelstelling 1................................................................................................................................................. 3
1A. Hoe verloopt de fysieke ontwikkeling, inclusief prenatale ontwikkeling (belangrijke fasen/ontwikkelingen
prenataal en het effect van teratogenen op de prenatale ontwikkeling) en erfelijkheidspatronen?..................3
1B. Wat zijn verschillende emoties, hun functie en hun ontwikkeling?.............................................................11
1C. Wat zijn verschillende ideeën achter gehechtheid en de gerelateerde onderzoeken daarnaar?................15

Doelstelling 2............................................................................................................................................... 20
2A. Hoe werkt de ontwikkeling van taal? Begrijpen en uiten ervan en wat zijn de belangrijkste theorieën?. .20
2B. Wat zijn de verschillende theorieën en onderzoeken naar ontwikkeling van leren en wat is hun invloed op
de ontwikkelingspsychologie? (beschrijving en evaluatie)................................................................................26

Doelstelling 3............................................................................................................................................... 33
3A. Hoe ontwikkelt genderidentiteit zich? Wat zijn de verschillen tussen jongens en meisjes en wat zijn
algemene sekseverschillen?...............................................................................................................................33
3B. Hoe verloopt de morele ontwikkeling en wat zijn de belangrijkste theorieën hierover?............................37
3C. Wat is de psychoanalytische benadering van Freud (beschrijving en evaluatie)?.......................................41
3D. Wat zijn de theorieën rondom psychosociale ontwikkeling van Erikson en Marcia (beschrijving en
evaluatie)?..........................................................................................................................................................44

Doelstelling 4............................................................................................................................................... 47
4A. Hoe verloopt de ontwikkeling in de adolescentie en wat is de relatie met risicovol gedrag? (inclusief
typische puberteitsontwikkeling, interne en externe invloeden op en psychologische effecten van pubertal
timing, en de belangrijkste hersenontwikkelingen)...........................................................................................47
4B. Wat is de dispositionele of trekkenbenadering (‘trait’-benadering) en wat is de factoranalytische
benadering van persoonlijkheid.........................................................................................................................51
4C. Welke beschrijving en evaluatie kan gegeven worden aan situationisme versus interactionisme (‘state’-
benadering)........................................................................................................................................................59
4D. Wat kunnen we zeggen over de biologische benadering en de erfelijke bepaaldheid van individuele
verschillen in persoonlijkheid – gedragsgenetica (beschrijving en evaluatie)...................................................62
4E. Wat is etnische identiteit en welke rol heeft dit in de ontwikkeling van de adolescent?............................66
4F. Welke intelligentietheorieën zijn er? Wat is hun aard, functie, maatschappelijk effect en meting?..........71
4G. Wat kunnen we zeggen over de interactie tussen achtergrond, Sociaal Economische Status (SES) en
intelligentie? (beschrijving en evaluatie)...........................................................................................................76

Doelstelling 5............................................................................................................................................... 79
5A. Welke beschrijving en kritische beschouwing kunnen we geven aan de identiteit van de
orthopedagogiek? (zowel vanuit historisch als vanuit vergelijkend perspectief)..............................................79
5B. Hoe verloopt het proces van diagnostiek en hulpverlening aan de hand van de klinische cyclus en wat zijn
de bijbehorende theoretische modellen?...........................................................................................................84

, 5C. wat is de prevalentie, diagnostiek en prognose van ontwikkelingsproblemen? 1. Gedragsproblemen, 2.
Verstandelijke beperking, 3. Fysieke problemen, 4. zintuigelijke problemen....................................................92




Voorbereiding tips:
Zorg dat je een goede indeling maakt per week, op basis van de hoeveelheid literatuur. Het
is veel voor in vijf weken, dus de planning is van belang! Maak ook vooral gebruik van
medestudenten en bespreek de stof in een groepje, dat scheelt ook een hoop.

Tip voor de indeling van de planning:
 Week 1:
o Maandag of dinsdag  Maken van de planning en literatuur
verzamelen/scannen
o Donderdag of vrijdag  Doelstelling 1
 Week 2:
o Maandag of dinsdag  Doelstelling 2
o Donderdag of vrijdag  Doelstelling 3
 Week 3:
o Maandag of dinsdag  Doelstelling 4a t/m 4c
o Donderdag of vrijdag  Doelstelling 4d t/m 4g
 Week 4:
o Maandag of dinsdag  Doelstelling 5a en 5b
o Donderdag of vrijdag  Doelstelling 5c en 5d

Enkele tips voor bij het leren:
- Ken de stof tot in de details!
- De biologische aspecten blijken minder tot in de details geleerd te hoeven worden.
- Weet ook wat er op welke leeftijd (in maanden/jaren) gebeurt rondom de
ontwikkeling.
- Zorg dat je de verschillende theorieën per doel kent! Een tip is om voor jezelf een
overzicht te maken van welke theorie in welk leerdoel wordt besproken.
- Zorg ook dat je de namen van de theoretici kent en wat de beperkingen van hun
onderzoeken zijn!

,Doelstelling 1
1A. Hoe verloopt de fysieke ontwikkeling, inclusief prenatale ontwikkeling
(belangrijke fasen/ontwikkelingen prenataal en het effect van teratogenen op de
prenatale ontwikkeling) en erfelijkheidspatronen?

Celdeling/erfelijkheid
Epigenetica (Leman, H4; Berk, 2013)
 Studie naar genexpressie
o Rol van genen in fysieke en psychologische ontwikkeling
 Genotype = specifieke genetische pakket van een individu  ontstaat na conceptie
 Fenotype = individueel geobserveerde karakteristieken  door omgeving en genen

Cellen in de mens (Leman, H4; Berk, 2013)
 Iedere cel bevat nucleus (celkern)
 Nucleus bevat staafachtige kern  chromosoom
o Meeste cellen bevatten 23 chromosoom paren (46 totaal)
o Uitzondering: eicel + spermacel (gameten) slechts 23 chromosomen totaal
 Komt door proces van meiosis (speciale celdeling bij reproductie)
o 22 paar chromosomen zijn autosoom
o 1 paar zijn seksechromosomen  bepalen geslacht
 Hierdoor verschillen in prevalentie genetische aandoeningen
 O.a. bij fragiel-X-syndroom (vaker bij mannen)  ziekte die over
gedragen worden bij X-chromosoom vaker bij mannen
 Chromosomen dragen genen

DNA – desoxyribonucleïnezuur (Leman, H4; Berk, 2013)
 Bindend element van chromosoom
 Molecuul met genetische informatie  overgedragen met
reproductie
 Opgebouwd uit nucleotides
o Volgorde bepaalt de genetische code
o Bestaat uit:
 Adenine (A)  bindt aan T
 Thymine (T)  bindt aan A
 Cytosine (C)  bindt aan G
 Guanine (G)  bindt aan C

Genen (Leman, H4)  Tip kijk het filmpje op youtube!
 Gedeelte DNA vormt de genen  Door productie van eiwitten
 Moleculen die genetische code van cel transcriberen en omzetten tot synthese eiwit
= mRNA
o Gekenmerkt door proces van:
 Transcriptie = kopiëren of vertalen van wat nog in cel gebeurt
 Translatie = aflezen van mRNA buiten de celkern
o Aminozuren aan elkaar vormen eiwitten

,  Vb. als DNA was “AGT”  dan is mRNA “TCA”
Reproductie (Leman, H4; Berk, 2013)
 Proces van meiosis
o 23 chromosomen kopiëren
o Cross-over vindt plaats
o Zygote splits zich in 2 cellen, met 46 unieke
chromosomen
o Nieuwe kiemcellen vormen
 Mitose
o Unieke eigenschap van DNA
o Kunnen zichzelf dupliceren
 Door instructies voor rijk assortiment eiwit te
versturen naar cytoplasma (rond de celkern)
 Mensen hebben weinig genen  door veel
eiwitten complexe wezens
o O.a. tijdens proces van meiose (tijdens conceptie)

Verschil mitose en meiosis (Leman, H4; Berk, 2013) – ken deze
verschillen!
Mitose Meiose
Lichaamscellen (autosomen) Geslachtscellen (gameten)
Moeder-dochter cel identiek Moeder-dochter cel NIET identiek
46 chromosomen 23 chromosomen
Geen cross-over Cross-over
Diploïde (2N  2N) Haploïde (2N  N)

Chromosomen (Leman, H4; Berk, 2013)
 Opgebouwd uit twee allelen
o Eén van moeder en één van vader
o Beide allelen gelijk = homozygoot voor specifieke eigenschap v.h. gen (AA)
o Verschillende allelen = heterozygoot specifieke eigenschap (Aa)
 Combinatie heterozygote allelen invloed op hoe gen tot uiting komt
o Co-dominantie of dominant-recessief
 Soms sprake van onvolledige dominantie  beide allelen komen in
fenotype tot uiting  vb. sikkelceltrek
o Dominant
o Recessief

Polygenetische factoren (Leman, H4)
 (Zoals bij ADHD) - Meerdere genen spelen een rol op 1 eigenschap
o Bij ADHD – voor 25% DRD4  code voor neurotransmitter dopamine
 Imprinting
o Genetische imprinting, ongeacht of dominant of recessief, komt sowieso tot
uiting  kinderen hebben hogere kans op diabetes als vader eronder lijdt
 Pleiotropic
o Genen coderen voor vele kenmerken in plaats van slechts 1  bij huidskleur
meerdere genen die voor kleur zorgen (onderdeel van polygenetisch), niet
€7,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten


Ook beschikbaar in voordeelbundel

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
LKS Erasmus Universiteit Rotterdam
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
237
Lid sinds
11 jaar
Aantal volgers
155
Documenten
65
Laatst verkocht
2 maanden geleden

3,7

41 beoordelingen

5
10
4
16
3
10
2
3
1
2

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen