Constructie 2
2BA-AR sem.1 – 2021-2022, DRIES POSEN
Hoofdstuk 1: FUNDERINGEN
Functies
• Belasting v.e. gebouw overdragen op vaste bouwgrond
=> vaste stand verzekerd → bew. (vert. + hor.) blijven binnen grenzen
• Door fundering op te nemen & over te dragen werkingen
− Eigen gewicht
− Nuttige lasten
− Toevallige lasten
− (Zwelling v.d. grond t.g.v. schommelingen watergehalte)
− Effecten thermische bew.
− Grond- &/of waterdruk
▪ Fundering = bescherming constructie tegen grondwater
▪ Eén geheel: fundering + vloeren op grond + keldermuren
▪ Keldermuren (ondergrondse deel) = tss-element fundering-structuur:
Krachten op structuur verdragen + weerstaan aan gronddruk & water v. buiten
constructie.
Stabiliteit: gunstige invloeden uitgeoefend door:
Gewicht muur
Hor. reacties uitgeoefend door ev. plaat op grond / door vloer
▪ Keermuur: stabiliteit geheel bepaald (rekening houdend met de weerstand v.d. muur om //
met zichzelf te verschuiven & om rond zijn basis te kantelen.
→ maatbepaling: rekening houden met hierdoor veroorzaakte interne
krachten.
Grond
• Indeling v. gronden
− Vereenvoudigde indeling:
▪ Losse grond:
o Tss vingers verbrokkeld
o Zonder voorafgaande verkleining uitgegraven
o Korrelss.
o Consistentie
o Grind, veen, klei, leem, zand (& mengsels hierv.)
Onsamenhangende grond: ss. zand en/of grind
Coherente grond: ss. leem en/of klei
Amber Severens Pagina 1 van 14
, ▪ Vaste grond:
o Sterk
o Voor uitgraven: verkleinen
o Uitstekende bouwgrond (afh. v. dikte & vorm laag)
− Niet/weinig samendrukbare gronden
▪ Zand
o Ss.: uiteenlopend → afh. v. soort, vindplaats, geologische herkomst
Kwarts = glashelder mineraal
o Duinzand: kleine korrels
o Heidezand: grover
o Waterdoorlatend (net als grind)
o Goede bouwgrond (vanaf laagdikte min. 3m)
▪ Grind
o Goede bouwgrond (goede weerstand & betrouwbaar): vanaf laagdikte 3m + gelaagdheid
⊥ op drukkracht
▪ Rotsgrond:
= Sterk gebonden steenmassa’s
Oorsprong: eruptief (vulkanisch) / sedimentair (bestaande of ontstaan uit
afzetting)
o Uitstekende bouwgrond: afh. v. vorm & dikte laag
o Gelaagdheid in zelfde richting v.d. kracht/in hoek verloopt => gevaar afschuiving v.d.
lagen
o Draagvermogen afh. v.:
Drukvastheid gesteente
Aard v.d. onderliggende lagen (bij dunne laag)
− Samendrukbare gronden
▪ Klei
= Fijne stofvormige deeltjes kwarts, veldspaat, glimmer,… met hoog watergehalte
o Belasting => water w langraam uitgedreven naar omliggende lagen
=> kleigrond klinkt in
=> zettingen (langzaam)
o Dikke laag: grote belasting MAAR zettingen groot & onregelmatig
o Laag niet overal even dik => zakkingen
o Uitdrogen klei => inklinken
Terug nat => uitzetten
=> verassingen bij kleilagen hoog aan oppervlak (niet zeker permanent nat)
o Veranderingen grondwaterstand (droogzuiging, drainering, wegenaanleg,…)
=> barsten gebouw
Amber Severens Pagina 2 van 14
2BA-AR sem.1 – 2021-2022, DRIES POSEN
Hoofdstuk 1: FUNDERINGEN
Functies
• Belasting v.e. gebouw overdragen op vaste bouwgrond
=> vaste stand verzekerd → bew. (vert. + hor.) blijven binnen grenzen
• Door fundering op te nemen & over te dragen werkingen
− Eigen gewicht
− Nuttige lasten
− Toevallige lasten
− (Zwelling v.d. grond t.g.v. schommelingen watergehalte)
− Effecten thermische bew.
− Grond- &/of waterdruk
▪ Fundering = bescherming constructie tegen grondwater
▪ Eén geheel: fundering + vloeren op grond + keldermuren
▪ Keldermuren (ondergrondse deel) = tss-element fundering-structuur:
Krachten op structuur verdragen + weerstaan aan gronddruk & water v. buiten
constructie.
Stabiliteit: gunstige invloeden uitgeoefend door:
Gewicht muur
Hor. reacties uitgeoefend door ev. plaat op grond / door vloer
▪ Keermuur: stabiliteit geheel bepaald (rekening houdend met de weerstand v.d. muur om //
met zichzelf te verschuiven & om rond zijn basis te kantelen.
→ maatbepaling: rekening houden met hierdoor veroorzaakte interne
krachten.
Grond
• Indeling v. gronden
− Vereenvoudigde indeling:
▪ Losse grond:
o Tss vingers verbrokkeld
o Zonder voorafgaande verkleining uitgegraven
o Korrelss.
o Consistentie
o Grind, veen, klei, leem, zand (& mengsels hierv.)
Onsamenhangende grond: ss. zand en/of grind
Coherente grond: ss. leem en/of klei
Amber Severens Pagina 1 van 14
, ▪ Vaste grond:
o Sterk
o Voor uitgraven: verkleinen
o Uitstekende bouwgrond (afh. v. dikte & vorm laag)
− Niet/weinig samendrukbare gronden
▪ Zand
o Ss.: uiteenlopend → afh. v. soort, vindplaats, geologische herkomst
Kwarts = glashelder mineraal
o Duinzand: kleine korrels
o Heidezand: grover
o Waterdoorlatend (net als grind)
o Goede bouwgrond (vanaf laagdikte min. 3m)
▪ Grind
o Goede bouwgrond (goede weerstand & betrouwbaar): vanaf laagdikte 3m + gelaagdheid
⊥ op drukkracht
▪ Rotsgrond:
= Sterk gebonden steenmassa’s
Oorsprong: eruptief (vulkanisch) / sedimentair (bestaande of ontstaan uit
afzetting)
o Uitstekende bouwgrond: afh. v. vorm & dikte laag
o Gelaagdheid in zelfde richting v.d. kracht/in hoek verloopt => gevaar afschuiving v.d.
lagen
o Draagvermogen afh. v.:
Drukvastheid gesteente
Aard v.d. onderliggende lagen (bij dunne laag)
− Samendrukbare gronden
▪ Klei
= Fijne stofvormige deeltjes kwarts, veldspaat, glimmer,… met hoog watergehalte
o Belasting => water w langraam uitgedreven naar omliggende lagen
=> kleigrond klinkt in
=> zettingen (langzaam)
o Dikke laag: grote belasting MAAR zettingen groot & onregelmatig
o Laag niet overal even dik => zakkingen
o Uitdrogen klei => inklinken
Terug nat => uitzetten
=> verassingen bij kleilagen hoog aan oppervlak (niet zeker permanent nat)
o Veranderingen grondwaterstand (droogzuiging, drainering, wegenaanleg,…)
=> barsten gebouw
Amber Severens Pagina 2 van 14