Samenvatting communicatie vaardigheden les 1 opleiding : orthopedagogie semester 1
Kijken naar de effecten van je communicatie + eventueel bijstellen.
- Observeren
- Feedback geven
- Congruente – incongruente communicatie
^ verbaal ^ non-verbaal = eerlijker, sterker en meest gebruikt
Lichaamstaal paraverbaal
Non-verbaal. De manier waarop we spreken.
Afstand tussen onszelf en anderen Lijkt op spreken maar is lichaamstaal
Gezichtsuitdrukkingen
Beweging van lichaam
Spierspanning
Ademhaling,…
Het nut van lichaamstaal in de hulpverlening
Gesprek van 30 min = ongeveer 800 non-verbale boodschappen tussen cliënt
en hulpverlener.
Omdat lichaamstaal niet doelbewust tot stand komt, is ze eerlijker dan het
verbale. Woorden staan meer onder onze controle, non-verbale signalen zijn
minder controleerbaar.
Geërfde lichaamstaal
Primaire emoties; vreugde, verdriet, angst, schaamte, pijn. Universeel en
cultuur-overschrijdend. Onbewuste uitingen.
Aangeleerde lichaamstaal
Eenzelfde gedrag kan veel verschillende dingen betekenen. Voorbeeld: in de
ogen kijken is voor sommige culturen een teken van respect, voor anderen
niet. Hierin is diversiteitcompetentie belangrijk.
, Samenvatting communicatie vaardigheden les 1 opleiding : orthopedagogie semester 1
Geabsorbeerde lichaamstaal
Ongemerkt overgenomen van andere over ons hele leven. Hoe hoger de status
van iemand, hoe sneller zijn lichaamstaal word overgenomen.
Soorten lichaamstaal
Gezichtsuitdrukking en blik
- Uitwisselen van blikken, aankijken, emoties uitdrukken.
Bewegingen en gebaren
- Alle lichaamsdelen werken mee in lichaamstaal = clusters van gebaren
(vb: persoon kruist armen, achterover geleund, geen oogcontact, hoofd naar
beneden – deze persoon heeft zoveel verteld).
Aanrakingen
- Verstijving van angst – door aanraking kan hij terug in contact komen
- Kind is in zichzelf gekeerd door emoties – omhelzen kan zorgen dat hij terug in
contact komt. (= holding)
!
belangrijk is zich te realiseren dat mensen heel verschillende opvattingen,
gewoontes of ervaringen kunnen hebben met aanraking. Bekijk goed hoe je
cliënt reageert op aanraking. Bewust zijn van ’t feit dat je cliënt een verleden
kan hebben met geweld en/of seksueel overschrijdend gedrag > dit kan
dreigend aanvoelen.
Kijken naar de effecten van je communicatie + eventueel bijstellen.
- Observeren
- Feedback geven
- Congruente – incongruente communicatie
^ verbaal ^ non-verbaal = eerlijker, sterker en meest gebruikt
Lichaamstaal paraverbaal
Non-verbaal. De manier waarop we spreken.
Afstand tussen onszelf en anderen Lijkt op spreken maar is lichaamstaal
Gezichtsuitdrukkingen
Beweging van lichaam
Spierspanning
Ademhaling,…
Het nut van lichaamstaal in de hulpverlening
Gesprek van 30 min = ongeveer 800 non-verbale boodschappen tussen cliënt
en hulpverlener.
Omdat lichaamstaal niet doelbewust tot stand komt, is ze eerlijker dan het
verbale. Woorden staan meer onder onze controle, non-verbale signalen zijn
minder controleerbaar.
Geërfde lichaamstaal
Primaire emoties; vreugde, verdriet, angst, schaamte, pijn. Universeel en
cultuur-overschrijdend. Onbewuste uitingen.
Aangeleerde lichaamstaal
Eenzelfde gedrag kan veel verschillende dingen betekenen. Voorbeeld: in de
ogen kijken is voor sommige culturen een teken van respect, voor anderen
niet. Hierin is diversiteitcompetentie belangrijk.
, Samenvatting communicatie vaardigheden les 1 opleiding : orthopedagogie semester 1
Geabsorbeerde lichaamstaal
Ongemerkt overgenomen van andere over ons hele leven. Hoe hoger de status
van iemand, hoe sneller zijn lichaamstaal word overgenomen.
Soorten lichaamstaal
Gezichtsuitdrukking en blik
- Uitwisselen van blikken, aankijken, emoties uitdrukken.
Bewegingen en gebaren
- Alle lichaamsdelen werken mee in lichaamstaal = clusters van gebaren
(vb: persoon kruist armen, achterover geleund, geen oogcontact, hoofd naar
beneden – deze persoon heeft zoveel verteld).
Aanrakingen
- Verstijving van angst – door aanraking kan hij terug in contact komen
- Kind is in zichzelf gekeerd door emoties – omhelzen kan zorgen dat hij terug in
contact komt. (= holding)
!
belangrijk is zich te realiseren dat mensen heel verschillende opvattingen,
gewoontes of ervaringen kunnen hebben met aanraking. Bekijk goed hoe je
cliënt reageert op aanraking. Bewust zijn van ’t feit dat je cliënt een verleden
kan hebben met geweld en/of seksueel overschrijdend gedrag > dit kan
dreigend aanvoelen.