Trauma deel 2: Ontwikkelingstrauma en behandeling
van trauma
Inhoudstafel
1. Wat is ontwikkelingstrauma?
2. Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen DSM-5: hechtingsstoornissen
3. Trauma en het brein
4. Behandelen van ontwikkelingstrauma
5. Eye Movement Desensitisation Reprocessing Therapy
1. Wat is ontwikkelingstrauma?
Diversiteit aan klachten bij hechtingsstoornissen en ontwikkelingstrauma
Wat alle kinderen en jongeren met ontwikkelingstrauma met elkaar gemeen hebben, is een
diversiteit aan klachten en wisselvallig functioneren, bv. op school een engeltje en thuis
onhandelbaar.
Er passen vaak een veelheid aan diagnoses bij deze kinderen, waardoor hulpverleners vaak
op het verkeerde been gezet worden. Ze worden vaak door de ene hulpverlener heel anders
ingeschat dan door de andere.
Vaak wordt niet onderkend dat dit het gedrag de impact kan zijn van traumatische
ervaringen in het verleden. Of, als het trauma wel wordt onderkend, blijft het moeilijk om te
aanvaarden dat het in al deze gedragsmatige, emotionele of ontwikkelingsproblemen
doorwerkt en er zelfs de rode draad in vormt.
Casus Maxime
Maxime, 3 jaar, woont sinds 1 jaar bij haar adoptieouders. Hoewel haar ouders aangeven
dat ze denken normaal begaafd is, praat Maxime niet, hooguit een paar woorden exclusief
met haar mama. Als ze een ‘vreemde’ ziet, kruipt ze weg achter haar mama. In de
kleuterschool doet ze wat de juf van haar vraagt, maar speelt niet met andere kinderen. Ze
zit vaak teruggetrokken in een hoekje.
Omdat Maxime nooit praat, vermoedt het CLB selectief mutisme maar ook de woorden
‘autisme’ zijn al gevallen.
Als Maxime thuiskomt van school, is ze erg moe en prikkelbaar. Ze wordt dan snel boos of
droevig, maar mama of papa mogen haar niet troosten. Ze loopt dan weg. Dit voelt voor
ouders erg zwaar. Ze voelen veel leed bij Maxime maar worden buitengesloten.
,Casus Nelson
Nelson is 9 jaar. Thuis heeft hij onverklaarbare woedebuien. Hij heeft vader al eens zo ver
gekregen dat deze de deur van Nelsons kamer uit de scharnieren haalde, omdat Nelson soms
vreselijk tekeer gaat tegen die deur. Er zijn momenten dat hij in blinde woede schopt en bijt,
schijnbaar zonder aanleiding. Zijn ouders kunnen hem dan niet tot bedaren brengen en zijn
ten einde raad.
Wanneer de ouders en de school van Nelson samen rond de tafel zit, lijken beide partijen het
over een ander kind te hebben. In de klas ziet de leerkracht een kind dat hard zijn best doet
en geen problemen stelt. De leerkracht fronst de wenkbrauwen wanneer de ouders spreken
over het extreem moeilijk gedrag van Nelson thuis. Ze kan nauwelijks verhullen dat ze ernstig
twijfelt aan de competenties van de ouders.
De ouders voelen zich op hun beurt ‘gemanipuleerd’: “Als hij het wil, kan hij het wel. Als de
juf naast hem staat, kan hij zich ‘normaal’ gedragen, maar thuis is hij onhandelbaar.”
Casus Rik
Rik, 6 jaar, woont sinds zijn 1,5j bij zijn adoptieouders. Hij is heel erg sociaal en maakt met
iedereen vrienden. Die vriendschappen duren echter niet lang omdat hij om het minste erg
boos kan worden. Toch blijft hij de favoriet in de familie omdat hij bij iedereen op de schoot
kruipt en komt knuffelen.
Rik volgt les in het bijzonder onderwijs vanwege zijn beperkte leerbaarheid en zijn ontzettend
druk en explosief gedrag. Op school krijgt hij de basisleerstof van lezen en rekenen niet onder
de knie, hoewel een intelligentietest uitwees dat Rik normaal begaafd is. De juf zucht ‘het
lijkt of alle leerstof gewoon van hem afglijdt’.
De nachten thuis zijn voor zowel Rik als zijn ouders een ware beproeving. Rik wordt bijna elke
nacht gillend wakker van een nachtmerrie. Het duurt dan bijna een uur om Rik weer tot
bedaren te brengen.
Casus Klara
Klara, 15j, kan thuis soms uren boos voor zich uit zitten staren en zwijgen. Als pleegouders
haar aanspreken, slingert ze, zonder enige remming, de lelijkste verwijten naar hun hoofd.
Wanneer er familie erbij is, kan Klara zich wel gedragen en komt ze ontzettend sociaal over.
Maar zodra ze weer alleen is met haar pleegouders verandert ze in een graf van stilte die
haar pleegouders tot waanzin drijft.
Op school leidt ze een ‘meidenclubje’. Ze zet andere meiden aan tot gemeen gedrag. Elke
interventie of tussenkomst van leerkracht weet ze handig te pareren zodat anderen de schuld
krijgen. De school is ten einde raad.
Klara heeft ook wisselende seksuele contacten. Tijdens het uitgaan is ze al een paar keer
meegegaan met een oudere jongen/man om hem achter het café oraal te bevredigen. Een
keer is dit helemaal fout gelopen en is Klara bewusteloos teruggevonden met sporen van
verkrachting. Nadien vertelde Klara een onsamenhangend verhaal.
, Metafoor van het huis
Zoals eerder gezegd en wat jullie al weten is dat er drie types trauma zijn.
Deze kunnen verduidelijkt worden door de metafoor van het huis. Het bovenste huis is een
degelijk huis. Het is een huis dat is opgebouwd volgens de kunst waarbij men met de
fundamenten begint en zo het huis naar boven opbouwt.
Trauma zorgt voor mankementen in deze structuur.
Zo zorgt type 1 trauma ervoor dat er, zoals op de bovenste figuur, een gat wordt gemaakt in
de nok van het huis. Dit gat is beperkt van grootte en is nog redelijk makkelijk en goed te
herstellen. Voor de rest is het huis in prima staat en is het goed opgebouwd. De
brandweerwagen op de foto toont aan da er direct hulp is om het trauma te herstellen en er
verschillende hulpbronnen beschikbaar zijn om het gat direct terug dicht te maken.
Het middelste huis geeft type 2 trauma weer. Net zoals op de eerste foto staat dit huis nog
rechtop. De fundamenten zijn er ook. Ook zie je dat alle elementen van een huis aanwezig
zijn, maar dat er op verschillende niveaus toch wel wat schade is en er iets is misgelopen. Er
is dus sprake van een complex trauma waarbij er op verschillende niveaus van functioneren
van het kind trauma aanwezig is. Rond het huis zie je veiligheidshekken staan waarmee we
willen aantonen dat het kind beroep kan doen op hulp uit zijn omgeving om zo tot een meer
stabiel huis te kunnen komen.
Tot slot geeft het onderste huis type 3 trauma of ontwikkelingstrauma weer. In vergelijking
met de twee vorige huize, zie je bij dit huis dat de onderste structuur al helemaal scheef is
en er al problemen zijn op het niveau van de fundamenten. Dat is ook het geval bij kinderen
met ontwikkelingstrauma waarbij er zich problemen bevinden in de fundamenten van de
ontwikkeling van het kind. Het huis staat ook helemaal alleen zonder hulpbronnen. We zien
dat ook dat bij ontwikkelingstrauma er geen hulpbronnen voor het kind aanwezig waren op
het moment van het trauma of dat bv. ouders geen hulpbron zijn voor het kind, maar eerder
een vorm van stress.
Naast deze drie huizen, zie je ook nog een vierde huis. Waarbij het groene wijst op type 1
trauma waarbij er een klein probleem in het huis is dat ondersteund wordt door een paar
steunbalken zodat het huis recht blijft en waarbij de onderliggende structuren in goede staat
zijn. Waarbij de steunbalken wijzen op de symptomen die het kind ervaart.
Het oranje gat daarentegen is een heel groot gat dat al begint in de fundamenten van het
huis en er dus sprake is van ontwikkelingstrauma. Je ziet heel veel ontwikkelingstrauma. Je
ziet heel veel blauwe steunbalken wat wijst op heel veel symptomen en verschillende
ontwikkelingsdomeinen die verstoord zijn. Wanneer het trauma heel vroeg in de kindertijd
plaatsvindt, probeert dit kind toch zijn huis op te bouwen maar zijn er heel veel steunbalken
nodig om dit enigszins te kunnen doen slagen.