Les 1: 20th Century Fashion (1900 – 1913)
• Voor de 20ste eeuw: weinig evolutie in de mode, vanaf begin tot einde 20ste eeuw:
grote evolutie (korsetten → hippies)
• Lichte verschuivingen doorheen de tijd, evoluties
• 2 pauzeknoppen: WOI (1914 – 1918) en WOII (1939 – 1945)
o Vanaf WOII snelle evoluties
De Nieuwe Wereld
• Veel ontdekkingsreizigers, veel invloeden van ≠ culturen meegenomen naar EU
Franse Revolutie
• Politiek gezien: alles anders geworden → Gedaan met keizers en koningen ➔
democratisering
• Revolutie op politiek vlak → Liberté, égalité, fraternité
• Andere wereld
Industriële Revolutie
• Machines: Stikmachines, naaimachines
• Stoffen werden voordien manueel geweven, thuisarbeid
• Vanaf de IR: machinaal, fabrieken
Vernieuwing
• Technologisch - Maatschappelijk
Tweede Wereldtentoonstelling 1878 (Parijs) → (fout in PPTX → 1851
→ = EERSTE Wereldtentoonstelling in LONDEN, niet Parijs)
• Verschillende culturen aanwezig op 1 plaats, wereld in 1 ruimte voorgesteld → veel
invloed
• Deelnemende landen geven een beeld van hun economische, sociale, culturele en
technische ontwikkeling.
• Stap naar democratisering = iets dat voor iedereen/alle klassen is
Politiek
• Strijd tussen proletariaat, arbeidersklasse en de adel
• Socialisme = maatschappelijk systeem dat gebaseerd is op gelijkheid, sociale
rechtvaardigheid en solidariteit, met een eerlijke verdeling van macht en goederen
• Karl Marx: Das Kapital, zijn bekendste werk
• Socialisme ontstaat: arbeider krijgt stem en rechten, eerste vakbonden
,Belle Époque, The Age of Opulence
• 1890-1914
• Adel boven, arbeiders onderaan
• Mooie periode, veel schoonheid → Ook in uitstraling: van outfits tot meubels
• Maatschappij in stand houden, respect voor elkaar, sprake van eerste
democratisering → Nouveaux Riches (zie verder)
• “Mooie tijdperk” – algemene welvaart – maatschappelijke rust - Ontplooiing van de
kunsten en wetenschappen
• Schilderkunst evolueert naar modernere stijl: minder realistisch, meer abstract
• Belangrijk: kunst heeft invloed op de mode
• Fotografie stilaan belangrijk
Art Nouveau
• Horta, Vandevelde en Gaudi
o Vandevelde: architect, heeft sobere kledij, oprichter van Lacambre
(=ontwerpopleiding in Brussel met ingangsexamen, heel dure opleiding, maar
zeer goed)
o Gaudi: grote inspiratie voor veel designers
• Sierlijke vormen, maar niet zoals de Rococo
Moderne Kunst
• Evolutie in kunstwereld: gedaan met kunst om de kunst → opkomst choquerende
kunst, schilderijen met choquerende onderwerpen, bv. Bal du moulin de la Galette
van Renoir
• Dagdagelijkse taferelen
• Heroïsche onderwerpen
• Gaat ander beeld schetsen
Maatschappelijk
• Moulin Rouge
o Je hoeft je niet meer te schamen om naar de Moulin Rouge te gaan, het
wordt iets acceptabel
• Toulouse Lautrec Poster
o Adel, bestudeerde Moulin Rouge en maakte hier een poster van
Les Nouveaux Riches – The Upper Class
• Kwamen uit zowel:
o Parijs: blijft lang het modecentrum tot Jaren 60, als
o Londen: blijft centrum van de kleermakerskost
, • Opgeklommen uit lagere sociale klasse
• Oud geld vs nieuw geld
o Oud geld = geld vd adel, blijft binnen de familie, geërfd
o Nieuw geld = geld vd Nouveaux Riches, zelf voor gewerkt
o Adel moest niets van NR, keek neer op NR tenslotte had adel gewerkt om
bovenaan te staan
• Missen etiquette, omgangsvormen adel
• Zakenmensen en beroemdheden
• VB. Titanic: 3 klassen
• Weg naar democratisering
o Iets is gedemocratiseerd als het toegankelijk is voor iedereen
▪ VB. Onderwijs = voor iedereen toegankelijk, doorheen de tijd gedem.
o Na WOII (Na 1950): Mode voor iedereen toegankeljik, gedemocratiseerd
o 50 jaar daarvoor: mode voor de rijken, adel
• EXAMENVRAAG: “Is mode in de periode van de Belle Epoque gedemocratiseerd?” →
NEEN! Pas na WOII (NA 1950) werd mode gedemocratiseerd/voor iedereen
toegankelijk. 50 jaar daarvoor, de tijdspanne waartoe de Belle Epoque behoort, was
mode enkel toegankelijk voor de rijken/adel.
Fashion
• Charles Frederick Worth, heel goede kleermaker
o Gaf eerste conceptuele aanpassingen: eigen naam in de kledingstukken
naaien → Kledingstuk als kunst gezien voor de kleermaker + gaf shows in zijn
atelier waarbij hij klanten uitnodigde die naar zijn collectie(s), die op
mannequins geplaatst werden, kwamen kijken.
o Maakte jurken uit zware stoffen met S-Bend:
▪ Elke jurk werd op stuk gemaakt, op bestelling (dit was bij elke
kleermaker)
▪ Katoen, wol, zijde, dus geen synthetische lichte vezels → loodzwaar,
zware jurken, kledingstukken,…
▪ Boezem: naar voren – poep: naar achteren, corsetten goed
dichtgesnoerd
Hoeden
• Gigantisch
• Belle Epoque, tijd van pracht en praal → hoeden
• Zware hoeden versierd met veel ≠ materialen: veren,
kunstbloemen, zijde,…