De heup
1 Specifieke inspectie
Voor en achteraanzicht + zijaanzichten (links en rechts)
Wat?
Stand voeten, knieën en heupen
Beenlengte
Atrofie
Kleurveranderingen
…
2 Functieonderzoek
2.1 Actief functieonderzoek
Functioneel
Hurken
Trappen doen
Spreidstand
Uitvlaspas
Ganganalyse
Test van Trendelenburg
Lokaal anatomisch onderzoek
Basisonderzoek van de LWK
Flexie
Extensie
Lateroflexie links en rechts
Analytisch actief onderzoek
Endorotatie
Zit met knieën over de rand. Onderbenen naar buiten brengen.
Exorotatie
Zit met knieën over de rand. 1 been meer buigen zodat er plaats is om het ander
onderbeen naar binnen te brengen.
Flexie
ruglig en de knie naar de schouder brengen
Adductie
1
, ruglig met het ene been over het andere been. Het vrije been wordt in zijn geheel
naar binnen gebracht.
Abductie
ruglig en het been naar buiten brengen. Eventueel het ander been van de tafel laten
vallen om stabiel te blijven. Goed in het vlak blijven.
Hyperextensie
buiklig en been naar boven heffen.
2.2 Passief functieonderzoek
Te beoordelen:
ROM
Traject weerstand
Eindgevoel
Pijn
2.2.1 Flexie
Uitgangshouding: ruglig
Handvatting: homolaterale hand net boven de knie langs de dorsale zijde met het onderbeen
op de onderarm en heterolaterale hand palpeert de SIPS
Uitvoering: we duwen het been naar flexie. Vanaf 90° gaat het bekken meebewegen =
beweging van de SIPS we stoppen met palperen en duwen de heup verder naar flexie.
Criteria: 120° en zacht eindgevoel
2.2.2 Abductie
Uitgangshouding: ruglig
Handvattingen: met de homolaterale hand het been vastnemen net boven de knie langs
mediaal en het onderbeen laten rusten op de onderarm en met de heterolaterale hand de
SIAS palperen.
Uitvoering: we voeren de abductie uit tot dat de SIAS meebewegen en stoppen dan de
beweging en testen het eindgevoel.
Criteria: 45° en stevig eindgevoel
2.2.3 Adductie
Uitgangshouding: ruglig met het niet te testen been over het te testen been gebogen (zo ver
mogelijk) we staan aan de heterolaterale zijde van de patiënt
Handvattingen: de heterolaterale hand heeft het been vast net boven de knie langs de
mediale zijde en het onderbeen rust op de onderarm en de homolaterale hand palpeert de
SIAS.
Uitvoering: we brengen het been zo ver mogelijk naar
Criteria: 25° en stevig eindgevoel
2
1 Specifieke inspectie
Voor en achteraanzicht + zijaanzichten (links en rechts)
Wat?
Stand voeten, knieën en heupen
Beenlengte
Atrofie
Kleurveranderingen
…
2 Functieonderzoek
2.1 Actief functieonderzoek
Functioneel
Hurken
Trappen doen
Spreidstand
Uitvlaspas
Ganganalyse
Test van Trendelenburg
Lokaal anatomisch onderzoek
Basisonderzoek van de LWK
Flexie
Extensie
Lateroflexie links en rechts
Analytisch actief onderzoek
Endorotatie
Zit met knieën over de rand. Onderbenen naar buiten brengen.
Exorotatie
Zit met knieën over de rand. 1 been meer buigen zodat er plaats is om het ander
onderbeen naar binnen te brengen.
Flexie
ruglig en de knie naar de schouder brengen
Adductie
1
, ruglig met het ene been over het andere been. Het vrije been wordt in zijn geheel
naar binnen gebracht.
Abductie
ruglig en het been naar buiten brengen. Eventueel het ander been van de tafel laten
vallen om stabiel te blijven. Goed in het vlak blijven.
Hyperextensie
buiklig en been naar boven heffen.
2.2 Passief functieonderzoek
Te beoordelen:
ROM
Traject weerstand
Eindgevoel
Pijn
2.2.1 Flexie
Uitgangshouding: ruglig
Handvatting: homolaterale hand net boven de knie langs de dorsale zijde met het onderbeen
op de onderarm en heterolaterale hand palpeert de SIPS
Uitvoering: we duwen het been naar flexie. Vanaf 90° gaat het bekken meebewegen =
beweging van de SIPS we stoppen met palperen en duwen de heup verder naar flexie.
Criteria: 120° en zacht eindgevoel
2.2.2 Abductie
Uitgangshouding: ruglig
Handvattingen: met de homolaterale hand het been vastnemen net boven de knie langs
mediaal en het onderbeen laten rusten op de onderarm en met de heterolaterale hand de
SIAS palperen.
Uitvoering: we voeren de abductie uit tot dat de SIAS meebewegen en stoppen dan de
beweging en testen het eindgevoel.
Criteria: 45° en stevig eindgevoel
2.2.3 Adductie
Uitgangshouding: ruglig met het niet te testen been over het te testen been gebogen (zo ver
mogelijk) we staan aan de heterolaterale zijde van de patiënt
Handvattingen: de heterolaterale hand heeft het been vast net boven de knie langs de
mediale zijde en het onderbeen rust op de onderarm en de homolaterale hand palpeert de
SIAS.
Uitvoering: we brengen het been zo ver mogelijk naar
Criteria: 25° en stevig eindgevoel
2