Statistiek
ACADEMIEJAAR 2020-2021
Mila Duerloo ☆
THOMAS MORE HOGESCHOOL | DOCENT: SAM WILLEMS
,1
, Samenvatting: statistiek
Hoofdstuk 1: de statistiek in het onderzoek alle oefeningen uit handboek kennen
1. 1 Wat Is Statistiek?
= de wetenschap v/h verzamelen, classificeren, samenvatten, organiseren, analyseren, interpreteren
van gegevens
→ Statistiek als onderzoekhulpmiddel/“trukendoos”
→ Kritiekloos gebruiken is gevaarlijk v.b. ‘ijsjes maken je slimmer’
➢ Twee verschillende vormen:
1. Beschrijvende/ descriptieve statistiek:
→ Verzamelde gegevens samenvatten in kengetallen/grafische presentatie (iets uitdrukken in
een getal) → gegevens vormen basis voor inductieve statistiek
→ Uitspraken beperkt tot de deelnemers van de studie (= steekproef)
Vb. De TP-studenten die meededen aan een bevraging rond studiemotivatie waren
gemiddeld genomen gemotiveerd om Statistiek te studeren.
2. Inductieve statistiek:
‘Wat betekenen de steekproef resultaten in relatie tot de populatie?’
→ Kengetallen van verzamelde gegevens (steekproefgegevens) veralgemenen
→ Uitspraken maken die verder gaan dan de deelnemers van de studie (= populatie)
Vb. De Belgische TP-student is gemiddeld genomen gemotiveerd om Statistiek te
studeren
→ Schattingsprobleem: vraagstuk typisch bij inductieve statistiek
Parameter (µ)= X̄ populatie → niet gekend schatting maken binnen grenzen a.d.h.v.;
Steekproefstatistiek= X̄ steekproef
Figuur 1: zie formularium voor berekeningen
1.2 Wat Is Onderzoek?
Bedoeling onderzoek= op basis van waarnemingen ware & algemene uitspraken te doen over de
werkelijkheid.
1) Waarom gaan we iets waarnemen?
➢ Uitspraken maken die…
… zinvol zijn voor theorievorming (fundamenteel onderzoek)
vb. Is wiskundig redeneren de belangrijkste vaardigheid om statistiek uit te oefenen?
… zinvol zijn voor de psychologische praktijk (praktijkgericht onderzoek)
vb. Kan de vooropleiding gebruikt worden om bepaalde studenten de instapmodule
wiskunde aan te bevelen?
2
, 2) Wie gaan we waarnemen (doelgroep)?
➢ Deelnemers (of onderzoeksobjecten) uit een steekproef Vb. TP-studenten van TM
➢ Een steekproef wordt steeds uit een populatie getrokken Vb. Alle TP-studenten
* Populatie= doelgroep waar je geïnteresseerd in bent
* Steekproef= kleine deelgroep die in je onderzoek de populatie vertegenwoordigd
3) Wat gaan we waarnemen?
➢ Eigenschappen/kenmerken meten van onze deelnemers of via onze deelnemers = variabelen
→ verschillende soorten (afhankelijk v/h soort onderzoek)
v.b. geslacht
➢ Variabelen praktisch uitwerken zodat ze meetbaar zijn Vb. Score op examen statistiek
= operationaliseren
• Statistiek = patronen beschrijven van gemeten kenmerken
o Centrale tendens/centrummaten= getallen die de groep proberen samen te vatten
Vb. Hoeveel punten worden er gemiddeld (X̄ ) behaald? (Me, Mo, maximum…)
o Spreidingsmaten= verschillen tussen deelnemers omzetten in een getal of statistische maat
Vb. Zijn er veel verschillen (Sx ) tss TP-studenten op het examen?
(variantie, standaardafwijking, correlatie, variantiecoëfficiëntie,…)
o Verbanden/Associaties= in welke maten variabelen samenhangen. (causaal verband)
V.b. Hebben studenten met een vooropleiding met meer uren wiskunde hogere scores dan
zij met minder (rxy)?
Wanneer spreken we v/e onderzoek?
Statistiek = we doen waarnemingen, de gegevens die hieruit komen gaan we gebruiken om ze om te
vormen tot ware en algemene uitspraken
→ Uitspraken gebaseerd op waarnemingen verkregen via onze steekproef (steekproefgeg.)
→ Uitspraken die veralgemenen naar volledige steekproef of populatie
• Twee soorten uitspraken:
❖ Deterministische uitspraken = uitspraken die 100% zeker zijn; zekerheden &
wetmatigheden zelden tot nooit voor gedragswetenschappen.
❖ Probabilistische uitspraken = uitspraken die niet 100% zeker zijn; onzekerheden &
waarschijnlijkheden/kansen quasi altijd voor gedragswetenschappen = wees kritisch!
→ altijd te maken met onzekerheden
3
ACADEMIEJAAR 2020-2021
Mila Duerloo ☆
THOMAS MORE HOGESCHOOL | DOCENT: SAM WILLEMS
,1
, Samenvatting: statistiek
Hoofdstuk 1: de statistiek in het onderzoek alle oefeningen uit handboek kennen
1. 1 Wat Is Statistiek?
= de wetenschap v/h verzamelen, classificeren, samenvatten, organiseren, analyseren, interpreteren
van gegevens
→ Statistiek als onderzoekhulpmiddel/“trukendoos”
→ Kritiekloos gebruiken is gevaarlijk v.b. ‘ijsjes maken je slimmer’
➢ Twee verschillende vormen:
1. Beschrijvende/ descriptieve statistiek:
→ Verzamelde gegevens samenvatten in kengetallen/grafische presentatie (iets uitdrukken in
een getal) → gegevens vormen basis voor inductieve statistiek
→ Uitspraken beperkt tot de deelnemers van de studie (= steekproef)
Vb. De TP-studenten die meededen aan een bevraging rond studiemotivatie waren
gemiddeld genomen gemotiveerd om Statistiek te studeren.
2. Inductieve statistiek:
‘Wat betekenen de steekproef resultaten in relatie tot de populatie?’
→ Kengetallen van verzamelde gegevens (steekproefgegevens) veralgemenen
→ Uitspraken maken die verder gaan dan de deelnemers van de studie (= populatie)
Vb. De Belgische TP-student is gemiddeld genomen gemotiveerd om Statistiek te
studeren
→ Schattingsprobleem: vraagstuk typisch bij inductieve statistiek
Parameter (µ)= X̄ populatie → niet gekend schatting maken binnen grenzen a.d.h.v.;
Steekproefstatistiek= X̄ steekproef
Figuur 1: zie formularium voor berekeningen
1.2 Wat Is Onderzoek?
Bedoeling onderzoek= op basis van waarnemingen ware & algemene uitspraken te doen over de
werkelijkheid.
1) Waarom gaan we iets waarnemen?
➢ Uitspraken maken die…
… zinvol zijn voor theorievorming (fundamenteel onderzoek)
vb. Is wiskundig redeneren de belangrijkste vaardigheid om statistiek uit te oefenen?
… zinvol zijn voor de psychologische praktijk (praktijkgericht onderzoek)
vb. Kan de vooropleiding gebruikt worden om bepaalde studenten de instapmodule
wiskunde aan te bevelen?
2
, 2) Wie gaan we waarnemen (doelgroep)?
➢ Deelnemers (of onderzoeksobjecten) uit een steekproef Vb. TP-studenten van TM
➢ Een steekproef wordt steeds uit een populatie getrokken Vb. Alle TP-studenten
* Populatie= doelgroep waar je geïnteresseerd in bent
* Steekproef= kleine deelgroep die in je onderzoek de populatie vertegenwoordigd
3) Wat gaan we waarnemen?
➢ Eigenschappen/kenmerken meten van onze deelnemers of via onze deelnemers = variabelen
→ verschillende soorten (afhankelijk v/h soort onderzoek)
v.b. geslacht
➢ Variabelen praktisch uitwerken zodat ze meetbaar zijn Vb. Score op examen statistiek
= operationaliseren
• Statistiek = patronen beschrijven van gemeten kenmerken
o Centrale tendens/centrummaten= getallen die de groep proberen samen te vatten
Vb. Hoeveel punten worden er gemiddeld (X̄ ) behaald? (Me, Mo, maximum…)
o Spreidingsmaten= verschillen tussen deelnemers omzetten in een getal of statistische maat
Vb. Zijn er veel verschillen (Sx ) tss TP-studenten op het examen?
(variantie, standaardafwijking, correlatie, variantiecoëfficiëntie,…)
o Verbanden/Associaties= in welke maten variabelen samenhangen. (causaal verband)
V.b. Hebben studenten met een vooropleiding met meer uren wiskunde hogere scores dan
zij met minder (rxy)?
Wanneer spreken we v/e onderzoek?
Statistiek = we doen waarnemingen, de gegevens die hieruit komen gaan we gebruiken om ze om te
vormen tot ware en algemene uitspraken
→ Uitspraken gebaseerd op waarnemingen verkregen via onze steekproef (steekproefgeg.)
→ Uitspraken die veralgemenen naar volledige steekproef of populatie
• Twee soorten uitspraken:
❖ Deterministische uitspraken = uitspraken die 100% zeker zijn; zekerheden &
wetmatigheden zelden tot nooit voor gedragswetenschappen.
❖ Probabilistische uitspraken = uitspraken die niet 100% zeker zijn; onzekerheden &
waarschijnlijkheden/kansen quasi altijd voor gedragswetenschappen = wees kritisch!
→ altijd te maken met onzekerheden
3
