Samenvatting Jaarrekeninganalyse & auditing

Jaarrekeninganalyse en auditing:
Deel 1 Jaarrekeninganalyse:
H1. Algemene Boekhoudkundige begrippen
A. Wat is een jaarrekening en waaruit bestaat ze?
B. Balans
C. Resultatenrekening
D. Cash versus accrual basis

A. Wat is een jaarrekening en waaruit bestaat ze?
Een jaarrekening heeft 3 componenten:
- Balans
- Resultatenrekening
- Toelichting




De boekhouding bestaat uit de transacties van een bedrijf die worden bijgehouden door
middel van documenten.
 Deze documenten worden dan geregistreerd in het journaal of grootboek.
 Dit wordt MINSTENS 1X per jaar samengevat, kan ook meer zijn (grotere bedrijven). Deze
samenvatting is de jaarrekening
 Boekjaar moet NIET samenvallen met een kalenderjaar en kan langer of korter zijn dan 1
jaar.

De boekhouding gebeurt intern en is zeer gedetailleerd.

Jaarrekeninganalyse is meer overzichtelijk en kan ook publiek geraadpleegd worden want
wordt gepubliceerd door de Nationale Bank van Belgie.
 Wordt wel pas na 7 maanden na afsluiten boekhouding gepubliceerd dus toont situatie
eigenlijk te laat aan

OPGELET enkel vennootschappen zijn verplicht of een jaarrekening te maken, eenmanszaken
moeten dit niet doen.
____________________________________________________
Jaarrekening is niet overal hetzelfde.
 Samenstelling kan verschillen van land tot land.
 In België hebben we bijvoorbeeld de sociale balans.
o De sociale balans toont informatie over personeel(verloop) zoals hoeveel
mannen en vrouwen, deeltijds of voltijds, ….
 Buiten Europa zoals in de US is er ander component: Kasstroomtabel
o De kasstroomtabel toont of de onderneming genoeg liquide heeft om
schulden terug te betalen
o Dit geldt niet in België
1

,Daarnaast maken we ook een onderscheid tussen een enkelvoudige en geconsolideerde
jaarrekening:
Enkelvoudige jaarrekening:
 Dit is waar we normaal over spreken
 Is de jaarrekening van 1 bedrijf
 Dit soort jaarrekening moet elke juridische entiteit hebben

Geconsolideerde jaarrekening:
 Geldt enkel wanneer 2 of meerdere vennootschappen als groep worden gezien
(moeder- dochterrelatie)
 Moederbedrijf moet MINSTENS 50% van de aandelen van andere vennootschap(pen)
in handen hebben
 Elke vennootschap stelt nog steeds aparte enkelvoudige jaarrekening op
 MAAR ook een geconsolideerde kan worden opgesteld waar de opbrengsten en
kosten worden samengenomen van alle vennootschappen

B. Balans
De Balans is een momentopname en toont de financiële positie van de vennootschap op die
dag.
 Opletten om conclusies te trekken

Bestaat uit 2 delen: Actief en Passief  Deze moeten steeds gelijk zijn aan elkaar

Actief:
 Bezittingen
 Waar is het geld naartoe?

Passief:
 Financieringsbronnen
 Van waar komt het geld?
 Delen we op in eigen vermogen en vreemd vermogen

Voorbeeld:
 Bank? Actief
 Kapitaal? Passief, eigen vermogen
 Handelsschulden? Passief, vreemd vermogen
 Handelsvorderingen? Actief
 Overgedragen resultaat? Passief, eigen vermogen
 Voorzieningen? Passief, maar hoort niet bij eigen of vreemd vermogen. Dit is
anticiperen op kosten die gaan komen
 Goodwill? Actief, komt enkel voor in geconsolideerde jaarrekening. Ontstaat bij
overname. Dit is het verschil tussen de prijs die betaald wordt aan de
aandeelhouders en de werkelijke prijs van de vennootschap. Dit is dus de
meerwaarde die je betaalt aan de aandeelhouders.




2

,De onderdelen die
makkelijk omzetbaar zijn
in liquide middelen staan
van onder, de vastere
eenheden bovenaan.

2 Soorten Balans:
 Horizontale vorm of Account format
o Puur pedagogisch, wordt niet gebruikt door bedrijven
 Verticale vorm of Report format
o Vorm die bedrijven gebruiken voor de balans.

2 Belangrijke principes m.b.t. de balans:
 De boekhoudkundige gelijkheid:
o ACTIEF = PASSIEF
o Bezitting = Eigen vermogen + schulden(vreemd vermogen)

 Dubbel boekhouden
o Dit is nodig om de gelijkheid te bewaren
o Elke transactie die gebeurd moet effect hebben op MINSTENS 2 posten
o Bv. Je koopt appels.
 Actief; Voorraad stijgt
 Passief: Handelsschulden stijgt

Voorbeelden:




3

, Via de balans kunnen we de waarde van de onderneming vaststellen:
 Ondernemingswaarde = Totaal activa of passiva
 Aandeelhouderswaarde = Eigen vermogen of Bezitting – Schulden
o Dit is vanuit het perspectief van de aandeelhouders

 Waarde is wel niet steeds duidelijk, we hebben 2 soorten van waarde in jaarrekening:
 Historische kostprijs
o Dit is wat gebruikt wordt in Belgie
 Marktwaarde of fair value

De waarde van bepaalde posten in de jaarrekening staan open voor debat. Posten zoals Bank
staan altijd vast, maar waarde voor de post Gebouwen kan dan weer wel open staan voor
debat.
 Je koopt een gebouw voor 200 000EUR 5 jaar geleden, maar door stijging van de vastgoed
is dit nu eigenlijk 300 000EUR waard.
 Bij de historische kostprijs blijft dit vastliggen op 200 000EUR
 Bij de marktwaarde wordt de post geherwaardeerd naar de Marktwaarde van 300
000EUR

C. Resultatenrekening
Het 2de component van de jaarrekening is de resultatenrekening

De Balans was een momentopname, terwijl de resultatenrekening
de opbrengsten en kosten van de vennootschap over een bepaalde
termijn tonen.

Belangrijkste onderdeel van de resultatenrekening zij de
opbrengsten en kosten.

De kosten kunnen op 2 manieren worden verdeeld:
 Naar aard:
o Dit is in Belgie
o Hier worden de bedrijfskosten in groepjes verdeeld op basis van het MAR ook
wel Minimum Algemeen Rekeningstelsel genoemd Bv. 10 Kapitaal
 Naar functie
o In US
o Hier kijkt men naar de functie van de kost
 Periode kosten: kosten die elk jaar terug komen
 Productkosten: kosten om het goed te produceren.


EBIT = Earnings Before Intrest and Taxes

Interest GEEN bedrijfskost want is een schuld om
vermogen te verkrijgen.



4