DEEL 1: OSTEOLOGIE (botten)
ANATOMIE
anatomie
Wat is anatomie?
- Anatomie is de tak van biologie die de structuur & organisatie van organismen bestudeert. Het is
ook de studie van de bouw en de plaats van de lichaamsdelen. Anatomie verschilt met fysiologie,
wat dit is studie van de functie van het lichaam.
Hoofdstuk 1: inleiding
1.1 Beenderen van het menselijk skelet
Ongeveer 200 beenderen met elk een eigen naam
- Sommige zijn symmetrisch aanwezig (links & rechts
- Sommige komen 1 maal voor
- Andere komen meerdere keren voor
Enkele vaktermen
HOOFD = CAPUT
Onderkaak (1) Mandibula
Tongbeen (1) Os hyoideum
Bovenkaak (2) Maxilla
Jukbeen (2) Os zygomaticum
Voorhoofdsbeen (1) Os frontale
Wandbeen (2) Os parietale
Slaapbeen (2) Os temporale
Achterhoofdsbeen (1) Os occipitale
Neusbeen (2) Os nasale
Wat is er zo speciaal aan het tongbeen?
- Het is het enige bot die geen directe verbinding heeft met een ander bot
ROMP & NEK = TRUNCUS & COLLUM
Wervel Vertebra
- 7 nekwervels - Vertebra cervicalis
- 12 borstwervels - Vertebra thoracalis
- 5 lendenwervels - Vertebra lumbalis
Heiligbeen (1) Os sacrum
Staartbeen (1) Os coccygis
Borstbeen (1) Sternum
Ribben (2x12) Costae
ARM
Bovenste lidmaat = membrum superius
Schouderblad (2) Scapula
Sleutelbeen (2) Clavicula
Bovenarmbeen (2) Humerus
Spaakbeen (2) Radius
Ellepijp (2) Ulna
Handwortel (2x8) Carpus (carpalia)
Middenhandsbeentjes (2x5) Ossa metacarpalia
Vingerkootjes (2x14) Phalanx
, BEEN
Onderste lidmaat = membrum inferius
heupbeen (2) Os coxae
Dijbeen of bovenbeen(2) Femur
Knieschijf (2) Patella
Scheenbeen (2) Tibia
Kuitbeen (2) Fibula
Voetwortels (2x7) Tarsus
Middenvoet (2x5) metatarsus
Teenkootjes (2x14) Phalanx
Grotere onderdelen van het lichaam
Hoofd Caput
Schedel Cranium
Hals Collum
Nek Cervix
Romp Truncus
Borstkas Tharax
Rug Dorsum
Buik Abdomen
Bekken Pelvis
Wervelkolom Spina vertebralis
Bovenste lidmaat Membrum
superius
Bovenarm Brachium
Hand Manus
Onderste lidmaat Membrum inferius
Bovenbeen / dijbeen Femur
Onderbeen Crus
Voet Pes
Beenderen worden vaak ingedeeld naargelang hun vorm:
• Korte beenderen:
- 3 hoofdafmetingen zijn gelijk hoogte = lengte = dikte
- Bv: wervels, ossa carpalia (handwortel)
• Lange beenderen of pijpbeenderen:
- Lengte > breedte: dus 1 grote afmeting in lengterichting
- Bv: femur (bovenbeen), humerus
• Platte beenderen:
- Dun en relatief breed
- Bv: schedel, bekken, ribben
• Pneumatische beenderen
- Bevatten sinusruimten
- Bv: Maxilla(onderkaak), os frontale
• Onregelmatige: ingewikkelde vorm
- Bv: vertebra
, Vaktermen om te kennen
Hoek Angulus
Kop / hoofd Caput
Holte Cavitas
Hals Collum
Gewrichtsknobbel Condylus
Kam, spitse rand Crista
Verhevenheid Eminentia
Knobbel op de condylus voor de Epicondylus
aanhechting van spieren
Uiteinde Extremitas
Vlak, zijde Facies
Opening, gat Foramen
Wat afgeronde indieping, kuil Fossa
Lichte indieping, kuiltje Fovea
Brede opening, doorhang hiatus
Insnijding, inkerving Incisura
Blad, of brede beenlamel Lamina
Rand, boord Margo
Uitsteeksel Processus
Afgeslote holte Sinus
Doorn, of scherp uitsteeksel Spina (spinosus)
Langwerpige groef, gleuf Sulcus
Rolvormige structuur, katrol Trochlea
Knibbel, afgeronde verhevenheid Tuber
Knobbeltje Tuberculum
Ruwe verhevenheid Tuberositas
Dwars Transversus
Tot een gewricht behorend Articularis
Insnijding Insicura
1.2 Functies van de beenderen
- Steunende functie: ondersteund de ledematen en houdt ze rechtop
- Bewegingsfunctie: vormen aanhechtingsplaat voor spieren hierdoor beweging mogelijk
- Vormgevende functie: skelet bepaald de vorm van het lichaam
- Beschermende functie: beender vormen een omhulsel om weke organen te beschermen
- Vorming van bloedcellen
1.3 Structuur van het bod
De botstructuur kunnen we microscopisch en macroscopisch bekijken
1.3.1 Microscopisch
- Matrix van het bod: dit is een basissubstantie met mineralen (deze zorgen voor hardheid en stevigheid bot)
- Collagene fibrillen: bindweefsels die zorgen voor de elasticiteit van het bod
- Osteocyten: botcellen die botmatrix in stand houden
Osteoblasten: botopbouw
Osteoclasten: botafbraak
ANATOMIE
anatomie
Wat is anatomie?
- Anatomie is de tak van biologie die de structuur & organisatie van organismen bestudeert. Het is
ook de studie van de bouw en de plaats van de lichaamsdelen. Anatomie verschilt met fysiologie,
wat dit is studie van de functie van het lichaam.
Hoofdstuk 1: inleiding
1.1 Beenderen van het menselijk skelet
Ongeveer 200 beenderen met elk een eigen naam
- Sommige zijn symmetrisch aanwezig (links & rechts
- Sommige komen 1 maal voor
- Andere komen meerdere keren voor
Enkele vaktermen
HOOFD = CAPUT
Onderkaak (1) Mandibula
Tongbeen (1) Os hyoideum
Bovenkaak (2) Maxilla
Jukbeen (2) Os zygomaticum
Voorhoofdsbeen (1) Os frontale
Wandbeen (2) Os parietale
Slaapbeen (2) Os temporale
Achterhoofdsbeen (1) Os occipitale
Neusbeen (2) Os nasale
Wat is er zo speciaal aan het tongbeen?
- Het is het enige bot die geen directe verbinding heeft met een ander bot
ROMP & NEK = TRUNCUS & COLLUM
Wervel Vertebra
- 7 nekwervels - Vertebra cervicalis
- 12 borstwervels - Vertebra thoracalis
- 5 lendenwervels - Vertebra lumbalis
Heiligbeen (1) Os sacrum
Staartbeen (1) Os coccygis
Borstbeen (1) Sternum
Ribben (2x12) Costae
ARM
Bovenste lidmaat = membrum superius
Schouderblad (2) Scapula
Sleutelbeen (2) Clavicula
Bovenarmbeen (2) Humerus
Spaakbeen (2) Radius
Ellepijp (2) Ulna
Handwortel (2x8) Carpus (carpalia)
Middenhandsbeentjes (2x5) Ossa metacarpalia
Vingerkootjes (2x14) Phalanx
, BEEN
Onderste lidmaat = membrum inferius
heupbeen (2) Os coxae
Dijbeen of bovenbeen(2) Femur
Knieschijf (2) Patella
Scheenbeen (2) Tibia
Kuitbeen (2) Fibula
Voetwortels (2x7) Tarsus
Middenvoet (2x5) metatarsus
Teenkootjes (2x14) Phalanx
Grotere onderdelen van het lichaam
Hoofd Caput
Schedel Cranium
Hals Collum
Nek Cervix
Romp Truncus
Borstkas Tharax
Rug Dorsum
Buik Abdomen
Bekken Pelvis
Wervelkolom Spina vertebralis
Bovenste lidmaat Membrum
superius
Bovenarm Brachium
Hand Manus
Onderste lidmaat Membrum inferius
Bovenbeen / dijbeen Femur
Onderbeen Crus
Voet Pes
Beenderen worden vaak ingedeeld naargelang hun vorm:
• Korte beenderen:
- 3 hoofdafmetingen zijn gelijk hoogte = lengte = dikte
- Bv: wervels, ossa carpalia (handwortel)
• Lange beenderen of pijpbeenderen:
- Lengte > breedte: dus 1 grote afmeting in lengterichting
- Bv: femur (bovenbeen), humerus
• Platte beenderen:
- Dun en relatief breed
- Bv: schedel, bekken, ribben
• Pneumatische beenderen
- Bevatten sinusruimten
- Bv: Maxilla(onderkaak), os frontale
• Onregelmatige: ingewikkelde vorm
- Bv: vertebra
, Vaktermen om te kennen
Hoek Angulus
Kop / hoofd Caput
Holte Cavitas
Hals Collum
Gewrichtsknobbel Condylus
Kam, spitse rand Crista
Verhevenheid Eminentia
Knobbel op de condylus voor de Epicondylus
aanhechting van spieren
Uiteinde Extremitas
Vlak, zijde Facies
Opening, gat Foramen
Wat afgeronde indieping, kuil Fossa
Lichte indieping, kuiltje Fovea
Brede opening, doorhang hiatus
Insnijding, inkerving Incisura
Blad, of brede beenlamel Lamina
Rand, boord Margo
Uitsteeksel Processus
Afgeslote holte Sinus
Doorn, of scherp uitsteeksel Spina (spinosus)
Langwerpige groef, gleuf Sulcus
Rolvormige structuur, katrol Trochlea
Knibbel, afgeronde verhevenheid Tuber
Knobbeltje Tuberculum
Ruwe verhevenheid Tuberositas
Dwars Transversus
Tot een gewricht behorend Articularis
Insnijding Insicura
1.2 Functies van de beenderen
- Steunende functie: ondersteund de ledematen en houdt ze rechtop
- Bewegingsfunctie: vormen aanhechtingsplaat voor spieren hierdoor beweging mogelijk
- Vormgevende functie: skelet bepaald de vorm van het lichaam
- Beschermende functie: beender vormen een omhulsel om weke organen te beschermen
- Vorming van bloedcellen
1.3 Structuur van het bod
De botstructuur kunnen we microscopisch en macroscopisch bekijken
1.3.1 Microscopisch
- Matrix van het bod: dit is een basissubstantie met mineralen (deze zorgen voor hardheid en stevigheid bot)
- Collagene fibrillen: bindweefsels die zorgen voor de elasticiteit van het bod
- Osteocyten: botcellen die botmatrix in stand houden
Osteoblasten: botopbouw
Osteoclasten: botafbraak