Samenvatting Engels lessen
HC 1, Engels is het basisonderwijs
Vreemde taal verplicht in de EU voor kinderen vanaf 10 jaar
Sinds 1986
In Nederland: Engels
'Wet op het basisonderwijs:' 80 a 100 klokuren in totaal in groep 7 en 8, dus ongeveer 1 uur
per week.
Kinderen leren optimaal een vreemde taal omdat ze:
Makkelijker imiteren
Minder geremd zijn, meer durven
'Native speaker' uitspraak jonge kinderen bij voldoende 'exposure'
Taal verwerven versus taal leren
Taal verwerven: twee (of meer talen) worden enigszins gebalanceerd aangeboden.
Bijvoorbeeld:
Zwitserse moeder - Nederlandse vader
School in Nijmegen met 40-50% Engels vanaf groep 1
Taal leren: sprake van intentioneel leren.
Bijvoorbeeld:
Eén uur VVTO Engels in groep 3
Engels in 4 havo
Simultane taalverwerving 1
Van 0 tot ongeveer 7 jaar
'Overlappende corticale activiteit'
Spontaan ontwikkelingsproces
Simultane taalverwerving 2
Wet van Grammont:
Indien elke ouder consequent zijn of haar eigen taal spreekt tot het kind zijn er geen
problemen.
Duidelijke situatie
Duidelijk tijdstip
Successieve taalverwerving 1
Vanaf 8 jaar
Denk- en vertaal proces
'Geen overlappende corticale activiteit' (twee taalsystemen werken naast elkaar).
Moedertaal wordt als referentiekader gebruikt: niveau van de moedertaal zeer belangrijk
voor het leren van andere talen.
Successieve taalverwerving 2
Intentioneel leren: bewust leren van een taal in een onderwijssituatie.
Bijvoorbeeld: Engels in groep 7
Incidenteel leren: spelenderwijs, wat 'toevallig' geleerd wordt.
, Bijvoorbeeld: Engelse woorden van een speelmaatje op de camping in het buitenland tijdens de
vakantie.
Attitudetheorie
‘Low anxiety situations’ essentieel voor het leren van een vreemde/tweede taal.
Stimuleren van een positieve houding.
Veilige sfeer en individueel vertrouwen.
In de Kerndoelen Engels voor het basisonderwijs wordt gerefereerd aan de attitudetheorie
Didactische methoden (intentioneel leren)
1. Grammatica- vertaal methode.
Oudste methode
Met name gericht op grammatica, structuur/ regels van de taal
Nadruk op correctheid
2. Audio- linguale methode.
Reactie op grammatica- vertaal methode.
Geen 'code switching', maar ééntalig: alles in het Engels.
Eindeloze herhaling, 'drills'.
Veel input, veel hardop nazeggen, weinig ruimte voor eigen inbreng.
Nadruk op correctheid.
3. Total Immersion.
Natuurlijke manier van taal leren.
Alle (of een gedeelte van de) vakken in het Engels.
Het taalaanbod is ruim en gevarieerd waardoor de leerlingen vanzelf de regels van
de taal leren toepassen.
Onderdompeling.
4. CLIL (Content and Language Integrated Learning).
Leren van vreemde taal geïntegreerd in leren van vakinhoud.
'Taakgericht vakonderwijs'.
VVTO/ TPO- scholen en TTO- scholen (middelbaar onderwijs).
Raakvlakken met Total Immersion; bij CLIL neemt leraar bewuster de
verantwoordelijkheid voor het taalleerproces.
Simultane opbouw van taalvaardigheid en vakspecifieke inzichten en vaardigheden.
5. Total Physical Response (TPR).
TPR bootst na hoe een kind zijn/haar moedertaal leert (baby reageert eerst fysiek,
daarna verbaal).
Ouders = leerkracht, baby/ kind = leerlingen in het klaslokaal.
Leerkracht doet voor, 'mondeling,' lln. doen na 'demonstration'.
Lln. reageren fysiek op de leerkracht.
Vanaf les 1 begrijpen lln. de docent.
Van 'Simon Says' tot storytelling.
'Fun and safe' (attitudetheorie).
HC 1, Engels is het basisonderwijs
Vreemde taal verplicht in de EU voor kinderen vanaf 10 jaar
Sinds 1986
In Nederland: Engels
'Wet op het basisonderwijs:' 80 a 100 klokuren in totaal in groep 7 en 8, dus ongeveer 1 uur
per week.
Kinderen leren optimaal een vreemde taal omdat ze:
Makkelijker imiteren
Minder geremd zijn, meer durven
'Native speaker' uitspraak jonge kinderen bij voldoende 'exposure'
Taal verwerven versus taal leren
Taal verwerven: twee (of meer talen) worden enigszins gebalanceerd aangeboden.
Bijvoorbeeld:
Zwitserse moeder - Nederlandse vader
School in Nijmegen met 40-50% Engels vanaf groep 1
Taal leren: sprake van intentioneel leren.
Bijvoorbeeld:
Eén uur VVTO Engels in groep 3
Engels in 4 havo
Simultane taalverwerving 1
Van 0 tot ongeveer 7 jaar
'Overlappende corticale activiteit'
Spontaan ontwikkelingsproces
Simultane taalverwerving 2
Wet van Grammont:
Indien elke ouder consequent zijn of haar eigen taal spreekt tot het kind zijn er geen
problemen.
Duidelijke situatie
Duidelijk tijdstip
Successieve taalverwerving 1
Vanaf 8 jaar
Denk- en vertaal proces
'Geen overlappende corticale activiteit' (twee taalsystemen werken naast elkaar).
Moedertaal wordt als referentiekader gebruikt: niveau van de moedertaal zeer belangrijk
voor het leren van andere talen.
Successieve taalverwerving 2
Intentioneel leren: bewust leren van een taal in een onderwijssituatie.
Bijvoorbeeld: Engels in groep 7
Incidenteel leren: spelenderwijs, wat 'toevallig' geleerd wordt.
, Bijvoorbeeld: Engelse woorden van een speelmaatje op de camping in het buitenland tijdens de
vakantie.
Attitudetheorie
‘Low anxiety situations’ essentieel voor het leren van een vreemde/tweede taal.
Stimuleren van een positieve houding.
Veilige sfeer en individueel vertrouwen.
In de Kerndoelen Engels voor het basisonderwijs wordt gerefereerd aan de attitudetheorie
Didactische methoden (intentioneel leren)
1. Grammatica- vertaal methode.
Oudste methode
Met name gericht op grammatica, structuur/ regels van de taal
Nadruk op correctheid
2. Audio- linguale methode.
Reactie op grammatica- vertaal methode.
Geen 'code switching', maar ééntalig: alles in het Engels.
Eindeloze herhaling, 'drills'.
Veel input, veel hardop nazeggen, weinig ruimte voor eigen inbreng.
Nadruk op correctheid.
3. Total Immersion.
Natuurlijke manier van taal leren.
Alle (of een gedeelte van de) vakken in het Engels.
Het taalaanbod is ruim en gevarieerd waardoor de leerlingen vanzelf de regels van
de taal leren toepassen.
Onderdompeling.
4. CLIL (Content and Language Integrated Learning).
Leren van vreemde taal geïntegreerd in leren van vakinhoud.
'Taakgericht vakonderwijs'.
VVTO/ TPO- scholen en TTO- scholen (middelbaar onderwijs).
Raakvlakken met Total Immersion; bij CLIL neemt leraar bewuster de
verantwoordelijkheid voor het taalleerproces.
Simultane opbouw van taalvaardigheid en vakspecifieke inzichten en vaardigheden.
5. Total Physical Response (TPR).
TPR bootst na hoe een kind zijn/haar moedertaal leert (baby reageert eerst fysiek,
daarna verbaal).
Ouders = leerkracht, baby/ kind = leerlingen in het klaslokaal.
Leerkracht doet voor, 'mondeling,' lln. doen na 'demonstration'.
Lln. reageren fysiek op de leerkracht.
Vanaf les 1 begrijpen lln. de docent.
Van 'Simon Says' tot storytelling.
'Fun and safe' (attitudetheorie).