Sociaal werk in een internationaal
perspectief
Jamila Tirssi
Maatschappelijk werk
BASW in AO
Vives Hogeschool
Academiejaar 2024-2025
Docent Wendy Derynck
,Inhoudsopgave
1 Positionaliteit en intersectionaliteit..........................................................3
1.1 Persoonlijke reflectie op mijn positionaliteit........................................3
1.2 Toepassing van Intersectionaliteit in Sociaal Werk..............................5
2 Social work in an global context: reflectie, analyse & praktijk..................7
2.1 Samenvatting & analyse van de tekst................................................7
2.2 Documentaire- of filmreflectie............................................................9
2.3 Bijwonen van een workshop of lezing en koppeling aan de
thematekst..............................................................................................13
2.4 Lokale context en reflectie................................................................16
2.5 Individuele eindreflectie....................................................................20
3 Bijlagen...................................................................................................22
Gekozen artikels.........................................................................................22
Risico op armoede of sociale uitsluiting.....................................................22
Meer dan 2,1 miljoen Belgen lopen het risico op armoede of sociale
uitsluiting...................................................................................................23
Gewestelijke en provinciale verschillen..................................................23
Innovatieve praktijk met veel doelen......................................................25
Armoede in Vlaanderen daalt niet: 520.000 Vlamingen leven onder
armoededrempel........................................................................................30
4 Armoedekloof wel gedaald...................................................................32
5 Twaalf beleidsvoorstellen.....................................................................32
Voedselongelijkheid...................................................................................33
Wat is voedselongelijkheid?.................................................................33
Hoe ontstaat voedselongelijkheid?......................................................34
Waarom werken aan voedselongelijkheid?..........................................34
Hoe voedselongelijkheid bestrijden?...................................................35
Jamila Tirssi Sociaal werk in een internationaal perspectief 2
,1 Positionaliteit en intersectionaliteit
1.1 Persoonlijke reflectie op mijn positionaliteit
Center for Teaching, Learning & Mentoring (23 augustus 2024). Wheel of
Privilege and Power. University KnowledgeBase.
https://kb.wisc.edu/instructional-resources/119380
Lafayette College. (15 oktober 2015). Kimberlé Crenshaw discusses
“Intersectional feminism” [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?
v=ROwquxC_Gxc
Kate Andersen. (18 mei 2017). Kimberlé Crenshaw at Ted + Animation [Video].
YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=JRci2V8PxW4
Ik ben een vrouw en moslima, afkomstig uit een gezin met een lage
sociaaleconomische status, en ik heb een Marokkaanse migratieachtergrond van
de derde generatie. Mijn ouders kwamen in de jaren ’60 naar België om te
werken. Ze waren laaggeschoold en hadden geen diploma’s. Mijn vader werkte
als fabrieksarbeider en mijn moeder was huisvrouw.
Mijn identiteitskenmerken hebben mijn positie in de maatschappij continue
beïnvloed van kleins af aan. Op school was er weinig tot geen ondersteuning voor
kinderen met een migratieachtergrond. Als ik de leerstof niet begreep, werd daar
niet op ingegaan; de leerkracht ging gewoon verder met de les. Ondertussen
kregen klasgenoten uit meer welgestelde gezinnen wel de nodige steun wanneer
Jamila Tirssi Sociaal werk in een internationaal perspectief 3
, zij iets niet begrepen. Tijdens mijn laatste jaar van het secundair onderwijs kreeg
ik te horen dat hoger onderwijs waarschijnlijk moeilijk zou zijn voor mij, vooral
vanwege mijn taalachtergrond. Men ging er toen al vanuit dat het mij niet zou
lukken.
Dus besloot ik te werken, maar in mijn zoektocht naar werk ondervond ik dat mijn
identiteit voor extra drempels zorgde. Het dragen van een hoofddoek maakte het
moeilijker om aangenomen te worden, zelfs wanneer ik over dezelfde diploma’s
beschikte als mijn klasgenoten. Terwijl zij vlot een baan vonden, kreeg ik vaak
afwijzingen zonder uitleg of helemaal geen antwoord. Uiteindelijk vond ik werk in
een fabriek als arbeidster, maar dat werk was zwaar en ongezond. Dit
motiveerde mij om mijn studie voort te zetten en een opleiding tot
kindbegeleider te volgen. Ik werd ook tijdens het solliciteren in deze sector met
discriminatie geconfronteerd, wat ik als een vorm van onderdrukking heb
ervaren. Mijn contracten werden telkens maar voor korte periodes verlengd,
terwijl anderen met dezelfde functie meteen een vast contract kregen. Hierdoor
voelde ik me constant genoodzaakt om mezelf opnieuw te bewijzen. Toch liet ik
me niet ontmoedigen en bleef ik volhouden tot ik uiteindelijk toch een vast
contract kreeg.
Hoewel ik tijdens mijn jeugd geen privileges heb gekend, merk ik dat mijn
achtergrond nu juist een voordeel biedt in mijn werk. Mijn positionaliteit zal zeker
mijn perspectief als sociaal werker beïnvloeden. Dankzij mijn kennis van zowel de
Belgische als de Marokkaanse cultuur kan ik beter inspelen op de behoeften van
ouders en kinderen met een migratieachtergrond. Ik fungeer vaak als brug tussen
hen en mijn collega’s. Interessant genoeg ervaar ik in mijn moederland respect
omdat ik uit België kom, een ontwikkeld land, terwijl ik hier juist telkens opnieuw
moet bewijzen dat ik het waard ben om gerespecteerd te worden. Dankzij mijn
opleiding aan Vives Hogeschool en mijn ervaring op de werkvloer heb ik zowel
theoretische kennis als praktische inzichten opgedaan, waardoor ik in staat ben
om problemen vanuit verschillende invalshoeken te bekijken.
In de praktijk merk ik dat ouders met een migratieachtergrond, bijvoorbeeld
Marokkaanse ouders, mij sneller vertrouwen en openstaan voor mijn begeleiding.
Ik benader de cliënten op het werk door te luisteren en door het vertrouwen op te
bouwen. Dit vertrouwen vormt een belangrijke basis voor mij, om hen goed te
ondersteunen. Tegelijkertijd blijft het steeds opnieuw een uitdaging om
vertrouwen te winnen, vooral bij nieuwe ouders en collega’s. Toch zie ik mijn
identiteit, achtergrond en ervaringen niet alleen als uitdagingen, maar vooral als
sterke troeven in mijn huidige werk en mijn toekomstige loopbaan als sociaal
werker. Door mijn persoonlijke achtergrond weet ik hoe het voelt om obstakels te
overwinnen. Dit motiveert mij om anderen te helpen en te ondersteunen. Bij het
nemen van beslissingen en het bieden van ondersteuning hou ik altijd rekening
met culturele verschillen en de unieke behoeften van ieder individu.
Jamila Tirssi Sociaal werk in een internationaal perspectief 4
perspectief
Jamila Tirssi
Maatschappelijk werk
BASW in AO
Vives Hogeschool
Academiejaar 2024-2025
Docent Wendy Derynck
,Inhoudsopgave
1 Positionaliteit en intersectionaliteit..........................................................3
1.1 Persoonlijke reflectie op mijn positionaliteit........................................3
1.2 Toepassing van Intersectionaliteit in Sociaal Werk..............................5
2 Social work in an global context: reflectie, analyse & praktijk..................7
2.1 Samenvatting & analyse van de tekst................................................7
2.2 Documentaire- of filmreflectie............................................................9
2.3 Bijwonen van een workshop of lezing en koppeling aan de
thematekst..............................................................................................13
2.4 Lokale context en reflectie................................................................16
2.5 Individuele eindreflectie....................................................................20
3 Bijlagen...................................................................................................22
Gekozen artikels.........................................................................................22
Risico op armoede of sociale uitsluiting.....................................................22
Meer dan 2,1 miljoen Belgen lopen het risico op armoede of sociale
uitsluiting...................................................................................................23
Gewestelijke en provinciale verschillen..................................................23
Innovatieve praktijk met veel doelen......................................................25
Armoede in Vlaanderen daalt niet: 520.000 Vlamingen leven onder
armoededrempel........................................................................................30
4 Armoedekloof wel gedaald...................................................................32
5 Twaalf beleidsvoorstellen.....................................................................32
Voedselongelijkheid...................................................................................33
Wat is voedselongelijkheid?.................................................................33
Hoe ontstaat voedselongelijkheid?......................................................34
Waarom werken aan voedselongelijkheid?..........................................34
Hoe voedselongelijkheid bestrijden?...................................................35
Jamila Tirssi Sociaal werk in een internationaal perspectief 2
,1 Positionaliteit en intersectionaliteit
1.1 Persoonlijke reflectie op mijn positionaliteit
Center for Teaching, Learning & Mentoring (23 augustus 2024). Wheel of
Privilege and Power. University KnowledgeBase.
https://kb.wisc.edu/instructional-resources/119380
Lafayette College. (15 oktober 2015). Kimberlé Crenshaw discusses
“Intersectional feminism” [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?
v=ROwquxC_Gxc
Kate Andersen. (18 mei 2017). Kimberlé Crenshaw at Ted + Animation [Video].
YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=JRci2V8PxW4
Ik ben een vrouw en moslima, afkomstig uit een gezin met een lage
sociaaleconomische status, en ik heb een Marokkaanse migratieachtergrond van
de derde generatie. Mijn ouders kwamen in de jaren ’60 naar België om te
werken. Ze waren laaggeschoold en hadden geen diploma’s. Mijn vader werkte
als fabrieksarbeider en mijn moeder was huisvrouw.
Mijn identiteitskenmerken hebben mijn positie in de maatschappij continue
beïnvloed van kleins af aan. Op school was er weinig tot geen ondersteuning voor
kinderen met een migratieachtergrond. Als ik de leerstof niet begreep, werd daar
niet op ingegaan; de leerkracht ging gewoon verder met de les. Ondertussen
kregen klasgenoten uit meer welgestelde gezinnen wel de nodige steun wanneer
Jamila Tirssi Sociaal werk in een internationaal perspectief 3
, zij iets niet begrepen. Tijdens mijn laatste jaar van het secundair onderwijs kreeg
ik te horen dat hoger onderwijs waarschijnlijk moeilijk zou zijn voor mij, vooral
vanwege mijn taalachtergrond. Men ging er toen al vanuit dat het mij niet zou
lukken.
Dus besloot ik te werken, maar in mijn zoektocht naar werk ondervond ik dat mijn
identiteit voor extra drempels zorgde. Het dragen van een hoofddoek maakte het
moeilijker om aangenomen te worden, zelfs wanneer ik over dezelfde diploma’s
beschikte als mijn klasgenoten. Terwijl zij vlot een baan vonden, kreeg ik vaak
afwijzingen zonder uitleg of helemaal geen antwoord. Uiteindelijk vond ik werk in
een fabriek als arbeidster, maar dat werk was zwaar en ongezond. Dit
motiveerde mij om mijn studie voort te zetten en een opleiding tot
kindbegeleider te volgen. Ik werd ook tijdens het solliciteren in deze sector met
discriminatie geconfronteerd, wat ik als een vorm van onderdrukking heb
ervaren. Mijn contracten werden telkens maar voor korte periodes verlengd,
terwijl anderen met dezelfde functie meteen een vast contract kregen. Hierdoor
voelde ik me constant genoodzaakt om mezelf opnieuw te bewijzen. Toch liet ik
me niet ontmoedigen en bleef ik volhouden tot ik uiteindelijk toch een vast
contract kreeg.
Hoewel ik tijdens mijn jeugd geen privileges heb gekend, merk ik dat mijn
achtergrond nu juist een voordeel biedt in mijn werk. Mijn positionaliteit zal zeker
mijn perspectief als sociaal werker beïnvloeden. Dankzij mijn kennis van zowel de
Belgische als de Marokkaanse cultuur kan ik beter inspelen op de behoeften van
ouders en kinderen met een migratieachtergrond. Ik fungeer vaak als brug tussen
hen en mijn collega’s. Interessant genoeg ervaar ik in mijn moederland respect
omdat ik uit België kom, een ontwikkeld land, terwijl ik hier juist telkens opnieuw
moet bewijzen dat ik het waard ben om gerespecteerd te worden. Dankzij mijn
opleiding aan Vives Hogeschool en mijn ervaring op de werkvloer heb ik zowel
theoretische kennis als praktische inzichten opgedaan, waardoor ik in staat ben
om problemen vanuit verschillende invalshoeken te bekijken.
In de praktijk merk ik dat ouders met een migratieachtergrond, bijvoorbeeld
Marokkaanse ouders, mij sneller vertrouwen en openstaan voor mijn begeleiding.
Ik benader de cliënten op het werk door te luisteren en door het vertrouwen op te
bouwen. Dit vertrouwen vormt een belangrijke basis voor mij, om hen goed te
ondersteunen. Tegelijkertijd blijft het steeds opnieuw een uitdaging om
vertrouwen te winnen, vooral bij nieuwe ouders en collega’s. Toch zie ik mijn
identiteit, achtergrond en ervaringen niet alleen als uitdagingen, maar vooral als
sterke troeven in mijn huidige werk en mijn toekomstige loopbaan als sociaal
werker. Door mijn persoonlijke achtergrond weet ik hoe het voelt om obstakels te
overwinnen. Dit motiveert mij om anderen te helpen en te ondersteunen. Bij het
nemen van beslissingen en het bieden van ondersteuning hou ik altijd rekening
met culturele verschillen en de unieke behoeften van ieder individu.
Jamila Tirssi Sociaal werk in een internationaal perspectief 4