NEDERLANDS B
MODULE 1: JE EIGEN SCHRIJFVAARDIGHEID AANSCHERPEN
//
MODULE 2: DIFFERENTIATIE BIJ SCHRIJFONDERWIJS
Syllabus:
2. HOE DIFFERENTIEER JE BIJ SCHRIJFONDERWIJS?
2.1 samenwerkend schrijven
Onderzoek -> peer-assisted schrijven werkt bevorderend en heeft positieve effecten op
de motivatie van leerlingen om te schrijven.
Van Norden : voordelen in “ het schrijven in tweetallen”
Goede manieren om hardop te leren denken en over teksten te praten
Beslist als leerkracht zelf of je de lln laat samenwerken in elke fase van het
schrijfproces of bv enkel bij het verzamelen van informatie en het reviseren van
een tekst
Bv:
- Groepsdiscussies ( lln brainstormen samen over een schrijfonderwerp, de
samenwerking vindt dus plaats tijdens de planningsfase)
- Peerfeedback (lln lezen elkaar teksten na en geven feedback, de samenwerking
vindt dus plaats tijdens de revisiefase)
- Peerrevisie ( lln herwerken elkaars teksten, de samenwerking vindt dus plaats
tijdens de revisiefase)
- Peertutoring ( een meer ervaren schrijver begeleidt een minder ervaren schrijver
tijdens het schrijfproces, dit kan tijdens elke fase van het schrijfproces of tijdens 1
specifieke fase)
De smedt: samenwerking kan face to face zijn of met behulp van een computer.
Onderzoek -> cruciale tips voor het werken met schrijfduo’s:
1. Er moet wederkerig vertrouwen zijn tussen de groepsleden.
2. Er moet gedeelde verantwoordelijkheid zijn
3. Het schrijfklimaat wordt gekenmerkt door een zekere mate van cognitief conflict
4. De samenwerking moet gestructureerd opdat leerlingen weten wat er van hen
verwacht wordt.
2.2 heterogeen of homogeen groeperen
1
,De belangrijkste regel: variatie , laat kinderen vaak wisselen van werkpartner, elke
samenwerking kan iets goeds en nieuws bijbrengen.
Heterogene groepen:
- Schrijfzwakke en sterke lln hebben hier beide baat bij
- Zwakke lln leren van de sterkere lln
- Sterke lln leren het uitleggen en voordoen.
Homogene groepen:
- Taalsterke lln vinden het een fijn om met andere sterke lln te werken
- Je kan de andere groepen heterogeen indelen
- Eventueel bij jou laten komen.
2.3 niveaudifferentiatie
Hoe bepaal je nu welk kind ondersteuning nodig heeft?
- Je kan de kinderen uit jouw groepn indelen op basis van gescherven teksten,
gecombineerd met wat je verder van hen weet en observaties
- Je legt hun teksten intuitief op 3 stapels: zwak, midden, sterk
- Let op alles wat je belangrijk vindt: inhoud, begrijpelijkheid, vorm, opbouw,
zinsbouw, spellling
- Nu heb je 3 groepen waarop je je begeleiding kunt aanpassen
- Deze staan niet voor altijd vast!! Doe dit na elke schrijfronde.
2.3.1 behoeften van leerlingen die moeite hebben met schrijven
Zwakke schrijvefs hebben instructie, opdrachten en leeractiviteiten nodig waarbij:
- De lkr hardop denkend voordoet
- De lkr veel ondersteuning biedt tijdens alle aspecten van het schrijfproces, zoals
Verzamelen van stof om over te schrijven
Hanteren van een opbouw
Construeren van zinnen
Bedenken van woorden die weergeven wat ze willen schrijven
Verzinnen van gebeurtenissen bij een verhalende tekst
Het kritisch nalezen en verbeteren an een eerste versie
Het schrijven van een eindversie die er netjes en overzichtelijk uitziet
2.3.2 ondersteuning van lln die moeite hebben met schrijven
Als je de beginsituatie, doelen, behoeften in kaart hebt gebracht kan je jouw differentiatie
aanpak bepalen.
Tijdens de oriëntatiefase:
- Zwakke schrijvers meer betrekken bij de orientatiefase van je schrijfles: zwakke
schrijvers kunnen soms wel goed vertellen over hun ervaring of iets waarbij ze
zich betrokken voelen.
- Concreet materiaal inzetten in de orientatiefase: een effectieve manier om ideen
op te doen en meer inhoudelijke betrokkenheid te creeren.
- De leerlingen een lijstje laten maken om hen te helpen kiezen uit een veelheid
aan onderwerpen: kinderen inventariseren voor zichzelf hun ervaringen op een
2
, lijstje, kiezen daar een van en vertellen hierover gedetailleerder aan hun
gesprekspartner voordat ze daadwerkelijk opschrijven.
- Inzettten op voldoende voorkennis en motiverende schrijftaken : als je kiest voor
schrijven rond een onderwerp of teksten die al aan bod kwamen in de les dan
beschikken de lln alvast over wat voorkennis.
Tijdens de instructiefase en of schrijffase
- Door middel van modeling en dialogic teaching samen een tekst schrijven.
Tijdens de schrijffase
Differentiatie is vooral nodig tijdens de schrijffase.
- Zwakke schrijvers ondersteunen bij het eerste mondeling verwoorden van hun
ervaring
- Zwakke schrijvers laten samenwerken met iets sterkere chrijvers in tweetallen.
- Bij zwakkere schrijvers herhaald verwijzen naar voorbeeldteksten. Zij hebben vaak
te weinig voorkennis van tekstcenres om goed tek unnen schrijven.
- Zwakke schrijvers sleutelzinnen- of woorden aanreiken.
- Individuele ondersteuning bieden
De tekst tot zover hij af is hardop nalezen
Schrijver nog eens laten vertellen wat hij bedoelt
Hierop door vragen
Schrijfopdracht nog een sherhalen
Samen hardop schrijven: alternatieve zinnen of zinsdelen formuleren
Suggesties doen voor aanvullingen.
Tijdens de revisiefase
- Modelen en aan dialogic teaching doen: voordoen en samen hardop denken hoe je
te werk gaat tijdens een tekstrivisie of tekstbespreking zodat lln dit later in 2tallen
kunnen.
- Teksten positief voorlezen: de leerkracht leest de tekst verstaanbaar en eventuele
fouten vermijdend voor, zodat de inhoud goed overkomt.
Gouden regels bij interactie over teksten:
Altijd:
- Een kind uitnodigen te vertellen over de ervaring waarover het wil schrijven
- Vragen stellen over wat je in de geschreven tekst niet duidelijk vindt of nog wilt
weten
- Vaak hardop lezen wat een kind geschreven heeft en daar samen hardop ove
rnadenken
- Als een kind iets vertelt, het die eigen woorden ( teruggeven) om op te cshrijven
- Eventueel zlef die eigen woorden erbij schrijven
- Positieve waardering uitspreken voor wt je mooi vindt of duidelijk vindt in een
tekst
Nooit:
- Zeggen wat fout of lelijk is
3
, - In een tekst van een kind schrijven of strepen, behalve met toestemming
- Zelf letterlijke suggesties geven voor verandering
- Praten over de vorm of fouten los van de inhoud van een tekst
2.2.3 hoe kan je NT2- leerders ondersteunen?
- De mate van ondersteuning zal afhangen van de behoeften van je lln
- Werken met heterogene schrijfduos, individuele ondersteuning, aanmoediging,
feedback -> kom je tegemoet aan een aantal noden tegemoet.
- Geef feedback op inhoud en in beperkte mate op de vorm.
- Verlengde instructie kan een zinvolle aanpak zijn: extra instructie en modeling
Diverse vormen van differentiatie:
- Overschrijven van een tekst
- Invullen van woorden in een teskt
- Overschrijven van gegevenz innen in de juiste volgorde
- Het gebruik maken van visusle ondersteuning
- Schrijven van een of meerdere zinnen bij afbeeldingen
- Het aanvullen van een tekst met gegeven startzinnen
- Schrijven aan de hand van hulpvragen die aangeven wat er in de tekst moet
komen.
2.3.4 behoeften van leerlingen die sterk zijn in schrijven
- Opdrachten waarbij ze gestimuleerd worden om langere en complexere teksten te
schrijven
- Opdrachten waarbij ze het schrijven van een informatieve tekst gestimuleerd
worden om meer bronnen
- Extra, vrije schrijfopdrachten bij onderwerpen uit zaakvakken.
- Extra uitdagingen voor het eidnproduct van sterke schrijvers:
Herschrijf voor een heel andere doelgroep
Bedenk een origineel begin en slot
Bedenk een plot met met spannende en onverwachte
gebeurtenissen
…
2.3 tempodifferentiatie
2.4 tempodifferentiatie
suggesties voor klaaractiviteiten als tempodifferentiatie:
- eigen werk herschrijven
- feedback geven op medeleerling
- tekset illustreren
- nadenken over vormen van publicatie
- verhaal in een storyboard gieten
- koppelen ana andere vaardigheden
volop taal
1. WAT IS LEZEN?
4
MODULE 1: JE EIGEN SCHRIJFVAARDIGHEID AANSCHERPEN
//
MODULE 2: DIFFERENTIATIE BIJ SCHRIJFONDERWIJS
Syllabus:
2. HOE DIFFERENTIEER JE BIJ SCHRIJFONDERWIJS?
2.1 samenwerkend schrijven
Onderzoek -> peer-assisted schrijven werkt bevorderend en heeft positieve effecten op
de motivatie van leerlingen om te schrijven.
Van Norden : voordelen in “ het schrijven in tweetallen”
Goede manieren om hardop te leren denken en over teksten te praten
Beslist als leerkracht zelf of je de lln laat samenwerken in elke fase van het
schrijfproces of bv enkel bij het verzamelen van informatie en het reviseren van
een tekst
Bv:
- Groepsdiscussies ( lln brainstormen samen over een schrijfonderwerp, de
samenwerking vindt dus plaats tijdens de planningsfase)
- Peerfeedback (lln lezen elkaar teksten na en geven feedback, de samenwerking
vindt dus plaats tijdens de revisiefase)
- Peerrevisie ( lln herwerken elkaars teksten, de samenwerking vindt dus plaats
tijdens de revisiefase)
- Peertutoring ( een meer ervaren schrijver begeleidt een minder ervaren schrijver
tijdens het schrijfproces, dit kan tijdens elke fase van het schrijfproces of tijdens 1
specifieke fase)
De smedt: samenwerking kan face to face zijn of met behulp van een computer.
Onderzoek -> cruciale tips voor het werken met schrijfduo’s:
1. Er moet wederkerig vertrouwen zijn tussen de groepsleden.
2. Er moet gedeelde verantwoordelijkheid zijn
3. Het schrijfklimaat wordt gekenmerkt door een zekere mate van cognitief conflict
4. De samenwerking moet gestructureerd opdat leerlingen weten wat er van hen
verwacht wordt.
2.2 heterogeen of homogeen groeperen
1
,De belangrijkste regel: variatie , laat kinderen vaak wisselen van werkpartner, elke
samenwerking kan iets goeds en nieuws bijbrengen.
Heterogene groepen:
- Schrijfzwakke en sterke lln hebben hier beide baat bij
- Zwakke lln leren van de sterkere lln
- Sterke lln leren het uitleggen en voordoen.
Homogene groepen:
- Taalsterke lln vinden het een fijn om met andere sterke lln te werken
- Je kan de andere groepen heterogeen indelen
- Eventueel bij jou laten komen.
2.3 niveaudifferentiatie
Hoe bepaal je nu welk kind ondersteuning nodig heeft?
- Je kan de kinderen uit jouw groepn indelen op basis van gescherven teksten,
gecombineerd met wat je verder van hen weet en observaties
- Je legt hun teksten intuitief op 3 stapels: zwak, midden, sterk
- Let op alles wat je belangrijk vindt: inhoud, begrijpelijkheid, vorm, opbouw,
zinsbouw, spellling
- Nu heb je 3 groepen waarop je je begeleiding kunt aanpassen
- Deze staan niet voor altijd vast!! Doe dit na elke schrijfronde.
2.3.1 behoeften van leerlingen die moeite hebben met schrijven
Zwakke schrijvefs hebben instructie, opdrachten en leeractiviteiten nodig waarbij:
- De lkr hardop denkend voordoet
- De lkr veel ondersteuning biedt tijdens alle aspecten van het schrijfproces, zoals
Verzamelen van stof om over te schrijven
Hanteren van een opbouw
Construeren van zinnen
Bedenken van woorden die weergeven wat ze willen schrijven
Verzinnen van gebeurtenissen bij een verhalende tekst
Het kritisch nalezen en verbeteren an een eerste versie
Het schrijven van een eindversie die er netjes en overzichtelijk uitziet
2.3.2 ondersteuning van lln die moeite hebben met schrijven
Als je de beginsituatie, doelen, behoeften in kaart hebt gebracht kan je jouw differentiatie
aanpak bepalen.
Tijdens de oriëntatiefase:
- Zwakke schrijvers meer betrekken bij de orientatiefase van je schrijfles: zwakke
schrijvers kunnen soms wel goed vertellen over hun ervaring of iets waarbij ze
zich betrokken voelen.
- Concreet materiaal inzetten in de orientatiefase: een effectieve manier om ideen
op te doen en meer inhoudelijke betrokkenheid te creeren.
- De leerlingen een lijstje laten maken om hen te helpen kiezen uit een veelheid
aan onderwerpen: kinderen inventariseren voor zichzelf hun ervaringen op een
2
, lijstje, kiezen daar een van en vertellen hierover gedetailleerder aan hun
gesprekspartner voordat ze daadwerkelijk opschrijven.
- Inzettten op voldoende voorkennis en motiverende schrijftaken : als je kiest voor
schrijven rond een onderwerp of teksten die al aan bod kwamen in de les dan
beschikken de lln alvast over wat voorkennis.
Tijdens de instructiefase en of schrijffase
- Door middel van modeling en dialogic teaching samen een tekst schrijven.
Tijdens de schrijffase
Differentiatie is vooral nodig tijdens de schrijffase.
- Zwakke schrijvers ondersteunen bij het eerste mondeling verwoorden van hun
ervaring
- Zwakke schrijvers laten samenwerken met iets sterkere chrijvers in tweetallen.
- Bij zwakkere schrijvers herhaald verwijzen naar voorbeeldteksten. Zij hebben vaak
te weinig voorkennis van tekstcenres om goed tek unnen schrijven.
- Zwakke schrijvers sleutelzinnen- of woorden aanreiken.
- Individuele ondersteuning bieden
De tekst tot zover hij af is hardop nalezen
Schrijver nog eens laten vertellen wat hij bedoelt
Hierop door vragen
Schrijfopdracht nog een sherhalen
Samen hardop schrijven: alternatieve zinnen of zinsdelen formuleren
Suggesties doen voor aanvullingen.
Tijdens de revisiefase
- Modelen en aan dialogic teaching doen: voordoen en samen hardop denken hoe je
te werk gaat tijdens een tekstrivisie of tekstbespreking zodat lln dit later in 2tallen
kunnen.
- Teksten positief voorlezen: de leerkracht leest de tekst verstaanbaar en eventuele
fouten vermijdend voor, zodat de inhoud goed overkomt.
Gouden regels bij interactie over teksten:
Altijd:
- Een kind uitnodigen te vertellen over de ervaring waarover het wil schrijven
- Vragen stellen over wat je in de geschreven tekst niet duidelijk vindt of nog wilt
weten
- Vaak hardop lezen wat een kind geschreven heeft en daar samen hardop ove
rnadenken
- Als een kind iets vertelt, het die eigen woorden ( teruggeven) om op te cshrijven
- Eventueel zlef die eigen woorden erbij schrijven
- Positieve waardering uitspreken voor wt je mooi vindt of duidelijk vindt in een
tekst
Nooit:
- Zeggen wat fout of lelijk is
3
, - In een tekst van een kind schrijven of strepen, behalve met toestemming
- Zelf letterlijke suggesties geven voor verandering
- Praten over de vorm of fouten los van de inhoud van een tekst
2.2.3 hoe kan je NT2- leerders ondersteunen?
- De mate van ondersteuning zal afhangen van de behoeften van je lln
- Werken met heterogene schrijfduos, individuele ondersteuning, aanmoediging,
feedback -> kom je tegemoet aan een aantal noden tegemoet.
- Geef feedback op inhoud en in beperkte mate op de vorm.
- Verlengde instructie kan een zinvolle aanpak zijn: extra instructie en modeling
Diverse vormen van differentiatie:
- Overschrijven van een tekst
- Invullen van woorden in een teskt
- Overschrijven van gegevenz innen in de juiste volgorde
- Het gebruik maken van visusle ondersteuning
- Schrijven van een of meerdere zinnen bij afbeeldingen
- Het aanvullen van een tekst met gegeven startzinnen
- Schrijven aan de hand van hulpvragen die aangeven wat er in de tekst moet
komen.
2.3.4 behoeften van leerlingen die sterk zijn in schrijven
- Opdrachten waarbij ze gestimuleerd worden om langere en complexere teksten te
schrijven
- Opdrachten waarbij ze het schrijven van een informatieve tekst gestimuleerd
worden om meer bronnen
- Extra, vrije schrijfopdrachten bij onderwerpen uit zaakvakken.
- Extra uitdagingen voor het eidnproduct van sterke schrijvers:
Herschrijf voor een heel andere doelgroep
Bedenk een origineel begin en slot
Bedenk een plot met met spannende en onverwachte
gebeurtenissen
…
2.3 tempodifferentiatie
2.4 tempodifferentiatie
suggesties voor klaaractiviteiten als tempodifferentiatie:
- eigen werk herschrijven
- feedback geven op medeleerling
- tekset illustreren
- nadenken over vormen van publicatie
- verhaal in een storyboard gieten
- koppelen ana andere vaardigheden
volop taal
1. WAT IS LEZEN?
4