📈
Thema 1 level 1
Immateriële vaste activa: niet tastbaar, dit zijn bijvoorbeeld licenties, merken,
knowhow, rechten, software programma’s, ontwikkelingen websites …
Materiële vaste activa: zijn tastbaar, je kan ze aanraken of pakken. Bijvoorbeeld
macines, vrachtwagens, inrichting …
De aankopen van goederen kun je onderverdelen in:
Handelsgoederen: alle goederen die een onderneming aankoopt om te
verkopen. Dat zijn dus de producten die je in het assortiment vindt.
Diensten en diversen: de goederen en diensten die een onderneming
regelmatig aankoopt om de onderneming draaidende te houden zoals gas,
huur, kantoorbenodigdheden …
Investeringsgoederen: goederen die een onderneming aankoopt om meer
dan een jaar te gebruiken. Als de aankoopt betrekking heeft op
kantoormateriaal, klein gereedschap of klein materiaal spreek je pas van
een investering vanaf 1 000,00 euro exclusief btw.
Handelskorting: korting met doel om meer te verkopen. Je staat ze bijvoorbeeld
toe aan trouwe klanten of bij grote hoeveelheden.
Brutobedrag: het bedrag voor er kortingen afgetrokken worden.
Financiele kortingen: deze korting dient om snelle betalingen aan te moedigen
Transportkosten: dit reken je aan om de goederen bij de klant te laten leveren.
Dit btw bereken je aan het laagste btw-tarief dat op de factuur van toepassing
is.
Verloren verpakking: deze verpakking kan niet terug gestuurd worden en wordt
aangerekend aan de klant. Dit btw bereken je aan het laagste btw-tarief dat op
de factuur van toepassing is.
Thema 1 level 1 1
Thema 1 level 1
Immateriële vaste activa: niet tastbaar, dit zijn bijvoorbeeld licenties, merken,
knowhow, rechten, software programma’s, ontwikkelingen websites …
Materiële vaste activa: zijn tastbaar, je kan ze aanraken of pakken. Bijvoorbeeld
macines, vrachtwagens, inrichting …
De aankopen van goederen kun je onderverdelen in:
Handelsgoederen: alle goederen die een onderneming aankoopt om te
verkopen. Dat zijn dus de producten die je in het assortiment vindt.
Diensten en diversen: de goederen en diensten die een onderneming
regelmatig aankoopt om de onderneming draaidende te houden zoals gas,
huur, kantoorbenodigdheden …
Investeringsgoederen: goederen die een onderneming aankoopt om meer
dan een jaar te gebruiken. Als de aankoopt betrekking heeft op
kantoormateriaal, klein gereedschap of klein materiaal spreek je pas van
een investering vanaf 1 000,00 euro exclusief btw.
Handelskorting: korting met doel om meer te verkopen. Je staat ze bijvoorbeeld
toe aan trouwe klanten of bij grote hoeveelheden.
Brutobedrag: het bedrag voor er kortingen afgetrokken worden.
Financiele kortingen: deze korting dient om snelle betalingen aan te moedigen
Transportkosten: dit reken je aan om de goederen bij de klant te laten leveren.
Dit btw bereken je aan het laagste btw-tarief dat op de factuur van toepassing
is.
Verloren verpakking: deze verpakking kan niet terug gestuurd worden en wordt
aangerekend aan de klant. Dit btw bereken je aan het laagste btw-tarief dat op
de factuur van toepassing is.
Thema 1 level 1 1