- Verschillende aandoeningen
Centraal
o Hersenen: CP, TBI, Dravet
o Ruggenmerg: spina bifida, spastische hereditaire paraparese
Perifeer
o Zenuwen: SMA, CMT, SNHL, plexus brachialis paralyse
o Neuromusculaire junctie: myasthenia gravis
o Spieren: musculaire dystrofie
- Incidentie: aantal nieuwe gevallen per jaar
Prevalentie: geschatte populatie die de stoornis heeft, afhankelijk van de tijd
- Symptomen en klinische manifestatie: primaire, secundaire en tertiaire symptomen
- Tekenen: klinisch identificeerbare indicatoren voor een ziekte
Symptomen: subjectieve effecten van een ziekte
- Evaluatie
Beperkingen: ROM, spasticiteit, kracht, sensibiliteit, selectiviteit, balans
Limitaties: motorische mijlpalen, grof motorische functies, ganganalyse
Restricties: leeftijdsspecifieke evaluatie
CEREBRALE PARESE
DEFINITIE
- Een groep van permanente bewegings- en postuurstoornissen veroorzaakt door een defect
of laesie in het brein, begint in de vroege jaren (<2-3 jaar) en is niet progressief doorheen het
leven, gaat vaak gepaard met fouten in perceptie, cognitie, sensatie, communicatie, gedrag,
epilepsie en secundaire musculoskeletale problemen
INCIDENTIE
- 2-3/1000
- Vaker bij jongens: gevoeliger voor schade aan witte stof, geslachtshormonen beïnvloeden
hersenontwikkeling, verschillen in necrose en apoptose
PREVALENTIE
- Ongeveer 2,11/1000
ETIOLOGIE EN PATHOGENESE
- Vaak meer dan één oorzaak: infectie, genetisch, cerebrovasculair, hersentrauma, hypoxie,
asfyxiatie, onbekend…
congenitaal + verworven
- Risicofactoren: prematuur (<37 weken), laag geboortegewicht, meerling
uit zich meestal al prenataal, aard van schade afhankelijk van timing tijdens zwangerschap
- Opstarten beweging: wisselwerking tussen basale ganglia, primaire motorische cortex en
cerebellumUMNLMNneuromusculaire junctiespier
Prematuren (24-37 weken)
- Risicofactoren
Arteriële eindzone: arteriële groei is afhankelijk van gestatieleeftijd
onderontwikkelde vaten scheuren sneller, minder arteriële voorraad
Onderontwikkelde oligodendrocyten: gevoelig voor ischemische schade die
myelinisatie kan onderbreken
Onderontwikkelde regulatie van bloeddruk in de hersenen: ruptuur door hoge BD,
ischemie door lage BD
- Mechanismen
, Periventriculaire leukomalacie (PVL): arteriële ischemie van de witte stof door
verminderde perfusie
celnecrose, onderste ledematen bilateraal aangedaan
Intraventriculaire bloeding (IVH)
o Periventriculair hemmoragisch infarct
o Posthemmoragische hydrocephalus: bloed verstopt CSF wegen
unilateraal, hemiparese in arm en been
Cerebellaire blessure
Infectie: schade aan witte stof en inhibitie van myelinisatie
A-term
- Risicofactoren
Gevoeligheid van stroomgebieden (minste perfusie)
Functionele maturiteit: betere autoregulatie van bloeddruk
Gevoeligheid van ontwikkelende neuronen: constante nood aan zuurstof
- Mechanismen
Parasaggitale cerebrale laesie: door ischemie van stroomgebieden
bilateraal: proximaal en romp, tijdens zwangerschap
Basale ganglia-thalamische laesie
tijdens geboorte, geelzucht
Focale arterio-occlusieve laesie (CVA): door occlusie van een cerebrale arterie
hemiparese: arm en gezicht
KLINISCHE TYPES
SPASTISCHE CP
- Grootste deel van CP-patiënten
- Upper motor neuron laesie: spasticiteit, Babinski, clonus, hypertonie, geen atrofie,
hyperactieve reflexen, epileptische aanvallen, verminderde kracht en controle, sensorisch
deficiet
↔ lower motor neuron laesie: atrofie, verminderde reflexen, fasciculaties en fibrillaties,
slappe parese
- Spasticiteit: snelheidsafhankelijke toename in tonus door weerstand tegen passieve
beweging
minder inhiberende signalen door schade aan UMN
inhibitie van beweging, spiergroei, aanmaak van proteïne in spiercellen, verminderde
stretch van spieren, deformiteiten in spieren en gewrichten (secundair)
- Verschillende types
Unilaterale spastische CP (USCP): hemiplegie
Bilaterale spastische CP (BSCP): di-, tri- en quadriplegie
DYSKINETISCHE CP
- Moeilijkheid in controleren van beweging en coördinatie door schade aan basale ganglia
- Verschillende types
Athetose: onvrijwillige, hyperkinetische bewegingen gekarakteriseerd door writhing
movements (trage, onvrijwillige bewegingen) van distale spieren
Chorea: onvrijwillige, hyperkinetische bewegingen gekarakteriseerd door korte,
onregelmatige spiercontracties, vooral in rust
vooral bovenste ledematen, algemeen of focaal
Dystonie: onvrijwillige, hyperkinetische bewegingen gekarakteriseerd door
onregelmatige of aanhoudende onvrijwillige spiercontracties die resulteren in
abnormale posturen en repetitieve bewegingen
, agonist en antagonist contraheren samen
mengvormen: chorea-athetose of spastische dystonie
o Barry Albright dystonia scale, dyskinesia impairment scale (nieuwer)
ATACTISCHE CP
- Moeilijkheden met balans, dieptezicht, coördinatie, snelle bewegingen, wandelen… door
schade aan cerebellum
CLASSIFICATIE
- Ernst
Mild: bewegen zonder hulp, ADL is niet gelimiteerd
Matig: gebruik van braces en medicatie tijdens ADL
Ernstig: gebruik van rolstoel en veel moeilijkheden bij ADL
- GMFCS (gross motor function classification system)
I: wandelen zonder limitaties
II: wandelen met limitaties (lange afstanden, balans…), eventueel gebruik van
hulpmiddelen bij het leren wandelen en met wieltjes voor buitenshuis
III: wandelen met hulpmiddelen, in de hand voor binnen (krukken), rolstoel voor
buiten, zelfstandig zitten of met weinig externe steun, enige onafhankelijkheid in
transfers in stand
IV: zelfstandig gebruik van elektrische hulpmiddelen, rolstoel of walker, steun nodig
bij zitten
V: ernstige limitaties bij hoofd- en rompcontrole, nood aan assistentie, in een
manuele rolstoel of elektrische indien mogelijk
- FMS (functional mobility scale): hoe verplaatst het kind zich in het huis (5m), op school
(50m) en in het openbaar (500m)
1. Vooral gebruik van rolstoel, eventueel zelfstandig staan en stappen met hulp
2. Gebruik van een walker zonder hulp
3. Wandelen met krukken zonder hulp
4. Wandelen met stokken zonder hulp
5. Geen gebruik van hulpmiddelen bij gewoon wandelen, leuning gebruiken bij trappen
6. Geen gebruik van hulpmiddelen bij eender welke taak
- MACS (manual ability scale)
4-18 jaar
I: correct en succesvol gebruik van objecten
II: gebruik van objecten met mindere kwaliteit en snelheid
III: gebruik van objecten is moeilijk, hulp nodig
IV: enkel gebruik van makkelijke voorwerpen
V: geen gebruik van voorwerpen, gelimiteerde mogelijkheid om simpele actie actief
uit te voeren
- CFCS (communication function classification system)
gebaseerd op van FMCS en FMS
- EDACS (eating and drinking function classification system)
gebaseerd op FMCS en FMS
I: veilig en efficiënt eten en drinken
II: veilig eten en drinken met mindere efficiëntie
III: eten en drinken met minder veiligheid en efficiëntie
IV: eten en drinken met limitaties in veiligheid
V: onmogelijkheid tot veilig eten en drinken, eventueel sondevoeding
TEKENEN EN KLINISCHE SYMPTOMEN