100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Leeruitkomsten statistiek (B02_STA)

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
8
Subido en
23-04-2024
Escrito en
2019/2020

Alle leeruitkomsten die je moet weten en kunnen uitvoeren voor het tentame staan uitgewerkt hierin.

Institución
Grado









Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
23 de abril de 2024
Número de páginas
8
Escrito en
2019/2020
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

B02_STA

De student kan…



Hoofdstuk 1

§1.1 t/m §1.3

 de drie meest voorkomende vormen van bewijs beschrijven.
o Anekdotisch bewijs: Een anekdote is een klein verhaal over een interessante
gebeurtenis. Anekdotisch bewijs is bewijs dat is gebaseerd op een enkele
opmerkelijke gebeurtenis.
o Observationele studie: De onderzoeker verzamelt data elke keer op dezelfde manier
en kan op geen enkele wijze het onderzoek manipuleren. De onderzoeker bekijkt
alles als een waarnemer.
o Experiment: De onderzoeker zorgt voor de verandering tussen beide groepen. Hierbij
wordt vaak gebruikt gemaakt van een placebo.
 uitleggen wat het voordeel van het blind of dubbel blind uitvoeren van een experiment.
o Blind: Als patiënt niet weet wat hij/zij toegediend krijgt. Dubbel blind: als dokter ook
niet weet wat patiënt krijgt.
o Voordeel: Als de patiënt weet dat hij/zij het medicijn krijgt kan het invloed hebben
op de resultaten.
 uitleggen waarom in een experiment controlegroepen meegenomen worden.
o De onderzoeker kan de resultaten vergelijken met de controlegroep om te kijken of
het medicijn wel echt werkt.
 uitleggen wat een statistisch “sample” is.
o In de biologie is elk monster 1 sample. In de statistiek zijn alle monsters bij elkaar 1
sample.
 uitleggen wat de term “biased” betekent in statistische context.
o Een sample is biased als er elke keer dezelfde fout wordt gemaakt in een bepaald
gedeelte van het samplen.
 Op correcte wijze at random een sample kiezen uit een gegeven populatie van waarden.
Onderscheid maken tussen “sampling errors” en “nonsampling errors”.
o Simple random sampling: elk lid van de populatie heeft dezelfde kans om gekozen te
worden en de leden worden onafhankelijk van elkaar gekozen.
o Random cluster sample: een groep individuen horen bij groep#. Een ‘ID’ wordt niet
gegeven aan 1 individu maar een groep individuen.
o Stratified random sample: de groep wordt verdeeld in verschillende strata. Dat zijn
groepen met een dezelfde individuen en dan wordt de simple random sampling
toegepast.
o Sampling error: Een sample dat random gekozen is geeft de populatie vaak niet
weer.
o Nonsampling error: Een fout dat niet komt door de manier van samples nemen. Het
heeft niks te maken met hoe de populatie eruitziet. Het kan soms aan de
vraagstelling liggen.



Hoofdstuk 2

, §2.1 t/m §2.4, §2.6, §2.8 - §2.9

 onderscheid maken tussen categoriale en numerieke variabelen en tussen discrete en
continue variabelen.
o Categoriale variabelen: een variabele dat weergeeft in welke categorie een persoon
of ding in is. (bloedgroep, geslacht, kleur, lichaamsvorm)
o Numerieke variabelen: een variabele dat een hoeveelheid van iets weergeeft.
(leeftijd)
o Continue variabelen: numerieke variabele dat elk getal kan zijn, inclusief komma’s.
(gewicht, concentratie)
o Discrete variabelen: numerieke variabele waar we de waardes van kunnen
verwachten. (aantal bacteriekolonies op een petrischaaltje, lengte van een DNA
molecuul)
 data weergeven in de vorm van een staafdiagram, histogram en boxplot.




 een histogram interpreteren waarbij de termen “skewed tot the left/ right”, unimodaal,
bimodaal, exponentieel en symmetrisch gebruikt worden.
o Skewed to the right/left: als de modus niet in het midden ligt maar aan de zijkant. Als
de modus meer aan de linkerkant ligt, is een histogram skewed to the left.
o Unimodaal: als een histogram 1 modaal
o Bimodaal: als een histogram 2 modi heeft.
 De mediaan, het rekenkundig gemiddelde, de range en de standaarddeviatie van een dataset
bepalen.
o Mediaan: de waarde dat het dichtst bij met midden ligt. Om de mediaan te bepalen
zet je alle waarden van klein naar groot. Dan pak je het getal dat in het midden ligt.
Als dat er twee zijn, bepaal je het gemiddelde van beide getallen.
n

o Rekenkundig gemiddelde:
∑ yi . yi zijn de waarden in het sample. n geeft aan
i=1
y=
n
uit hoeveel waardes het sample bestaat.
o Modaal: meest voorkomende waarde in een sample.
o Deviatie: het verschil tussen een waarde en het rekenkundig gemiddelde. yi− y
$5.79
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
elisereadsbigbookselise

Conoce al vendedor

Seller avatar
elisereadsbigbookselise -
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
2
Miembro desde
1 año
Número de seguidores
0
Documentos
16
Última venta
11 meses hace

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes