HOOFDSTUK 3: Proteïnen
1. INLEIDING
- Glomerulair membraan -> GF van proteïnen i.f.v :
o grootte (vorm kan ook rol spelen)
o lading: anionen minder gefiltreerd Bepaalt mate GF
o [ ] in bloed
- Daarna: proteïnen TR en daar eventueel afgebroken
- Normaal in urine: < hoeveelheden eiwit: 50 tot 80 mg/24 U
- Gewenste voorstel:
o tot prot < 150 mg/24 U : nog N
o tot prot >150 mg/24 U -> eventueel elektroforese
BIJ VRAAG VAN ARTS OPSPOREN PROTEÏNURIE: EERST DIPSTICK
Indien negatief: totaal proteïnen (TP) < DL = LOD (vb. < 200 mg/l)
- Dipstick vooral gevoelig voor albumine, veel minder voor andere proteïnen
- Eiwit op dipstick firma Roche:
0=-; 0,25 = + ; 0,75 = + ; 1,5 = +
Wat valt op?
- Theoretisch:
o TP < 150 mg/24 U : nog N
o TP >150 mg/24 U -> eventueel elektroforese
- Praktijk:
o DL = 250 mg/l
[150-250] = abnormale waarde toch – op dipstick (ligt onder DL)
o Eiwit op dipstick firma Roche: 0 = - ; 0,25 g/l = +
NORMALE URINAIRE PROTEÏNEN
Albumine (N < 30 mg/24h)
- GF?
o Mr + 65 000 (65 kD)
o [albuminemie] N hoog dus → beetje GF
- Resultante: < deel in urine (N niet detecteerbaar met stick)
Laag Mr proteïnen (β2-microglobuline, α1-microglobuline, cystatine C)
- GF?
o Mr < 65 kD: gemakkelijker GF en daarvan meeste TR en afgebroken
- Resultante: < deel in urine (N niet detecteerbaar met stick)
Mucoproteïnen, afgescheiden door nieren of urinewegen dus in urine (N niet
detecteerbaar met stick)
- GF? NVT
, 2. KLINISCHE BETEKENIS
PROTEÏNURIE IN FUNCTIE VAN HET NIVEAU
Niveau proteïnurie
- Bepaalt type proteïnen in urine (opsporen met elektroforese)
- Defecten op verschillende niveaus mogelijk:
o Renaal
Glomerulaire proteïnurie
Tubulaire proteïnurie
Verhoogde hoeveelheden eiwit in urine
o Pre-renaal (overflow)
[kleine eiwitten] stijgt in bloed; eiwitten w gefiltreerd en komen in
urine
Overbelasting proteïnurie
o Post-renaal
Verhoogde [mucoproteïnen] door nierstenen of tumor
Graad proteïnurie: [proteïnen] in urine
GLOMERULAIRE PROTEÏNURIE GP (RENAAL)
- Door ↗ glomerulaire permeabiliteit → ‘glomerulair lek’
- Is belangrijkste oorzaak van proteïnurie
- Kan: functioneel of orthostatisch of pathologisch
- Selectiviteit van lek klinisch belangrijk: evenredig met ernst aandoening
Selectief lek: poriën vergroot maar intact
- Wat in urine?
o albumine > N
o beetje transferrine (Mr 77 000)
o grotere proteïnen niet
- Selectief lek behandelen om verlies albumine tegen te gaan
o albumine: transportproteïne en behoud colloïd osmotische druk
Niet-selectief lek: poriën sterker vergroot en beschadigd: zeer ernstig
- Wat in urine?
o albumine > N
o globulines (o.a. IgG Mr 160 000)
o macroglobulinen (Mr 725 000) meestal niet
TUBULAIRE PROTEÏNURIE TP(RENAAL)
Glomeruli OK & tubuli beschadigd
onvoldoende TR van:
- Albumine zwakke albumineband
- Proteïnen met lage Mr o.a. α- en β- (micro)globulineband
o α1-microglobuline (Mr 27 000)
o lysozyme (post -fractie en Mr 14 500)
o β2-microglobuline (Mr 11 800)
MAAR! zelden alleen tubulaire proteïnurie TP
Meestal in combinatie met GP:
1. INLEIDING
- Glomerulair membraan -> GF van proteïnen i.f.v :
o grootte (vorm kan ook rol spelen)
o lading: anionen minder gefiltreerd Bepaalt mate GF
o [ ] in bloed
- Daarna: proteïnen TR en daar eventueel afgebroken
- Normaal in urine: < hoeveelheden eiwit: 50 tot 80 mg/24 U
- Gewenste voorstel:
o tot prot < 150 mg/24 U : nog N
o tot prot >150 mg/24 U -> eventueel elektroforese
BIJ VRAAG VAN ARTS OPSPOREN PROTEÏNURIE: EERST DIPSTICK
Indien negatief: totaal proteïnen (TP) < DL = LOD (vb. < 200 mg/l)
- Dipstick vooral gevoelig voor albumine, veel minder voor andere proteïnen
- Eiwit op dipstick firma Roche:
0=-; 0,25 = + ; 0,75 = + ; 1,5 = +
Wat valt op?
- Theoretisch:
o TP < 150 mg/24 U : nog N
o TP >150 mg/24 U -> eventueel elektroforese
- Praktijk:
o DL = 250 mg/l
[150-250] = abnormale waarde toch – op dipstick (ligt onder DL)
o Eiwit op dipstick firma Roche: 0 = - ; 0,25 g/l = +
NORMALE URINAIRE PROTEÏNEN
Albumine (N < 30 mg/24h)
- GF?
o Mr + 65 000 (65 kD)
o [albuminemie] N hoog dus → beetje GF
- Resultante: < deel in urine (N niet detecteerbaar met stick)
Laag Mr proteïnen (β2-microglobuline, α1-microglobuline, cystatine C)
- GF?
o Mr < 65 kD: gemakkelijker GF en daarvan meeste TR en afgebroken
- Resultante: < deel in urine (N niet detecteerbaar met stick)
Mucoproteïnen, afgescheiden door nieren of urinewegen dus in urine (N niet
detecteerbaar met stick)
- GF? NVT
, 2. KLINISCHE BETEKENIS
PROTEÏNURIE IN FUNCTIE VAN HET NIVEAU
Niveau proteïnurie
- Bepaalt type proteïnen in urine (opsporen met elektroforese)
- Defecten op verschillende niveaus mogelijk:
o Renaal
Glomerulaire proteïnurie
Tubulaire proteïnurie
Verhoogde hoeveelheden eiwit in urine
o Pre-renaal (overflow)
[kleine eiwitten] stijgt in bloed; eiwitten w gefiltreerd en komen in
urine
Overbelasting proteïnurie
o Post-renaal
Verhoogde [mucoproteïnen] door nierstenen of tumor
Graad proteïnurie: [proteïnen] in urine
GLOMERULAIRE PROTEÏNURIE GP (RENAAL)
- Door ↗ glomerulaire permeabiliteit → ‘glomerulair lek’
- Is belangrijkste oorzaak van proteïnurie
- Kan: functioneel of orthostatisch of pathologisch
- Selectiviteit van lek klinisch belangrijk: evenredig met ernst aandoening
Selectief lek: poriën vergroot maar intact
- Wat in urine?
o albumine > N
o beetje transferrine (Mr 77 000)
o grotere proteïnen niet
- Selectief lek behandelen om verlies albumine tegen te gaan
o albumine: transportproteïne en behoud colloïd osmotische druk
Niet-selectief lek: poriën sterker vergroot en beschadigd: zeer ernstig
- Wat in urine?
o albumine > N
o globulines (o.a. IgG Mr 160 000)
o macroglobulinen (Mr 725 000) meestal niet
TUBULAIRE PROTEÏNURIE TP(RENAAL)
Glomeruli OK & tubuli beschadigd
onvoldoende TR van:
- Albumine zwakke albumineband
- Proteïnen met lage Mr o.a. α- en β- (micro)globulineband
o α1-microglobuline (Mr 27 000)
o lysozyme (post -fractie en Mr 14 500)
o β2-microglobuline (Mr 11 800)
MAAR! zelden alleen tubulaire proteïnurie TP
Meestal in combinatie met GP: