PA 1.1
Opdrachten Anatomie Performance Assessment 1.1
1. - Palpeer en teken de processus spinosus C2 - Palpeer en teken de mm.
Gastrocnemius
C2 – eerste voelbare processus Gastrocnemius – 2-koppig, origo – caput
mediaal en lateraal aan condyle van de femoris, insertie – achillespees
2. - Palpeer en teken de processus spinosus C6 - Palpeer en teken de m.
tibialis anterior
C6 – boven degene die uitsteekt Tibialis anterior – origo – laterale condyl van de
tibia, insertie - os cuneiform mediale en de basis van de metatarsaal 1.
3. - Palpeer en teken de processus spinosus L4 - Palpeer en teken de mm.
Deltoideus
L4 – crista iliaca deltoideus – 3 delen, origo - sleutelbeen, acromion, spina
scapulae, insertie - tuberositas deltoidea van de humerus
4. - Palpeer en teken het os pisiforme - Palpeer en teken de mediale en
laterale gewrichtsspleet van de knie
Os pisiforme - mediale zijde van de proximale rij van handwortelbeentjes,
handpalmzijde gewrichtsspleet – buigen en strekken
5. - Palpeer en teken het distale interphalangeale gewricht V in de hand -
Palpeer en teken de m. rectus femoris
Distale Interphalangeale gewricht 5 (DIP-gewricht pink) - bovenste gewrichtje pink
rectus femoris – origo - spina iliaca anterior inferior, insertie – tuberositas tibia
6. - Palpeer en teken de olecranon - Palpeer en teken de m. vastus medialis
Olecranon – elleboog kom van de ulna Vastus medialis – mediale van quadriceps,
origo – linea aspere op femur, insertie – tuberositas tibia
7. - Palpeer en teken het proximale interphalangeale gewricht III in de voet
- Palpeer en teken de mm. biceps brachii
PIP 3 – proximale gewrichte middelste teen Biceps brachii – 2-koppig, origo -
tuberculum supraglenoidalevan de scapula (lange kop), processus coracoideus van
de scapula (korte kop), insertie - tuberositas radii
8. - Palpeer en teken de processus styloideus ulnae - Palpeer en teken de
m. vastus medialis
Processus styloideus ulnae – mediaal distaal ulna (pink kant knobbel bij hand)
vastus lateralis – origo – trochantor major, insertie - tuberositas tibia
9. - Palpeer en teken de laterale en mediale epicondyl van de humerus -
Palpeer en teken de crista iliaca
Laterale, mediale epicondyl humerus – bovenarm goed te voelen vanuit olecranon
crista iliaca – rand heup
10. - Palpeer en teken interphalangeale gewricht van de hallux - Palpeer en
teken de omtrek van de patella
IP-gewricht – gewricht grote teen Patella – knieschijf , basis en apex
, 11. - Palpeer en teken de laterale en mediale malleolus van de enkel -
Palpeer en teken de processus coracoideus
Laterale, mediale malleolus – caput bij enkel van tibia en fibula aan zijkanten
Processus coracoideus - uitstekende knobbel van scapula onder clavicula
12. - Palpeer en teken de caput radius - Palpeer en teken de tuberositas
tibia
Caput radius – palpeer de laterale condyl van de humerus dan glijd je vanzelf in de
caput radius Tuberositas tibia – knobbel scheenbeen onder knie
13. - Palpeer en teken de laterale en mediale femur condyle van het femur -
Palpeer en teken de trochanter major
Laterale, mediale condyl femur – voel gewrichtsspleet knie
trochantor major – knobbel laterale kant femur proximaal
14. - Palpeer en teken de angulus inferior en de margo medialis en lateralis
van de scapula. - Palpeer en teken de Spina Iliaca Anterior Superior
(SIAS)
Angulus inferior - onderste punt scapula , margo medialis en lateralis – rand scapula
mediaal en lateraal SIAS – punten bekken vooraan
15. - Palpeer en teken de Spina Iliaca Posterior Superior (SIPS) - Palpeer en
teken de caput fibula
SIPS – punten bekken achteraan caput fibula – gewrichtsspleet en dan lateraal
Opdrachten onderzoekvaardigheden Performance Assessment 1.1
16.
- Voer het actief ROM-onderzoek van de heup uit en benoem de
normwaardes en uitkomstmaten
Flexie 110-120
Extensie 10-15
Abductie 30-50
Adductie 25-30
Exorotatie 40-60
Endorotatie 30-40
- Meet met de Microfet de kracht van de m. biceps brachii
17.
- Voer het passief ROM-onderzoek van de heup uit en benoem de
normwaardes en uitkomstmaten
Flexie en abductie: verend de rest hard eindgevoel. Flexie spieren komen tegen
elkaar aan. Abductie pees/spier.
- Meet de MRC-kracht van de m. deltoideus
18.
Opdrachten Anatomie Performance Assessment 1.1
1. - Palpeer en teken de processus spinosus C2 - Palpeer en teken de mm.
Gastrocnemius
C2 – eerste voelbare processus Gastrocnemius – 2-koppig, origo – caput
mediaal en lateraal aan condyle van de femoris, insertie – achillespees
2. - Palpeer en teken de processus spinosus C6 - Palpeer en teken de m.
tibialis anterior
C6 – boven degene die uitsteekt Tibialis anterior – origo – laterale condyl van de
tibia, insertie - os cuneiform mediale en de basis van de metatarsaal 1.
3. - Palpeer en teken de processus spinosus L4 - Palpeer en teken de mm.
Deltoideus
L4 – crista iliaca deltoideus – 3 delen, origo - sleutelbeen, acromion, spina
scapulae, insertie - tuberositas deltoidea van de humerus
4. - Palpeer en teken het os pisiforme - Palpeer en teken de mediale en
laterale gewrichtsspleet van de knie
Os pisiforme - mediale zijde van de proximale rij van handwortelbeentjes,
handpalmzijde gewrichtsspleet – buigen en strekken
5. - Palpeer en teken het distale interphalangeale gewricht V in de hand -
Palpeer en teken de m. rectus femoris
Distale Interphalangeale gewricht 5 (DIP-gewricht pink) - bovenste gewrichtje pink
rectus femoris – origo - spina iliaca anterior inferior, insertie – tuberositas tibia
6. - Palpeer en teken de olecranon - Palpeer en teken de m. vastus medialis
Olecranon – elleboog kom van de ulna Vastus medialis – mediale van quadriceps,
origo – linea aspere op femur, insertie – tuberositas tibia
7. - Palpeer en teken het proximale interphalangeale gewricht III in de voet
- Palpeer en teken de mm. biceps brachii
PIP 3 – proximale gewrichte middelste teen Biceps brachii – 2-koppig, origo -
tuberculum supraglenoidalevan de scapula (lange kop), processus coracoideus van
de scapula (korte kop), insertie - tuberositas radii
8. - Palpeer en teken de processus styloideus ulnae - Palpeer en teken de
m. vastus medialis
Processus styloideus ulnae – mediaal distaal ulna (pink kant knobbel bij hand)
vastus lateralis – origo – trochantor major, insertie - tuberositas tibia
9. - Palpeer en teken de laterale en mediale epicondyl van de humerus -
Palpeer en teken de crista iliaca
Laterale, mediale epicondyl humerus – bovenarm goed te voelen vanuit olecranon
crista iliaca – rand heup
10. - Palpeer en teken interphalangeale gewricht van de hallux - Palpeer en
teken de omtrek van de patella
IP-gewricht – gewricht grote teen Patella – knieschijf , basis en apex
, 11. - Palpeer en teken de laterale en mediale malleolus van de enkel -
Palpeer en teken de processus coracoideus
Laterale, mediale malleolus – caput bij enkel van tibia en fibula aan zijkanten
Processus coracoideus - uitstekende knobbel van scapula onder clavicula
12. - Palpeer en teken de caput radius - Palpeer en teken de tuberositas
tibia
Caput radius – palpeer de laterale condyl van de humerus dan glijd je vanzelf in de
caput radius Tuberositas tibia – knobbel scheenbeen onder knie
13. - Palpeer en teken de laterale en mediale femur condyle van het femur -
Palpeer en teken de trochanter major
Laterale, mediale condyl femur – voel gewrichtsspleet knie
trochantor major – knobbel laterale kant femur proximaal
14. - Palpeer en teken de angulus inferior en de margo medialis en lateralis
van de scapula. - Palpeer en teken de Spina Iliaca Anterior Superior
(SIAS)
Angulus inferior - onderste punt scapula , margo medialis en lateralis – rand scapula
mediaal en lateraal SIAS – punten bekken vooraan
15. - Palpeer en teken de Spina Iliaca Posterior Superior (SIPS) - Palpeer en
teken de caput fibula
SIPS – punten bekken achteraan caput fibula – gewrichtsspleet en dan lateraal
Opdrachten onderzoekvaardigheden Performance Assessment 1.1
16.
- Voer het actief ROM-onderzoek van de heup uit en benoem de
normwaardes en uitkomstmaten
Flexie 110-120
Extensie 10-15
Abductie 30-50
Adductie 25-30
Exorotatie 40-60
Endorotatie 30-40
- Meet met de Microfet de kracht van de m. biceps brachii
17.
- Voer het passief ROM-onderzoek van de heup uit en benoem de
normwaardes en uitkomstmaten
Flexie en abductie: verend de rest hard eindgevoel. Flexie spieren komen tegen
elkaar aan. Abductie pees/spier.
- Meet de MRC-kracht van de m. deltoideus
18.