Omzetbelasting Boek
Hoofdstuk 1 Inleiding
Inleidende opmerkingen
Rijksbelastingen in Nederland
Rijksbelastingen: belasting welke van rijkswege door de rijksbelastingdienst worden geheven. Staan
naast lokale belastingen.
Belastingen die drukken op de uitgaven worden ook wel kostprijsverhogende belastingen genoemd.
Vormen van omzetbelasting
Indirecte heffing
Niet rechtstreeks geheven bij de particuliere consument. Ondernemer draagt het af, terwijl de
consument betaald
Omzetbelasting met eenmalige heffing
Eenmalige heffing in de laatste schakel wordt kleinhandelsbelasting genoemd.
Omzetbelasting met meermalige heffing
Onderscheid tussen cumulatieve en niet-cumulatieve stelsels, ook geheel of beperkt meermalig.
Meermalig: alle schakels van een bedrijfskolom worden in de heffing betrokken
Beperkt meermalig: stelsels waarbij meer dan 1 schakel, maar niet alle schakels in de
bedrijfskolom belastingplichtig zijn.
Cumulatief: stelsel die bij een volgende heffing geen rekening houden met de bij eerdere
heffingen reeds verschuldigde belasting (gehele prijs)
Niet-cumulatief: heffing van belasting overbelasting wordt vermeden (alleen over de
toegevoegde waarde)
Interne neutraliteit: belasting, afgezien van een vermindering in bestedingsruimte, heeft verder geen
invloed op de keuzen van economische actoren (producenten en consumenten)
Externe neutraliteit: belastingdruk op goederen hangt niet af van hun herkomst
Omzetbelasting met aftrek van vooromzet
Van verkoopprijs van een goed of dienst wordt de inkoopprijs en de kosten inclusief omzetbelasting
afgetrokken
Omzetbelasting met aftrek van voorbelasting; de btw
Binnen bedrijfskolom wordt het bedrag aan belasting dat door de leverancier verschuldigd is,
afzonderlijk aan de afnemer in rekening gebracht. Dat bedrag wordt in mindering gebracht op de af te
dragen belasting over de belaste prestaties. Vrijstellingen verstoren dit systeem
Korte geschiedenis van NL-omzetbelasting en EU-btw
Eerst tiende penning (voorgenomen)→ WO2: eerste vorm van omzetbelasting→ iedere lidstaat eigen
vorm van omzetbelasting→ EU, belangrijke stap= 6 de Richtlijn die zorgde voor uniformering door eigen
middel van heffing, nl btw, ook vrij verkeer van goederen, etc. → alles samengevoegd in de Btw-richtlijn
Btw-afdracht: btw-middelen=btw-afdrachtpercentage* (jaarlijke totale geïnde
netto-btw-opbrengsten/gewogen gemiddelde tarief)
Bronnen van onze omzetbelasting (NL/EU)
Inleiding
Omzetbelasting is enige rijksbelasting die gebaseerd is op EU-recht.
NL-bronnen van onze omzetbelasting
1
, 1. NL-regelgeving: Wet OB (+Uitvoeringsregeling en Uitvoeringsbesluit) en voor formaliteiten
AWR
2. NL-beleid:
Interpretatieve besluiten: hoe naar de mening van Staatssecretaris de regelgeving
uitgelegd moet worden
Goedkeurende besluiten: gaat om een uitleg die afwijkt van bestaande wetgeving (art.
63 AWR)
Belanghebbende moet zich beroepen op een besluit, gaat niet vanzelf.
NL-beginselen van behoorlijk bestuur: Belastingdienst honoreert verwachtingen die
ze bij een belanghebbende hebben opgewekt.
Rechtspraak en ECLI: uitspraken van NL rechter in btw-aangelegenheden
(onherroepelijk vaststaan). ECLI= European Case Law Identifier
Europese bronnen van onze omzetbelasting
Omzetbelasting=Unierecht
Unierecht: verdragen, verordeningen, richtlijnen maar ook uitspraken HvJ. Unierecht heeft voorrang op
nationaal recht: primaat. EU heeft alleen bevoegdheden die zijn toegewezen
Primair Unierecht: de EU-verdragen
EU-verdrag: basisbeginselen van de Unie en de democratische beginselen die haar beheersen. Ook
voor instellingen en onderlinge relaties
De instellingen:
Europees parlement: vertegenwoordigt burgers EU
Europese Raad: staatshoofden en regeringsleiders van lidstaten voor algemene politieke
beleidslijnen
Raad van de Europese Unie: vertegenwoordiging van lidstaten
Europese Rekenkamer: elke lidstaat 1 lid om controleren of de begroting van de Unie goed ten
uitvoer is gelegd.
Europese Centrale Bank: regelt circulatie euro en verantwoordelijk voor stabiliteit van de munt
Europese Commissie: doet voorstellen als enigste voor nieuwe EU-regelgeving
Hof van Justitie van de EU: verzekert eerbiediging van recht bij uitlegging en toepassing van
Europese Verdragen. Gerecht beroept vooral en HvJ is rechtsprekende instantie
Het EU Handvest
Gerekend tot constitutionele recht van EU. Gecreëerd door lidstaten zelf, dus primair recht. Bevat
opsomming politieke, economische en sociale mensenrechten
Btw-richtlijn
Afgeleid/secundair recht: door EU-instellingen gegenereerd. Kan bestaan uit:
Verordeningen: regels die direct gelden in alle lidstaten, rechtstreekse werking (niet omgezet in
nationale wetgeving)
Richtlijnen: doelstellingen waaraan voldaan moet worden, uitwerking bepaalt door lidstaat
Btw-(uitvoerings)verordening
Uitvoeringsverordening waarin aantal bepalingen van btw-richtlijn worden uitgelegd
Btw-comité: raadgevend comité van de Commissie, doel: uniforme toepassing van de EU-btw-regels
bevorderen.
Soft law: geen juridische status, maar vaak wel gevolgd
Algemene beginselen van Unierecht
2
,HvJ is hoogste rechtelijke instantie binnen EU. Algemeen beginsel is een beginsel dat in de meeste
lidstaten onderkend en geaccepteerd wordt. Beginselen hebben rechtstreekse werking. Reikwijdte is af
te leiden uit arresten
Legaliteitsbeginsel: handelen van bevoegd gezag moet gebaseerd zijn op een vooraf
aanwezige bepaling
Rechtszekerheidsbeginsel: Unierecht is met zekerheid kenbaar en voor justitiabelen
voorzienbaar
Vertrouwensbeginsel: gerechtvaardigd vertrouwen moet worden beschermd
Evenredigheids- of proportionaliteitsbeginsel: overheidshandelen mag geen onevenredige
inbreuk maken op de rechten van burgers
Doeltreffendheidsbeginsel: justitiabelen moeten praktisch gezien in staat zijn hun aan het
Unierecht ontleende rechten geldend te maken
Effectieve rechtsbescherming (inclusief verdedigingsbeginsel): als rechten op grond van
Unierecht geschonden worden, heeft die persoon recht op doeltreffende voorziening
Verdedigingsbeginsel: Inspecteur moet belastingplichtige tijdig en expliciet op de hoogte
brengen van voorgenomen naheffingsaanslag met nauwkeurige vermelding elementen die
daaraan ten grondslag liggen
Geen beroep bij misbreuk of fraude: eigenlijk 2 beginselen: misbreuk en fraude
Gelijkheidsbeginsel (inclusief neutraliteitsbeginsel): gelijke gevallen moeten gelijk behandeld
worden, tenzij verschillende behandeling een objectief rechtvaardig doel dient. Gelijke gevallen
wordt getoetst vanuit de positie van de consument.
Neutraliteitsbeginsel: gelijke gevallen/gelijke goederen en diensten die vanuit oogpunt
consument concurrerend zijn, moeten gelijke belastingdruk kennen. Ook geoorloofd als er
objectieve rechtvaardiging bestaat
Unierecht in de btw-praktijk
Unierecht speelt steeds belangrijkere rol in btw-praktijk. Bij doorwerking spelen enkele mechanismen
een rol die hierna toegelicht zullen worden.
Unietrouw en het primaat van Unierecht
EU is eigenlijk juridisch concept gebaseerd op samenwerking om gezamenlijk doel te verwezenlijken.
Volle werking: lidstaten moeten de volle werking van het Unierecht waarborgen
Primaat Unierecht: Unierecht gaat voor op nationale wetgeving
Directe werking van richtlijnbepalingen
Richtlijnen geven aan de lidstaten een opdracht op iets binnen een bepaalde termijn te regelen.
Bindend ten aanzien van het te bereiken resultaat
Asymmetrisch beroep
Belastingplichtigen mogen zich in voorkomend geval op een voor hen gunstiger richtlijnbepaling
beroepen.
Asymmetrisch beroep/ selectief beroep/cherry picking; beroep doen op enerzijds rechtstreekse werking
van een richtlijn op basis waarvan een vrijstelling kan worden toegepast en anderzijds de nationale wet
die is gebaseerd op uitgangspunt dat desbetreffende prestaties belast zijn en voorzien in recht op aftrek
voorbelasting. Dit is niet toegestaan.
Richtlijnconforme uitleg en het kameleoneffect
Unietrouw verplicht lidstaten Unierecht volle werking te geven. Interpretatie van nationale regelgeving
waarmee een richtlijn van de Unie is geïmplementeerd speelt hierbij een rol, gaat om doel wat beoogd
is met richtlijn.
3
, Richtlijnconforme interpretatie marginaliseert de rol van de nationale wetgever bij het omzetten van
richtlijnen.
Van fraus legis naar misbruik
Justitiabelen kunnen in geval van misbruik of fraude geen beroep doen op Unierecht. Misbruik heeft
objectief (weerwil formele naleving) en subjectief (bedoeling om voordeel te krijgen door kunstmatige
voorwaarden te creëren) deel
Nieuw Unierecht en het omgaan van de Hoge Raad
Als eerdere uitleg van EU-recht ligt besloten in arrest van Hoge Raad is de vraag hoe het nieuwe EU-
recht (het ‘omgaan’ van de HvJ) doorwerkt.
Belastingplichtigen mogen altijd vertrouwen op arrest van Hoge Raad, ook als blijkt dat dit arrest in strijd
komt met Unierecht. ‘foute’ arrest kan worden teruggedraaid door nieuw arrest, tot die tijd kan er op
beroepen worden.
De rol van het HvJ
Uitleg Unierecht is voorbehouden aan HvJ. Uitleg komt in vorm van arresten.
Prejudiciële vragen
Vragen van rechters over juiste uitleg Unierecht. Wordt afgehandeld voordat de rechter in de hoofdzaak
beslist. Elke vraag wordt niet zomaar beantwoord: omschrijving geven van feitelijke en wettelijke kader
van gestelde vragen + rechter moet uitleggen waarom hij twijfelt over de uitleg.
HvJ mag geen uitspraken doen over nationaal recht of uitleg Unierecht toepassen op specifieke situatie
Uitleg heeft werking van ex tunc: Unierecht had altijd al zo uitgelegd moeten worden
Inbreukprocedures
Gaat om vraag of een lidstaat met een bepaalde maatregel het Unierecht heeft geschonden
Het HvJ en het Gerecht in bedrijf
Samenstelling en gang van zaken bij HvJ is beschreven in VWEU en meer.
Enkele belangrijke aspecten:
Rechters HvJ kiezen uit hun midden president en vicepresident voor termijn van 3 jaar
HvJ hoeft niet volledig opgeroepen te worden, tenzij het een uitzonderlijke zaak is, vaak kamers
van 3 of 5 bij btw
HvJ werkt in het Frans
Hoofdstuk 2 De ondernemer
Ondernemer = belastingplichtige
Zie art. 7 OB voor beschrijving. In btw-richtlijn wordt term belastingplichtige i.p.v. ondernemer gebruikt.
Economische activiteiten
Algemeen
Btw-richtlijn beschouwt als belastingplichtige eenieder die zelfstandig een economische activiteit
verricht.
Belastbaar feit: als zodanig handelende belastingplichtige verricht onder bezwarende titel diensten of
levert goederen. Economische activiteiten wordt gedefinieerd in art. 9 lid 1 Btw-richtlijn. Gaat om
activiteiten die op een bepaalde markt worden verricht. Dus niet hobbymatig. Economische activiteiten
leiden tot belaste prestaties.
Wel economische activiteit: kijken naar clientele, opbrengst, aankoop van goed met intentie deze te
verkopen
4
Hoofdstuk 1 Inleiding
Inleidende opmerkingen
Rijksbelastingen in Nederland
Rijksbelastingen: belasting welke van rijkswege door de rijksbelastingdienst worden geheven. Staan
naast lokale belastingen.
Belastingen die drukken op de uitgaven worden ook wel kostprijsverhogende belastingen genoemd.
Vormen van omzetbelasting
Indirecte heffing
Niet rechtstreeks geheven bij de particuliere consument. Ondernemer draagt het af, terwijl de
consument betaald
Omzetbelasting met eenmalige heffing
Eenmalige heffing in de laatste schakel wordt kleinhandelsbelasting genoemd.
Omzetbelasting met meermalige heffing
Onderscheid tussen cumulatieve en niet-cumulatieve stelsels, ook geheel of beperkt meermalig.
Meermalig: alle schakels van een bedrijfskolom worden in de heffing betrokken
Beperkt meermalig: stelsels waarbij meer dan 1 schakel, maar niet alle schakels in de
bedrijfskolom belastingplichtig zijn.
Cumulatief: stelsel die bij een volgende heffing geen rekening houden met de bij eerdere
heffingen reeds verschuldigde belasting (gehele prijs)
Niet-cumulatief: heffing van belasting overbelasting wordt vermeden (alleen over de
toegevoegde waarde)
Interne neutraliteit: belasting, afgezien van een vermindering in bestedingsruimte, heeft verder geen
invloed op de keuzen van economische actoren (producenten en consumenten)
Externe neutraliteit: belastingdruk op goederen hangt niet af van hun herkomst
Omzetbelasting met aftrek van vooromzet
Van verkoopprijs van een goed of dienst wordt de inkoopprijs en de kosten inclusief omzetbelasting
afgetrokken
Omzetbelasting met aftrek van voorbelasting; de btw
Binnen bedrijfskolom wordt het bedrag aan belasting dat door de leverancier verschuldigd is,
afzonderlijk aan de afnemer in rekening gebracht. Dat bedrag wordt in mindering gebracht op de af te
dragen belasting over de belaste prestaties. Vrijstellingen verstoren dit systeem
Korte geschiedenis van NL-omzetbelasting en EU-btw
Eerst tiende penning (voorgenomen)→ WO2: eerste vorm van omzetbelasting→ iedere lidstaat eigen
vorm van omzetbelasting→ EU, belangrijke stap= 6 de Richtlijn die zorgde voor uniformering door eigen
middel van heffing, nl btw, ook vrij verkeer van goederen, etc. → alles samengevoegd in de Btw-richtlijn
Btw-afdracht: btw-middelen=btw-afdrachtpercentage* (jaarlijke totale geïnde
netto-btw-opbrengsten/gewogen gemiddelde tarief)
Bronnen van onze omzetbelasting (NL/EU)
Inleiding
Omzetbelasting is enige rijksbelasting die gebaseerd is op EU-recht.
NL-bronnen van onze omzetbelasting
1
, 1. NL-regelgeving: Wet OB (+Uitvoeringsregeling en Uitvoeringsbesluit) en voor formaliteiten
AWR
2. NL-beleid:
Interpretatieve besluiten: hoe naar de mening van Staatssecretaris de regelgeving
uitgelegd moet worden
Goedkeurende besluiten: gaat om een uitleg die afwijkt van bestaande wetgeving (art.
63 AWR)
Belanghebbende moet zich beroepen op een besluit, gaat niet vanzelf.
NL-beginselen van behoorlijk bestuur: Belastingdienst honoreert verwachtingen die
ze bij een belanghebbende hebben opgewekt.
Rechtspraak en ECLI: uitspraken van NL rechter in btw-aangelegenheden
(onherroepelijk vaststaan). ECLI= European Case Law Identifier
Europese bronnen van onze omzetbelasting
Omzetbelasting=Unierecht
Unierecht: verdragen, verordeningen, richtlijnen maar ook uitspraken HvJ. Unierecht heeft voorrang op
nationaal recht: primaat. EU heeft alleen bevoegdheden die zijn toegewezen
Primair Unierecht: de EU-verdragen
EU-verdrag: basisbeginselen van de Unie en de democratische beginselen die haar beheersen. Ook
voor instellingen en onderlinge relaties
De instellingen:
Europees parlement: vertegenwoordigt burgers EU
Europese Raad: staatshoofden en regeringsleiders van lidstaten voor algemene politieke
beleidslijnen
Raad van de Europese Unie: vertegenwoordiging van lidstaten
Europese Rekenkamer: elke lidstaat 1 lid om controleren of de begroting van de Unie goed ten
uitvoer is gelegd.
Europese Centrale Bank: regelt circulatie euro en verantwoordelijk voor stabiliteit van de munt
Europese Commissie: doet voorstellen als enigste voor nieuwe EU-regelgeving
Hof van Justitie van de EU: verzekert eerbiediging van recht bij uitlegging en toepassing van
Europese Verdragen. Gerecht beroept vooral en HvJ is rechtsprekende instantie
Het EU Handvest
Gerekend tot constitutionele recht van EU. Gecreëerd door lidstaten zelf, dus primair recht. Bevat
opsomming politieke, economische en sociale mensenrechten
Btw-richtlijn
Afgeleid/secundair recht: door EU-instellingen gegenereerd. Kan bestaan uit:
Verordeningen: regels die direct gelden in alle lidstaten, rechtstreekse werking (niet omgezet in
nationale wetgeving)
Richtlijnen: doelstellingen waaraan voldaan moet worden, uitwerking bepaalt door lidstaat
Btw-(uitvoerings)verordening
Uitvoeringsverordening waarin aantal bepalingen van btw-richtlijn worden uitgelegd
Btw-comité: raadgevend comité van de Commissie, doel: uniforme toepassing van de EU-btw-regels
bevorderen.
Soft law: geen juridische status, maar vaak wel gevolgd
Algemene beginselen van Unierecht
2
,HvJ is hoogste rechtelijke instantie binnen EU. Algemeen beginsel is een beginsel dat in de meeste
lidstaten onderkend en geaccepteerd wordt. Beginselen hebben rechtstreekse werking. Reikwijdte is af
te leiden uit arresten
Legaliteitsbeginsel: handelen van bevoegd gezag moet gebaseerd zijn op een vooraf
aanwezige bepaling
Rechtszekerheidsbeginsel: Unierecht is met zekerheid kenbaar en voor justitiabelen
voorzienbaar
Vertrouwensbeginsel: gerechtvaardigd vertrouwen moet worden beschermd
Evenredigheids- of proportionaliteitsbeginsel: overheidshandelen mag geen onevenredige
inbreuk maken op de rechten van burgers
Doeltreffendheidsbeginsel: justitiabelen moeten praktisch gezien in staat zijn hun aan het
Unierecht ontleende rechten geldend te maken
Effectieve rechtsbescherming (inclusief verdedigingsbeginsel): als rechten op grond van
Unierecht geschonden worden, heeft die persoon recht op doeltreffende voorziening
Verdedigingsbeginsel: Inspecteur moet belastingplichtige tijdig en expliciet op de hoogte
brengen van voorgenomen naheffingsaanslag met nauwkeurige vermelding elementen die
daaraan ten grondslag liggen
Geen beroep bij misbreuk of fraude: eigenlijk 2 beginselen: misbreuk en fraude
Gelijkheidsbeginsel (inclusief neutraliteitsbeginsel): gelijke gevallen moeten gelijk behandeld
worden, tenzij verschillende behandeling een objectief rechtvaardig doel dient. Gelijke gevallen
wordt getoetst vanuit de positie van de consument.
Neutraliteitsbeginsel: gelijke gevallen/gelijke goederen en diensten die vanuit oogpunt
consument concurrerend zijn, moeten gelijke belastingdruk kennen. Ook geoorloofd als er
objectieve rechtvaardiging bestaat
Unierecht in de btw-praktijk
Unierecht speelt steeds belangrijkere rol in btw-praktijk. Bij doorwerking spelen enkele mechanismen
een rol die hierna toegelicht zullen worden.
Unietrouw en het primaat van Unierecht
EU is eigenlijk juridisch concept gebaseerd op samenwerking om gezamenlijk doel te verwezenlijken.
Volle werking: lidstaten moeten de volle werking van het Unierecht waarborgen
Primaat Unierecht: Unierecht gaat voor op nationale wetgeving
Directe werking van richtlijnbepalingen
Richtlijnen geven aan de lidstaten een opdracht op iets binnen een bepaalde termijn te regelen.
Bindend ten aanzien van het te bereiken resultaat
Asymmetrisch beroep
Belastingplichtigen mogen zich in voorkomend geval op een voor hen gunstiger richtlijnbepaling
beroepen.
Asymmetrisch beroep/ selectief beroep/cherry picking; beroep doen op enerzijds rechtstreekse werking
van een richtlijn op basis waarvan een vrijstelling kan worden toegepast en anderzijds de nationale wet
die is gebaseerd op uitgangspunt dat desbetreffende prestaties belast zijn en voorzien in recht op aftrek
voorbelasting. Dit is niet toegestaan.
Richtlijnconforme uitleg en het kameleoneffect
Unietrouw verplicht lidstaten Unierecht volle werking te geven. Interpretatie van nationale regelgeving
waarmee een richtlijn van de Unie is geïmplementeerd speelt hierbij een rol, gaat om doel wat beoogd
is met richtlijn.
3
, Richtlijnconforme interpretatie marginaliseert de rol van de nationale wetgever bij het omzetten van
richtlijnen.
Van fraus legis naar misbruik
Justitiabelen kunnen in geval van misbruik of fraude geen beroep doen op Unierecht. Misbruik heeft
objectief (weerwil formele naleving) en subjectief (bedoeling om voordeel te krijgen door kunstmatige
voorwaarden te creëren) deel
Nieuw Unierecht en het omgaan van de Hoge Raad
Als eerdere uitleg van EU-recht ligt besloten in arrest van Hoge Raad is de vraag hoe het nieuwe EU-
recht (het ‘omgaan’ van de HvJ) doorwerkt.
Belastingplichtigen mogen altijd vertrouwen op arrest van Hoge Raad, ook als blijkt dat dit arrest in strijd
komt met Unierecht. ‘foute’ arrest kan worden teruggedraaid door nieuw arrest, tot die tijd kan er op
beroepen worden.
De rol van het HvJ
Uitleg Unierecht is voorbehouden aan HvJ. Uitleg komt in vorm van arresten.
Prejudiciële vragen
Vragen van rechters over juiste uitleg Unierecht. Wordt afgehandeld voordat de rechter in de hoofdzaak
beslist. Elke vraag wordt niet zomaar beantwoord: omschrijving geven van feitelijke en wettelijke kader
van gestelde vragen + rechter moet uitleggen waarom hij twijfelt over de uitleg.
HvJ mag geen uitspraken doen over nationaal recht of uitleg Unierecht toepassen op specifieke situatie
Uitleg heeft werking van ex tunc: Unierecht had altijd al zo uitgelegd moeten worden
Inbreukprocedures
Gaat om vraag of een lidstaat met een bepaalde maatregel het Unierecht heeft geschonden
Het HvJ en het Gerecht in bedrijf
Samenstelling en gang van zaken bij HvJ is beschreven in VWEU en meer.
Enkele belangrijke aspecten:
Rechters HvJ kiezen uit hun midden president en vicepresident voor termijn van 3 jaar
HvJ hoeft niet volledig opgeroepen te worden, tenzij het een uitzonderlijke zaak is, vaak kamers
van 3 of 5 bij btw
HvJ werkt in het Frans
Hoofdstuk 2 De ondernemer
Ondernemer = belastingplichtige
Zie art. 7 OB voor beschrijving. In btw-richtlijn wordt term belastingplichtige i.p.v. ondernemer gebruikt.
Economische activiteiten
Algemeen
Btw-richtlijn beschouwt als belastingplichtige eenieder die zelfstandig een economische activiteit
verricht.
Belastbaar feit: als zodanig handelende belastingplichtige verricht onder bezwarende titel diensten of
levert goederen. Economische activiteiten wordt gedefinieerd in art. 9 lid 1 Btw-richtlijn. Gaat om
activiteiten die op een bepaalde markt worden verricht. Dus niet hobbymatig. Economische activiteiten
leiden tot belaste prestaties.
Wel economische activiteit: kijken naar clientele, opbrengst, aankoop van goed met intentie deze te
verkopen
4