Oorzaak
Beschrijf de normale fysiologie en wat er bij deze aandoening hierin mis gaat.
De gonaden reageren niet goed op de aansturing. Bij de normale fysiologie reageren de gonaden wel
goed op de aansturing.
De hypofyse maakt te weinig LH en FSH aan > gonaden worden niet gestimuleerd. Bij de normale
fysiologie maakt de hypofyse voldoende LH en FSH aan en worden de gonaden wel gestimuleerd.
De hypothalamus maakt te weinig GnRH > hypofyse krijgt geen signaal > geen LH/FSH > weinig
geslachtshormonen. Bij de normale fysiologie maakt de hypothalamus voldoende GnRH en krijgt de
hypofyse wel een signaal en maakt de hypofyse wel LH en FSH aan en zijn er voldoende
geslachtshormonen.
Symptomen
Beschrijf vanuit je fysiologische kennis de gevolgen van deze aandoening in het lichaam. Geef dus niet
alleen een rijtje symptomen, maar geef ook een bondige verklaring van de symptomen.
Bij mannen (tekort aan testosteron):
Verminderd libido (zin in seks).
Erectiestoornissen.
Verminderde spiermassa en kracht.
Toename vetmassa (vooral buikvet).
Vermoeidheid, somberheid.
Minder baardgroei of lichaamsbeharing.
Kleine testes of verminderde spermaproductie > onvruchtbaarheid.
Botontkalking (osteoporose).
Bij jongens voor de puberteit:
Vertraagde of uitblijvende puberteit.
Weinig groei van penis/testikels.
Hoge stem blijft.
Weinig lichaamsbeharing.
Bij vrouwen (tekort aan oestrogenen):
Onregelmatige of afwezige menstruatie (amenorroe).
Verminderde vruchtbaarheid.
Droge vagina, pijn bij gemeenschap.
Verminderde borstontwikkeling of borstafname.
Stemmingswisselingen, vermoeidheid.
Botontkalking (osteoporose).
Opvliegers.
Bij meisjes voor de puberteit:
Vertraagde of uitblijvende borstontwikkeling.
Geen menstruatie.
Langer blijven groeien (door late botrijping).
Mogelijke complicaties (van de aandoening zelf) en prognose
Beschrijf wat de gevolgen op langere termijn kunnen zijn van deze aandoening.
Lichamelijk:
Osteoporose > verhoogd risico op botbreuken.
Verminderde spiermassa en kracht > sneller vermoeid of instabiel.
Gewichtstoename/metabool syndroom > kans op diabetes type 2 en hart- en vaatziekten.
Onvruchtbaarheid > door verminderde sperma- of eicelproductie.
Vertraagde of onvolledige puberteit bij kinderen/adolescenten.
Seksuele disfunctie (bij mannen erectieproblemen, bij vrouwen vaginale droogte).