100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Uitwerking leerdoelen bestuursrecht week 1-8 UU

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
21
Geüpload op
06-12-2025
Geschreven in
2025/2026

In dit document zijn de leerdoelen volledig uitgewerkt. Dit is gedaan aan de hand van de relevante literatuur, jurisprudentie, hoorcolleges en werkgroepaantekeningen. Ook worden er veel voorbeelden gebruikt van oefententamens, zodat het duidelijk is hoe de theorie op het tentamen wordt getoetst.

Meer zien Lees minder










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
6 december 2025
Aantal pagina's
21
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Week 1

De functies van het bestuursrecht kunnen herkennen en beschrijven.

- Instrumentele functie: bestuursrecht geeft de overheid de bevoegdheden om het
algemeen belang te behartigen en zijn publieke taak te vervullen;
- Waarborgfunctie: bestuursrecht geeft burgers de middelen om het beleid van het
bestuur te beïnvloeden en zich daartegen teweer te stellen. Het bestuursrecht heeft
inspraakmogelijkheden en regelt wie tegen welke overheidsbesluiten op mag komen
bij de bestuursrechter. Het geeft burgers bescherming tegen de overheid en haar
besluiten.
- Normerende functie: in een procedure kunnen burgers zich beroepen op normen waar
het bestuur zich bij de uitoefening van zijn bevoegdheid aan moet houden. Het
bestuursrecht geeft regels waaraan het bestuur zich bij de uitoefening van
bevoegdheden moet houden.

Kunnen uitleggen waarom in het bestuursrecht gebruik wordt gemaakt van het kernbegrip
‘bestuursorgaan’ en wat dit begrip inhoudt.

Het is belangrijk om te weten of je te maken hebt met een bestuursorgaan, omdat er dan
bepaalde regels van toepassing zijn. Voor toepasselijkheid van de Awb moet het gaan om een
orgaan dat bestuurt. In art. 1:1 Awb staat de definitie.
Er bestaat een verschil wanneer a- en b- organen privaatrechtelijke rechtshandelingen
verrichten. Als a-organen privaatrechtelijke rechtshandelingen verrichten, zijn hoofdstukken 2
en 3 Awb ook op die handelingen van toepassing.
Art. 3:1 lid 2 Awb: hoofdstuk 3 is ook van toepassing op andere handelingen van
bestuursorganen dan besluiten voor zover de aard van de handelingen zich daartegen niet
verzet.
Bij b- organen hoeven deze bepalingen alleen in acht worden genomen wanneer ze
publiekrechtelijke rechtshandelingen verrichten.

Het onderscheid kunnen toelichten tussen de verschillende typen bestuursorganen (a- en b-
organen) en deze kunnen toepassen.
Tussententamen voorbeeld
 A-orgaan: instantie maakt deel uit van een Een a-orgaan is een orgaan van een
publiekrechtelijke rechtspersoon. Het moet rechtspersoon die krachtens publiekrecht
krachtens het publiekrecht zijn ingesteld, een is ingesteld. Politie is krachtens
privaatrechtelijke rechtspersoon kan dus nooit een publiekrecht ingesteld, Korpschef is daar
A-orgaan zijn. orgaan van. Dit doet hij full-time,
“organisatie X heeft rechtspersoonlijkheid” ongeacht de handelingen die hij verricht,
 B-orgaan: andere personen of colleges die met deze kunnen privaatrechtelijk zijn zonder
openbaar gezag zijn bekleed. Bepalend is wat zij
dat hij de titel a-orgaan verliest.
doen en welke bevoegdheden ze daarbij
uitoefenen. Alleen als deze handelingen en
bevoegdheden publiekrechtelijk karakter hebben (= openbaar gezag uitoefenen) kan je
spreken van een B-orgaan. Het gaat vaak om een privaatrechtelijke rechtspersoon of
natuurlijk persoon waaraan een deel van een overheidstaak is overgedragen.
- Openbaargezagscriterium: privaatrechtelijke instelling kan publiekrechtelijke
rechtshandelingen verrichten, in beginsel blijkt dit uit wettelijke grondslag. Het kan
zijn dat hier geen grondwettelijke grondslag voor bestaat, in dat geval kijk je naar:

,  ABRvS Bevordering Leefomgeving Schiphol: het gaat om een
uitzonderingssituatie, in beginsel kan openbaar gezag slechts bij wettelijk
voorschrift worden toegekend (legaliteitsbeginsel). Organen van
privaatrechtelijke RP die uitkeringen of op geld waardeerbare voorzieningen
aan derden verstrekken, komen soms in aanmerking om als buitenwettelijk b-
orgaan te worden aangemerkt. Er moet aan 2 vereisten zijn voldaan:
1) Inhoudelijk vereiste: de criteria voor geldverstrekking door het orgaan in
kwestie moet in beslissende mate door 1 of meer a-orgaan worden bepaald.
Of sprake is van in beslissende mate, wordt door rechter casuïstisch
bepaald
2) Financieel vereiste: financiering van de verstrekking door het orgaan van
de privaatrechtelijke RP is in grote mate (meer dan tweederde) afkomstig
van 1 of meer A-orgaan. Niet moet worden gekeken naar de totale
financiering van de privaatrechtelijke RP, maar naar de financiering die is
gemoeid bij de verstrekking van gelden voor een bepaalde doelstelling.

9 uitzonderingen in art. 1:1 Awb
- Wetgevende macht (=regering en staten generaal)
- Kamers en verenigde vergadering van SG
- Onafhankelijke, bij de wet ingestelde organen die met rechtspraak zijn belast, alsmede
de Raad voor de rechtspraak
- De Raad van State en zijn afdelingen
- De nationale ombudsman en substituten
- Voorzitters, leden, griffiers, secretarissen van b-f
- Commissie van toezicht op inlichtingen
- Toetsingscommissie inzet bevoegdheden

De verschillende wijzen waarop publiekrechtelijke bevoegdheden worden verkregen - te
weten via attributie, delegatie en mandaat – kunnen onderscheiden en definiëren aan de
hand van de Awb en deze kunnen
toepassen. Tussententamen voorbeeld
De aard van de bevoegdheid is niet relevant
Attributie: (10:22Awb) bij delegatie, staat altijd in de wet wanneer er
publiekrechtelijke bevoegdheid die wordt mag worden gedelegeerd. De bevoegdheid
verleend door een zelfstandig tot om delen van het omgevingsplan te delegeren
wetgeving bevoegde instantie,
staat in art. 2.8 Omgevingswet: mag alleen
oorspronkelijke wijze van
aan college B&W.
bevoegdheidstoebedeling. Regelgevende
bevoegdheid kan alleen worden
geattribueerd via de grondwet of een wet in formele zin, attributie van een
bestuursbevoegdheid (niet regelgevend) kan ook op lager niveau plaatsvinden. Kan zowel
naar privaatrechtelijke als publiekrechtelijke RP. Kan ook naar een ambtenaar, die wordt dan
als bestuursorgaan aangemerkt.

Delegatie: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn (krachtens attributie verkregen)
bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander bestuursorgaan dat deze bevoegdheid
onder eigen verantwoordelijkheid uitoefen (art. 10:13 Awb). Delegatie is alleen toegestaan als
de bevoegdheid daartoe in een wettelijk voorschrift is neergelegd (art. 10:15 Awb), dit is
noodzakelijk omdat delegatie een wijziging aanbrengt in de wettelijke
bevoegdheidstoebedeling. Als het oorspronkelijk bevoegde orgaan tot overdracht heeft

, besloten, kan dat orgaan de overgedragen bevoegdheid zelf niet meer uitoefenen (art. 10:17
Awb). Delegatie aan ondergeschikten is niet toegestaan (art. 10:14 Awb).

Mandaat: het betreft geen overdracht maar wordt
Tussententamen
door mandaatgever aan de gemandateerde
opgedragen om in zijn naam beslissingen te nemen Art. 10:3 lid 2a Awb: mandatering
of handelingen te verrichten. Art. 10:1 Awb: bevoegdheid vaststelling AVV kan
bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan niet. Tenzij bij de verlening van die
besluiten te nemen, de mandaatgever blijft dan nog bevoegdheid tot vaststelling van een
wel bevoegd (art. 10:7 Awb), het door de mandataris AVV in mandaatverlening is voorzien.
genomen besluit geldt dan als besluit van de Als de gemandateerde zich hierbij
mandaatgever (art. 10:2 Awb). houdt aan zorgvuldigheid en
Art. 10:3 lid 2 Awb, bevoegdheden die niet kunnen belangenafweging, verandert dit niet
worden gemandateerd: de situatie.
- Vaststellen van Avv’s, tenzij bij verlenen
bevoegdheid uitdrukkelijk is vastgesteld dat dit wel mag;
- Besluiten die met gekwalificeerde meerderheid moeten worden genomen of waarvan
de besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen mandaatverlening verzet.
3 soorten mandaat:
- Beslissingsmandaat: uitoefening bestuursbevoegdheid overgedragen aan ambtenaar
- Ondertekeningsmandaat: handtekening die onder het besluit staat is afkomstig van
ambtenaar die zelf geen betrokkenheid heeft gehad bij besluitvormingsprocedure maar
het plaatsen van handtekening wel vormvereiste is.
- Afdoeningsmandaat: mandaatgever draagt feitelijke handelingen die voor de
toepassing van een besluit verricht moeten worden op aan een ander.

Kunnen uitleggen hoe het legaliteitsbeginsel en specialiteitsbeginsel hun uitwerking vinden
in het bestuursrecht en deze begrippen kunnen toepassen.

Legaliteitsbeginsel: overheid mag niet ingrijpen in rechten en vrijheden van burgers zonder
dat daarvoor een uitdrukkelijke bevoegdheid is toegekend in een wettelijk voorschrift,
opgesteld door de democratisch gelegitimeerde wetgever. 2 aspecten legaliteitsbeginsel:
1) Overheid mag slechts handelen op basis van een wettelijke bevoegdheid. Over dit punt
bestaat discussie: moet dit ook als het begunstigend is voor de burger of niet?
2) De bij wet toegekende bevoegdheid door de overheid moet worden uitgeoefend in
overeenstemming met het recht.
Hiermee worden 3 doelstellingen gediend:
- Democratische legitimatie
- Rechtsgelijkheid: wet verzekert in de vorm van een algemene regel de gelijke
behandeling van burgers
- Rechtszekerheid: overheid mag alleen ingrijpen op grond van algemene, vooraf vast te
stellen regels, waardoor ingrijpen voorspelbaar wordt.

Specialiteitsbeginsel: art. 3:4 lid 1 Awb: bestuur mag bij het gebruikmaken van een wettelijk
toegekende bevoegdheid alleen díe belangen meewegen, die betreffende de betreffende
regeling specifiek beoogt te beschermen. Bevoegdheden worden door de wetgever met een
speciaal doel toegekend, en mogen alleen ter behartiging van dat doel worden gebruikt.
Anders kan het bestuur elke bevoegdheid gebruiken ter bevordering van het algemene belang,
waardoor er een groot gevaar voor willekeur bestaat. Zie ook ABRvS Jetski’s.
€6,46
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
elinasavelli
3,0
(1)

Ook beschikbaar in voordeelbundel

Thumbnail
Voordeelbundel
Goederenrecht + Bestuursrecht UU blok 2
-
2 2025
€ 12,42 Meer info

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
elinasavelli Universiteit Utrecht
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
6
Lid sinds
6 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
7
Laatst verkocht
1 week geleden

3,0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen