ATTITUDES/DENKFOUTEN (WEEK 1)
ATTITUDE
Attitude: verzameling van je meningen en voorkeuren – anderen, jezelf, objecten,
mensen, etc. Dit gaat automatisch “geneigdheid”.
3 fundamentele menselijke motieven
1. Behoefte om ons goed te voelen over onszelf identiteit
2. Behoefte om ergens bij te horen een band creëren/verbinding voelen
3. Behoefte om de wereld accuraat waar te nemen/weten waar je aan toe bent
houvast
Samenstelling attitude
Overweging : waarom je iets doet of vind
- Weinig overwegingen simpele/extreme attitude – geen ruimte voor nuance
- Veel overwegingen complexe en genuanceerde attitude
Tricomponent attitudemodel :
1. Affectieve component : wat voel je erbij?
2. Cognitieve component : wat weet je er van?
3. Gedragsmatige component : wat doe je ermee / hoe handel je ernaar? de
geneigdheid
Cognitie gebaseerde attitudes : Attitudes die voornamelijk gebaseerd zijn op iemands
opvattingen over en kennis van de eigenschappen van het desbetreffende object. (+/-
punten classificeren)
Affect gebaseerde attitudes : Attitudes die meer gebaseerd zijn op iemands gevoelens
en waarden ten opzichte van het desbetreffende object, i.p.v. de opvattingen en
eigenschappen ervan.
Dit kan een gevolg zijn van klassieke conditionering en operante
conditionering.
3 kenmerken
1. Niet het gevolg van een rationele beoordeling van de kwestie
2. Logica is niet sturen (amper gevoelig voor argumenten)
3. Vaak een sterke verband met iemands normen/waarden
Op gedrag gebaseerde attitudes : Attitudes die gebaseerd zijn op iemands observatie
van hoe diegene zich gedraagt tegenover het desbetreffende object. (observatie van
eigen gedrag)
Voorbeeld : “Ik hou van sporten omdat ik het vaak doe”.
2 soorten/niveaus attitudes
,Expliciete attitude : Attitude die we bewust onderschrijven en gemakkelijk kunnen
reproduceren (komen er uit als je er naar vraagt).
Bewust
Paraat
Helder
Meten :
1. Vragen - “wat vind je van..”
2. Attitudeschaal
Impliciete attitudes : Attitude die onwillekeurig, onbestuurbaar en vaak onbewust is
Onbewust
Onopzettelijk
Onbeheersbaar
Meten (Fysiologische reacties)
- Hoofdbewegingen
- Hartslag
- Huidgeleding
ATTITUDEVERANDERING
Persuasive communicatie : Een boodschap waarmee je een bepaalde kant van een
probleem of onderwerp bepleit met de bedoeling om te overtuigen.
Yale Attitude Change Approach : Onderzoek naar de omstandigheden waaronder
mensen het meest geneigd zijn om hun attitudes te veranderen als reactie op persuasive
communicatie, gericht op “wie zei wat tegen wie”. Wat belangrijk is, is de;
1. Bron van de boodschap
2. De aard van de boodschap
3. De aard van het publiek
Het blijft bij deze theorie wel onduidelijk welke van de 3 het belangrijkst is.
Elaboration likelihood model : theorie over 2 routes van informatieverwerking die tot
attitudeverandering kunnen leiden + de gevolgen.
- Centrale route naar overtuiging : Veel motivatie en mogelijkheid tot nadenken
cognitieve aandacht. Focus op gerelateerde info. Attitude verandert. Diepere
gedachten over boodschap en consequenties gedrag
Deze is duurzamer.
- Perifere route naar overtuiging : weinig motivatie en mogelijkheid tot
nadenken weinig aandacht. Neiging naar gedrag. gedrag attitude
verandert. Je vind er iets van, in overeenstemming met je gedrag ondanks alle
nadelen (reductie van cognitieve dissonantie).
Deze is minder stabiel.
, Angstopwekkende communicatie : Persuasieve boodschap die de attitudes van
mensen d.m.v. angst probeert te veranderen. Dit heeft alleen effect als mensen ervan
overtuigd zijn dat ze iets kunnen doen om het geschetste gevaar te verminderen.
Belangrijk om te weten:
- Zoveel mogelijk angst moet er geroepen worden dat mensen aandacht willen
besteden aan je argumenten maar niet zoveel dat ze afhaken of je boodschap
verdraaien.
- Er moeten enkele, duidelijke instructies gegeven worden hoe mensen het
ongewenste gedrag minder kunnen vertonen. Zo kunnen zij hun angst reduceren
en niet erin doorschieten.
Heuristisch-systematisch model van overtuiging : Theorie over de 2 manieren
waarop persuasieve communicatie tot attitudeverandering kan leiden – door gebruik te
maken van heuristieken of door de argumenten systematisch te verwerken.
Via de perifere route gebruiken mensen heuristieken (aannames maken om snel te
kunnen oordelen)
Key take-aways:
Hoe minder je van iets weet, hoe sterker je attitude
Hoe meer je van iets weet, hoe genuanceerder je attitude
De componenten van attitudes kunnen uit elkaar liggen en zo staat
ons gedrag haaks op wat we vinden (impliciet vs. Expliciet)
Ons gedrag stuurt onze attitude op gedachteloze momenten
(SOCIALE) COGNITIES
Sociale cognitie: Hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld oordelen
vormen + beslissingen nemen
- Automatisch denken : Denken dat onbewust, onopzettelijk en zonder
inspanning plaatsvindt.
- Gecontroleerd denken : Denken dat bewust, opzettelijk uit vrije wil +
inspanning plaatsvindt.
Dit doen we aan de hand van schema’s (categoriseren van de sociale wereld + kennis
die we hebben over vele zaken; sociale rollen en andere mensen bijv.) en scripts
(schema’s van specifieke gebeurtenissen).