Samenvatting Testen en Meten - Psychometrics an Introduction

1


Testen en meten
Blok 3
Boek, hoorcolleges & kennisclips


Psychometrics An Introduction

Psychometrie =
- De wetenschap van het meten van menselijke eigenschappen
o Kennis, vaardigheden, attitudes, persoonskenmerken
- Belangrijk binnen pedagogische wetenschappen

In de pedagogiek en onderwijswetenschappen wordt er indirect gemeten:
 Vragenlijst (een test waarbij je eerlijk antwoord moet geven)
 Observeren
 Test (een vragenlijst waarbij je je best moet doen)

Hoofdstuk 1: Psychometrie en het belang van psychologische metingen

Wanneer er wordt gesproken over psychologische testen, wordt er ook gesproken over
testen in de pedagogiek en onderwijswetenschappen.

Psychologische testen kunnen invloed uitoefenen op ons leven. Zo kan een persoon met een
IQ-score lager dan 70 nooit de doodstraf toegewezen krijgen in een Amerikaanse staat
(North Carolina).

Psychologische testen nemen een belangrijke rol in ons leven is. Het is dan ook van groot
belang dat deze testen van hoge kwaliteit zijn. Omdat de effect van het testen groot zijn is
het van belang om kennis te hebben van de kwaliteiten van psychologische testen.

Effecten van psychologische metingen in de context:
o Klinische context; lijdt een kind aan depressie? De resultaten uit de test leidden er tot
of een kind behandeld wordt of niet
o Onderwijskundige context; toegelaten tot een opleiding of niet?
o Politieke context
o Wetenschappelijke context; relatie tussen games en agressief gedrag. Meten van
agressief gedrag.

Voorbeelden van testen in de pedagogiek en onderwijswetenschappen:
- Pedagogiek > intelligentietesten, persoonlijkheidsvragenlijsten
- Onderwijswetenschappen > meten van leervorderingen, leerlingvolgsystemen, Cito-
eindtoets

Indirect of direct effect; het is belangrijk om kennis te hebben van de principes van
psychologisch testen

Psychometrie =
- Principes en concepten die belangrijk zijn voor het ontwerpen van
(psychologische)testen die van groot belang zijn.

Een testafnemer heeft de verantwoordelijkheid om kennis te hebben over de betekenis en de
kwaliteit van de test die wordt gebruikt. Misinterpretatie kan tot grote gevolgen leiden.

,2


 Het afnemen van een test kan met een HBO-niveau
 Een test begrijpen, daar is WO-niveau voor nodig
o Interpreteren van de testscores
o Correct gebruiken van de testinformatie

Waarneembaar gedrag en niet-waarneembare psychologische kenmerken:
 Waarneembaar: omringt met een vierkantje
o Gedrag (2 redenen om het gedrag te observeren/
meten van een persoon)
 Interesse in het specifieke gedrag van een persoon zoals
gezichtsuitdrukkingen
 Identificeren van waarneembaar gedrag en koppelen aan een niet-
waarneembaar psychologisch kenmerk zoals; intelligentie, depressie,
kennis en mogelijkheid om te leren
 Niet-waarneembaar: intelligentie, werkgeheugen, depressie etc.
o Niet direct waarneembaar
o Kan worden gemeten door een waarneembaar aspect te meten dat
overeenkomt met het niet-waarneembare aspect
o Hypothetisch construct, latentie trek, latente variabele (weergave door een
rondje)
o Drie belangrijke aspecten waarbij rekening moet worden gehouden bij het
meten van niet-waarneembare aspecten middels waarneembare aspecten:
 Het waarneembare gedrag geflecteerd het niet-waarneembare gedrag
 De opgave is theoretisch verbonden aan het niet-waarneembare
gedrag
 Het niet-waarneembare aspect bestaat




Je hebt een theorie nodig om het hypothetische construct en observeerbaar gedrag aan
elkaar te linken. Empirisch onderzoek is nodig om de ‘validiteit’ en ‘betrouwbaarheid’ te
bepalen:
- Validiteit = meet de test wat die moet meten
- Betrouwbaarheid = is de test precies genoeg (staat centraal in testen en
meten)

Psychologische testen worden ingezet om het gedrag te verzamelen dat hoort bij een
psychologisch kenmerk.

Voorbeeld bij het meten van het werkgeheugen: (cijferreeksen is een voorbeeld van een test
om het werkgeheugen te meten)
1. Er wordt een gevolgtrekking gemaakt van het waarneembare gedrag naar een niet-
waarneembaar psychologisch kenmerk
2. Het waarneembare gedrag moet theoretisch verbonden worden aan het
psychologische kenmerk

,3


3. Er wordt verwezen naar theoretische concepten om het menselijke gedrag te
verklaren. Het gaat hier om hypothetische constructen en latente variabelen (=
variabelen die niet direct worden waargenomen)
a. Operationele definities = het meten van constructen die we niet direct op het
eerste oog kunnen waarnemen om te meten (intelligentie, honger, depressie
en aandacht)

Definitie van psychologische tests:
 Chronbach > een psychologische test is een systematische procedure om het
gedrag tussen twee en meer personen te vergelijken
o De definitie van psychologische testen bestaat uit drie componenten,
 Gedragingen: De tests bestaan uit bepaalde gedragskenmerken
 Systematisch verzamelen van de gedragingen: De gedragskenmerken
moeten op een systematische manier worden verzameld
 Gedragingen worden gebruikt om mensen te vergelijken : Het doel van
de test is om het gedrag van twee of meer mensen te vergelijken
 Vergelijken van het gedrag op verschillende momenten van
dezelfde personen
o De test moet in staat zijn om verschillen tussen individuen te meten (inter-
individueel) of het verschil van één individu over de tijd (intra-individueel)
o Voorbeelden van psychologische testen (gezien de definitie van Cronbach) >
 Digit Span; er wordt gevraagd naar een gedraging (opnoemen van de
getallen), de gedraging wordt beoordeeld en er wordt een score aan
gegeven. Iedereen zit in dezelfde situatie en krijgt dezelfde opgaven
(systematisch).
 Tentamen; antwoord geven op de vragen (gedraging), systematische
manier, vergelijking met de score van andere studenten
 Een leraar die vraagt hoe met een kind gaat is geen test omdat dit niet
systematisch gebeurt.

Kenmerken van psychologische tests:
- Verschillende vormen > pen en papier, laboratorium-settings
- Kan ook bij één persoon worden afgenomen

Psychologische testen kunnen op de volgende punten verschillen:
 Verschillen in inhoud > intelligentietests, persoonlijkheidstesten, testen waarin iets
bereikt moet worden
 Verschillen in de antwoordmogelijkheden: open vragen, antwoorden zegen,
gesloten vragen.
 Verschillen in de methode: individuele opgestelde testen, testen die zijn opgesteld
voor een groep personen
 Verschillende doelen van de testscores,
o Criterium waarna wordt gewezen; keuze maken over het vaardigheidsniveau
van iemand. Er is sprake van een cut-off score als criterium, het is hierbij
gebruik om mensen in twee groepen te verdelen. Score van de respondent
wordt geïnterpreteerd onafhankelijk van de scores van anderen.
 Mensen die voldoen aan het criterium
 Mensen die niet voldoen aan het criterium
 Komen weinig voor >
 Tentamen
 Cito eindtoets basisonderwijs
 DSM

, 4




o De norm waarna wordt verwezen; begrijpen hoe het gedrag van iemand is
in tegenstelling tot een gedrag van een ander. De score van de
respondent wordt geïnterpreteerd t.o.v. de scores van andere
respondenten.
 Vergelijkingssteekproef (mensen die de test al hebben afgerond)
 Scores op norm-gerefereerde test zijn van lage waarde wanneer de
steekproef niet representatief is voor populatie of wanneer het
twijfelachtig is of diegene die is getest wel tot die populatie hoort
 Beck’s Depression Inventory

SAT en ACT:
- Worden ingezet om te kijken of een student toegelaten kan worden op de
universiteit. Dit is één testmoment.
- Nederland doet dit middels schakeltrajecten of een VWO-diploma

Het onderscheid tussen criterium- en norm-gerefereerde testen is echter wazig omdat:
o Criterium-gerefereerde testen zijn in principe altijd genormeerd. Cut-off scores zijn
namelijk niet random gekozen
o Scores van een norm-gerefereerde test worden gebruikt als cut-off scores

Onderscheid tussen snelle testen en krachtige testen:
 Snelheidstesten zijn testen met een tijdlimiet
o Er wordt niet verwacht om de hele test binnen de tijd af te krijgen
o Tellen van de beantwoorde vragen in de gegeven tijdsperiode
o Iedereen kan de test maken, de restrictie is de tijd
 Krachtige testen zijn niet verbonden aan een tijdlimiet
o Er wordt verwacht dat de hele test wordt ingevuld
o Wat moeilijkere opdrachten

Synoniemen voor tests: metingen, instrument, schaal, assessment. Een batterij is een
bundel van verschillende testen.

Psychometrie is de wetenschap die zich bezig houdt met de kenmerken van psychologische
testen. Het gaat hier om theoretische kenmerken van de tests die worden geëvalueerd.
 Kenmerken die weergegeven worden door theoretische concepten zoals validiteit en
betrouwbaarheid
 Procedures die worden ingezet om de kenmerken van de tests te meten en te
evalueren
 Type van scores

Het gaat hier om de volgende drie kenmerken waarmee de psychometrie zich bezighoudt;
1. Soort informatie die door de test wordt verkregen
2. De betrouwbaarheid van de data
3. Moeilijkheden met betrekking tot de validiteit van de verkregen data