Week 1
Hoofdstuk 2: Forensische orthopedagogiek: een juridisch kader
Kernpunten:
- Sinds 2015 ligt verantwoordelijkheid voor toegankelijkheid/kwaliteit van het
gehele spectrum aan jeugdhulp bij gemeenten
- Inspraak/participatie van kinderen en ouders in de trajecten binnen jeugdhulp
staat nog in kinderschoenen en verdient meer aandacht
- Opname van jeugdige in residentiele instelling voor jeugdhulp moet worden
gezien als een ultimum remedium: ontnemen vrijheid kan slechts op basis van
zwaarwegende redenen en dient ten goede te komen aan hun ontwikkeling
Participatie van jongeren in jeugdhulptraject is essentieel: positieve invloed op
ontwikkelen zelfvertrouwen en autonomie van kinderen
Internationale visie op rechten van kinderen (IVRK):
- belangrijkste instrument voor de bescherming vh kind
- verdrag verplicht ouders te ondersteunen in de verzorging en opvoeding van
hun kind. Pas in uiterste gevallen een uithuisplaatsing. Streng rechterlijke toets
voorafgaand: vrijheid kinderen pas ontnomen wanneer plaatsing in residentiele
instelling noodzakelijk is met het doel toe te zien op opvoeding
- ook als jeugdige en ouders niet eens zijn met uithuisplaatsing kan het alsnog
gebeuren. Als eerste kijken of jeugdige terecht kan bij andere familie, dan bij
vervangend gezin en pas als laatste in residentiele inrichting
- aan besluit uithuisplaatsing gaat een participatief proces vooraf waarin kind en
ouders zorgvuldig worden betrokken en aan hun mening een passend gewicht
wordt gehecht
Jeugdwet:
- va 1 jan. 2015, vervangt wet op de jeugdzorg
- belangrijkste verandering: jeugdzorg overgeheveld naar gemeente, die beleid
moet voeren over oa versterken van probleemoplossend vermogen van kinderen
en hun netwerk, preventie en signalering van problematiek en bieden van hulp
op maat
- forensische zorg aan jeugdigen: jeugdbescherming en jeugdreclassering.
- gemeenten hebben adviserende rol bij vragen en bepalen welke jeugdhulp moet
worden ingezet
Ondertoezichtstelling (OTS): gecertificeerde instelling mag toezicht houden op
het gezin
- kan opgelegd worden voor de duur van een jaar, kan daarna telkens verlengd
worden met een jaar
Uithuisplaatsing mag alleen met machtiging van de rechter
- aan machtiging dient indicatiebesluit ten grondslag te liggen
Verantwoorde hulp: hulp van goed niveau, die veilig, doeltreffend, doelmatig en
clientgericht wordt verleend en is afgestemd op de reële behoefte van de
jeugdige of ouder
,Vrijheidsbeperkende middelen: alleen als ze in hulpverleniningsplan zijn
opgenomen, voor zover noodzakelijk voor de veiligheid van de jeugdige of
anderen of ter overbrugging noodsituaties
- hulpverleningsplan: vastgelegd welke maatregelen mogen worden toegepast,
onder welke voorwaarden en voor welke doelen
Dwangmiddelen en dwangmaatregelen kunnen door rechter worden getoetst aan
beginselen van subsidiariteit, proportionaliteit en doelmatigheid
Drang (preventieve jeugdbescherming): is niet wettelijk geregeld, kan leiden tot
verwarring
- geen juridisch waarborgen (zoals bezwaar en beroep)
Kinderen jonger dan 12 jaar: niet strafrechterlijk vervolgd worden
Adolescentenstrafrecht (per april 2014):
- flexibele toepassing van jeugd- en volwassenenstrafrecht rond leeftijd 18-23
jaar
- reden hiervoor: bij jongvolwassenen kan sprake zijn van nog onvoltooide
emotionele, sociale, morele en intellectuele ontwikkeling
- concretisering van welke jongvolwassenen in aanmerking komen voor
jeugdsanctionering is overgelaten aan de praktijk
Advies- en klachtenbureau jeugdzorg (AKJ):
- opgericht in 1971 en voert sinds 2015 landelijk vertrouwenswerk in jeugdhulp
obv jeugdwet en wet maatschappelijke ondersteuning
- gaat om het recht gehoort te worden in situaties waarin jeugdigen en/of
ouders/verzorgers zich door het handelen van de overheid in een
afhankelijkheidspositie bevinden.
België: jeugdigen mogen vertrouwenspersoon uit eigen omgeving aanwijzen die
hen helpt hun rechten en belangen te behartigen
- zorginstellingen moeten deze vertrouwenspersoon informeren over genomen
besluiten
- gestoeld op een preventieve gedachte: een informele steunfiguur wordt door de
jongere zelf gekozen om hem/haar te vertegenwoordigen en zodoende passende
hulp te vinden en misstanden te voorkomen
Hoofdstuk 29: geschiedenis van de residentiele jeugdhulp
Residentiele jeugdhulp: vorm van jeugdhulp waarbij jongeren dag en nacht buiten
hun eigen omgeving verblijven
- tot 2015 werd gesproken van jeugdzorg, term veranderd
- duur behandeling kan oplopen van kortdurende crisisopvang tot long stay-
leefgroepen
- kan zowel open als gesloten zijn
- doelen: veilige basis creëren voor jongeren en toewerken naar zelfstandigheid
of terug naar huis, weer deel te kunnen nemen aan de maatschappij
- naast bovenstaande doelen is plaatsing gericht op specifieke indicatie: de crisis
dient gestabiliseerd te worden, vaardigheden voor zelfstandig wonen dienen
aangeleerd te worden, specifieke gedragsproblematiek dient behandeld te
worden
- complexe meervoudige problematiek met sprake van eerdere hulpverlening
,Open plaatsing: door en in samenwerking met ouders aangevraagd (bijv. een
gezinshuis)
Gesloten plaatsing: kan door civielrechtelijke of strafrechtelijke maatregel
Ontstaan residentiele jeugdhulp: 1491, eerste weeshuis gevestigd. 1833, eerste
jeugdgevangenis
Begin twintigste eeuw
- 1905: kinderwetten ingevoerd: heropvoeding voorrang boven vergelding in
jeugdstrafrecht. Maakten mogelijk dat overheid kon ingrijpen wanneer ouders
taak als opvoeder verwaarloosden
Verzuilde structuur: versnippering en coordinatieproblemen binnen residentiele
jeugdhulp
- plaatsing hing niet af van problematiek maar van beschikbare aanbod aan
residentiele voorzieningen, financiele afwegingen en vooral kerkelijke of
levensbeschouwelijke overwegingen
- roeping gold boven beroep: alleen kinderrechter was een wettelijke vereiste
voor
Na WO-II: professionalisering van jeugdhulp
- zedelijkheidsoffensief: pedagogisch offensief gericht op heropvoeding van de
jeugd. Overheid zorgde voor meer geld: meer invloed: meer richtlijnen
- gem. groepsgrootte daalde, meer pedagogen per groep
- cursussen kinderbescherming-A en kinderbescherming-B: landelijk gewaarborgd
diploma vd jeugdhulp
- jaren voor de oorlog: vooral beroep op psychiater. Na de oorlog:
kinderpsychiatrie, psychologie en orthopedagogiek
Jaren zestig en zeventig: keerpunt voor de residentiele jeugdhulp:
- sociale en culturele revolutie: sterke nadruk op mondigheid van de burger ->
toenemende afkeer van disciplinerende maatregelen en andere inschatting van
risico’s jeugdcriminaliteit
- jongere moet zich niet aan maatschappij aanpassen maar maatschappij aan
jongere
- repressieve model vervangen door beschermingsmodel: jongeren meer gezien
als slachtoffer
- weinig vertrouwen in effectiviteit residentiele jeugdhulp
- 1965: bij wet bepaald dat residentiele zorg moet ipv naar levensbeschouwing
georganiseerd worden naar behandeling. Veel instellingen gesloten en
overheidsbezuinigingen
Eind twintigste eeuw: herstructurering van jeugdhulp:
- eind jaren 80 nam geloof in effectiviteit interventies toe en vraag naar
jeugdhulp groeide
- fundamentele herstructurering: aantal grootschalige instellingen nam af en er
kwamen meer kleinschalige vormen van residentiele jeugdhulp
- veel instellingen fuseerden
- nadruk op alternatieve vormen van jeugdhulp: pleegzorg en ambulante
hulpverlening
- hoge kosten, overheid twijfelt aan effectiviteit residentiele jeugdinrichtingen:
bezuinigingen
, Afgelopen decennia: verregaande professionalisering en evidence-based
behandeling
- beschermingsmodel -> behandelmodel: er wordt gekeken naar de
kwetsbaarheden en traumatisering van de jongere die ommwille hiervan
specifieke behoeften heeft. Omslag werd bevorderd door inzichten neurobiologie
die aantoonden dat verwaarlozing, mishandeling en misbruik invloed hebben op
de ontwikkeling van het zenuwstelsel en de hersenen
- ipv aanbodgericht steeds meer vraaggericht werken, opstellen individuele
behandelplan werd de norm
- jongeren steeds meer eigen stem, klachtenregeling en commissies ingesteld
- IVRK in 1989 opgesteld: jongeren bij wet gezien als volwaardige burgers met
rechten en plichten
- verkleining autonomie medewerker door protocollering en controle, evidence-
based werken werd de norm
Begin 21e eeuw: scheiding civiel- en strafrechterlijke plaatsingen
- 2008: jeugdzorgPlus: gesloten vorm van residentiele jeugdhulp voor jongeren
die uit huis worden geplaatst in kader van civielrechterlijke maatregel.
Gescheiden van jongeren met strafrechterlijke maatregel (dit kon voor 2008 nog
wel samen)
in jaren daarna een stijging in aantal plaatsingen. Niet in lijn met doelstellingen
jeugdwet 2015. Sinds 2018 weer daling in cijfers
JJI’s: waar jongeren met strafrechterlijke maatregel geplaatst worden
- jaren 80/90: capaciteit groeide
- 2007-2010: capaciteit halveerde. Verklaard door JeugdzorgPlus in 2008 en
terugloop van aantal jongeren tov gehele bevolking
- instroom en verblijfsduur in JJI’s zijn afgelopen jaren steeds verder afgenomen
en meerdere JJI’s zijn gesloten. Uitgangspunt: jongeren dicht bij hun eigen
leefsysteem te plaatsen, komt steeds meer onder druk te staan
- bieden allemaal zelfde hoge niveau van beveiliging, kan niet worden aangepast
aan individuele behoeften en noodzaak -> zorgen over kansen op succesvolle
resocialisatie van jongeren na periode van vrijheidsbeneming
- 2019: 5 kleinschalige lokale voorzieningen voor strafrechterlijke geplaatste
jongeren dichtbij leefsysteem zodat beschermende factoren kunnen worden
gecontinueerd
- overgebleven jji’s zullen doorontwikkelen tot landelijke specialistische
voorzieningen
Focus meer komen te liggen op indicatie van niet-residentiele vormen van
jeugdhulp
- relatieve toename van jongeren met forse problematiek
- va 2014 ook mogelijk om jongeren tot 23 te plaatsen. Hierbij ligt focus meer op
arbeidsbemiddeling dan op scholing
Weijers Hoofdstuk 1: jeugdcriminaliteit: wetenschap, media en politiek
Belgie: mogelijk om gemeentelijk administratieve sacties (GAS) op te leggen aan
minderjarigen
- aantal procedures (ouderlijke betrokkenheiden bemiddeling) en sancties (boete
en geemschapsdienst) wordt nu afgehandeld door ambtenaren
- hiermee onstond parallel systeem met minder rechtswaarborgen voor jongeren
Hoofdstuk 2: Forensische orthopedagogiek: een juridisch kader
Kernpunten:
- Sinds 2015 ligt verantwoordelijkheid voor toegankelijkheid/kwaliteit van het
gehele spectrum aan jeugdhulp bij gemeenten
- Inspraak/participatie van kinderen en ouders in de trajecten binnen jeugdhulp
staat nog in kinderschoenen en verdient meer aandacht
- Opname van jeugdige in residentiele instelling voor jeugdhulp moet worden
gezien als een ultimum remedium: ontnemen vrijheid kan slechts op basis van
zwaarwegende redenen en dient ten goede te komen aan hun ontwikkeling
Participatie van jongeren in jeugdhulptraject is essentieel: positieve invloed op
ontwikkelen zelfvertrouwen en autonomie van kinderen
Internationale visie op rechten van kinderen (IVRK):
- belangrijkste instrument voor de bescherming vh kind
- verdrag verplicht ouders te ondersteunen in de verzorging en opvoeding van
hun kind. Pas in uiterste gevallen een uithuisplaatsing. Streng rechterlijke toets
voorafgaand: vrijheid kinderen pas ontnomen wanneer plaatsing in residentiele
instelling noodzakelijk is met het doel toe te zien op opvoeding
- ook als jeugdige en ouders niet eens zijn met uithuisplaatsing kan het alsnog
gebeuren. Als eerste kijken of jeugdige terecht kan bij andere familie, dan bij
vervangend gezin en pas als laatste in residentiele inrichting
- aan besluit uithuisplaatsing gaat een participatief proces vooraf waarin kind en
ouders zorgvuldig worden betrokken en aan hun mening een passend gewicht
wordt gehecht
Jeugdwet:
- va 1 jan. 2015, vervangt wet op de jeugdzorg
- belangrijkste verandering: jeugdzorg overgeheveld naar gemeente, die beleid
moet voeren over oa versterken van probleemoplossend vermogen van kinderen
en hun netwerk, preventie en signalering van problematiek en bieden van hulp
op maat
- forensische zorg aan jeugdigen: jeugdbescherming en jeugdreclassering.
- gemeenten hebben adviserende rol bij vragen en bepalen welke jeugdhulp moet
worden ingezet
Ondertoezichtstelling (OTS): gecertificeerde instelling mag toezicht houden op
het gezin
- kan opgelegd worden voor de duur van een jaar, kan daarna telkens verlengd
worden met een jaar
Uithuisplaatsing mag alleen met machtiging van de rechter
- aan machtiging dient indicatiebesluit ten grondslag te liggen
Verantwoorde hulp: hulp van goed niveau, die veilig, doeltreffend, doelmatig en
clientgericht wordt verleend en is afgestemd op de reële behoefte van de
jeugdige of ouder
,Vrijheidsbeperkende middelen: alleen als ze in hulpverleniningsplan zijn
opgenomen, voor zover noodzakelijk voor de veiligheid van de jeugdige of
anderen of ter overbrugging noodsituaties
- hulpverleningsplan: vastgelegd welke maatregelen mogen worden toegepast,
onder welke voorwaarden en voor welke doelen
Dwangmiddelen en dwangmaatregelen kunnen door rechter worden getoetst aan
beginselen van subsidiariteit, proportionaliteit en doelmatigheid
Drang (preventieve jeugdbescherming): is niet wettelijk geregeld, kan leiden tot
verwarring
- geen juridisch waarborgen (zoals bezwaar en beroep)
Kinderen jonger dan 12 jaar: niet strafrechterlijk vervolgd worden
Adolescentenstrafrecht (per april 2014):
- flexibele toepassing van jeugd- en volwassenenstrafrecht rond leeftijd 18-23
jaar
- reden hiervoor: bij jongvolwassenen kan sprake zijn van nog onvoltooide
emotionele, sociale, morele en intellectuele ontwikkeling
- concretisering van welke jongvolwassenen in aanmerking komen voor
jeugdsanctionering is overgelaten aan de praktijk
Advies- en klachtenbureau jeugdzorg (AKJ):
- opgericht in 1971 en voert sinds 2015 landelijk vertrouwenswerk in jeugdhulp
obv jeugdwet en wet maatschappelijke ondersteuning
- gaat om het recht gehoort te worden in situaties waarin jeugdigen en/of
ouders/verzorgers zich door het handelen van de overheid in een
afhankelijkheidspositie bevinden.
België: jeugdigen mogen vertrouwenspersoon uit eigen omgeving aanwijzen die
hen helpt hun rechten en belangen te behartigen
- zorginstellingen moeten deze vertrouwenspersoon informeren over genomen
besluiten
- gestoeld op een preventieve gedachte: een informele steunfiguur wordt door de
jongere zelf gekozen om hem/haar te vertegenwoordigen en zodoende passende
hulp te vinden en misstanden te voorkomen
Hoofdstuk 29: geschiedenis van de residentiele jeugdhulp
Residentiele jeugdhulp: vorm van jeugdhulp waarbij jongeren dag en nacht buiten
hun eigen omgeving verblijven
- tot 2015 werd gesproken van jeugdzorg, term veranderd
- duur behandeling kan oplopen van kortdurende crisisopvang tot long stay-
leefgroepen
- kan zowel open als gesloten zijn
- doelen: veilige basis creëren voor jongeren en toewerken naar zelfstandigheid
of terug naar huis, weer deel te kunnen nemen aan de maatschappij
- naast bovenstaande doelen is plaatsing gericht op specifieke indicatie: de crisis
dient gestabiliseerd te worden, vaardigheden voor zelfstandig wonen dienen
aangeleerd te worden, specifieke gedragsproblematiek dient behandeld te
worden
- complexe meervoudige problematiek met sprake van eerdere hulpverlening
,Open plaatsing: door en in samenwerking met ouders aangevraagd (bijv. een
gezinshuis)
Gesloten plaatsing: kan door civielrechtelijke of strafrechtelijke maatregel
Ontstaan residentiele jeugdhulp: 1491, eerste weeshuis gevestigd. 1833, eerste
jeugdgevangenis
Begin twintigste eeuw
- 1905: kinderwetten ingevoerd: heropvoeding voorrang boven vergelding in
jeugdstrafrecht. Maakten mogelijk dat overheid kon ingrijpen wanneer ouders
taak als opvoeder verwaarloosden
Verzuilde structuur: versnippering en coordinatieproblemen binnen residentiele
jeugdhulp
- plaatsing hing niet af van problematiek maar van beschikbare aanbod aan
residentiele voorzieningen, financiele afwegingen en vooral kerkelijke of
levensbeschouwelijke overwegingen
- roeping gold boven beroep: alleen kinderrechter was een wettelijke vereiste
voor
Na WO-II: professionalisering van jeugdhulp
- zedelijkheidsoffensief: pedagogisch offensief gericht op heropvoeding van de
jeugd. Overheid zorgde voor meer geld: meer invloed: meer richtlijnen
- gem. groepsgrootte daalde, meer pedagogen per groep
- cursussen kinderbescherming-A en kinderbescherming-B: landelijk gewaarborgd
diploma vd jeugdhulp
- jaren voor de oorlog: vooral beroep op psychiater. Na de oorlog:
kinderpsychiatrie, psychologie en orthopedagogiek
Jaren zestig en zeventig: keerpunt voor de residentiele jeugdhulp:
- sociale en culturele revolutie: sterke nadruk op mondigheid van de burger ->
toenemende afkeer van disciplinerende maatregelen en andere inschatting van
risico’s jeugdcriminaliteit
- jongere moet zich niet aan maatschappij aanpassen maar maatschappij aan
jongere
- repressieve model vervangen door beschermingsmodel: jongeren meer gezien
als slachtoffer
- weinig vertrouwen in effectiviteit residentiele jeugdhulp
- 1965: bij wet bepaald dat residentiele zorg moet ipv naar levensbeschouwing
georganiseerd worden naar behandeling. Veel instellingen gesloten en
overheidsbezuinigingen
Eind twintigste eeuw: herstructurering van jeugdhulp:
- eind jaren 80 nam geloof in effectiviteit interventies toe en vraag naar
jeugdhulp groeide
- fundamentele herstructurering: aantal grootschalige instellingen nam af en er
kwamen meer kleinschalige vormen van residentiele jeugdhulp
- veel instellingen fuseerden
- nadruk op alternatieve vormen van jeugdhulp: pleegzorg en ambulante
hulpverlening
- hoge kosten, overheid twijfelt aan effectiviteit residentiele jeugdinrichtingen:
bezuinigingen
, Afgelopen decennia: verregaande professionalisering en evidence-based
behandeling
- beschermingsmodel -> behandelmodel: er wordt gekeken naar de
kwetsbaarheden en traumatisering van de jongere die ommwille hiervan
specifieke behoeften heeft. Omslag werd bevorderd door inzichten neurobiologie
die aantoonden dat verwaarlozing, mishandeling en misbruik invloed hebben op
de ontwikkeling van het zenuwstelsel en de hersenen
- ipv aanbodgericht steeds meer vraaggericht werken, opstellen individuele
behandelplan werd de norm
- jongeren steeds meer eigen stem, klachtenregeling en commissies ingesteld
- IVRK in 1989 opgesteld: jongeren bij wet gezien als volwaardige burgers met
rechten en plichten
- verkleining autonomie medewerker door protocollering en controle, evidence-
based werken werd de norm
Begin 21e eeuw: scheiding civiel- en strafrechterlijke plaatsingen
- 2008: jeugdzorgPlus: gesloten vorm van residentiele jeugdhulp voor jongeren
die uit huis worden geplaatst in kader van civielrechterlijke maatregel.
Gescheiden van jongeren met strafrechterlijke maatregel (dit kon voor 2008 nog
wel samen)
in jaren daarna een stijging in aantal plaatsingen. Niet in lijn met doelstellingen
jeugdwet 2015. Sinds 2018 weer daling in cijfers
JJI’s: waar jongeren met strafrechterlijke maatregel geplaatst worden
- jaren 80/90: capaciteit groeide
- 2007-2010: capaciteit halveerde. Verklaard door JeugdzorgPlus in 2008 en
terugloop van aantal jongeren tov gehele bevolking
- instroom en verblijfsduur in JJI’s zijn afgelopen jaren steeds verder afgenomen
en meerdere JJI’s zijn gesloten. Uitgangspunt: jongeren dicht bij hun eigen
leefsysteem te plaatsen, komt steeds meer onder druk te staan
- bieden allemaal zelfde hoge niveau van beveiliging, kan niet worden aangepast
aan individuele behoeften en noodzaak -> zorgen over kansen op succesvolle
resocialisatie van jongeren na periode van vrijheidsbeneming
- 2019: 5 kleinschalige lokale voorzieningen voor strafrechterlijke geplaatste
jongeren dichtbij leefsysteem zodat beschermende factoren kunnen worden
gecontinueerd
- overgebleven jji’s zullen doorontwikkelen tot landelijke specialistische
voorzieningen
Focus meer komen te liggen op indicatie van niet-residentiele vormen van
jeugdhulp
- relatieve toename van jongeren met forse problematiek
- va 2014 ook mogelijk om jongeren tot 23 te plaatsen. Hierbij ligt focus meer op
arbeidsbemiddeling dan op scholing
Weijers Hoofdstuk 1: jeugdcriminaliteit: wetenschap, media en politiek
Belgie: mogelijk om gemeentelijk administratieve sacties (GAS) op te leggen aan
minderjarigen
- aantal procedures (ouderlijke betrokkenheiden bemiddeling) en sancties (boete
en geemschapsdienst) wordt nu afgehandeld door ambtenaren
- hiermee onstond parallel systeem met minder rechtswaarborgen voor jongeren