Molecular Biology of the Cell – Hoofdstuk 19
Simpel columnair epitheel: een enkele cellaag op een basale lamina.
- De apex staat vrij in het extracellulaire medium.
o Tight junctions verbinden cellen stevig bij de apex.
- De laterale zijdes vormen junctions met elkaar.
o Anchoring junctions verbinden het cytoskelet van twee cellen met elkaar.
Adherence junctions verbinden actine filamenten
Desmosomen verbinden intermediaire filamenten
o Bij de basale zijde verbinden gap junctions het cytoplasma van twee cellen.
- De basale zijde staat op de basale lamina
o Anchoring junctions verbinden het cytoskelet met de basale lamina.
Actine-linked cell-matrix junctions verbinden de actine filamenten
Hemidesmosomen verbinden de intrmediaire filamenten
Er zijn twee families transmembraan eiwitten die het cytoskelet verbinden: cadherines verbinden
cellen aan elkaar, integrines verbinden cellen aan de matrix. Binnen de familie bestaan er eiwitten
die of aan actine of aan intermediaire filamenten binden.
De cel-cel anchoring junctions dienen vooral om kracht van buiten te weerstaan en te voorkomen dat
een cellaag uit elkaar getrokken wordt.
Cadherines zijn afhankelijk van Ca. Klassieke cadherines (E-cadherine, N-cadherine en P-cadherine)
lijken zowel in sequentie van extracellulaire en intracellulaire domein op elkaar. Non-klassieke
cadherines worden vooral in de hersenen gevonden. De hele cadherine superfamilie kent meer dan
180 eiwitten in de mens. Binding van cadherines is homofiel: elk type cadherine bindt alleen maar
aan zichzelf.
Elk cadherine heeft een extracellulair domein met kopieën van het extracellulair cadherine (EC)
domein. De homofiele binding gebeurt aan de N-terminale tips. Elke tip heeft een knobbel en een
zakje, waarbij de knobbel van het ene molecuul in het zakje van het andere molecuul gaat. Ca ionen
voorkomen dat de cadherine moleculen buigen. Ook zorgen Ca ionen voor een verhoogde
bindingsaffiniteit aan de N-terminus. De bindingen zijn altijd relatief zwak en vele van deze bindingen
zijn nodig voor een echt stevige structuur.
Door de homofiele binding komen alle cellen van een weefsel bij elkaar te liggen. Bij een
ontwikkelend embryo zijn er veranderingen in cadherine expressie te zijn bij het vormen van de
neurale buis. Het ectoderm blijft E-cadherine tot expressie brengen, de vormende buis krijgt N-
cadhrine en de neuronale lijstcellen krijgen cadherine 7 (wat later weer N-cadherine wordt). Ook de
hoeveelheid cadherine die tot expressie komt heeft een invloed op het uitsorteren van de cellen.
De epithelial-mesenchymal transition is afhankelijk van de transcriptiefactoren Slug, Snail en Twist.
Dit doen ze bijvoorbeeld door E-cadherine expressie te onderdrukken. Mutaties die E-cadherine
verstoren worden vaak gevonden in kanker.
De binding van cadherine aan het cytoskelet is indirect.
Bij adherence junctions:
- De cytoplasmatische staart van cadherine bindt aan B-catenine en p120-catenine. A-catenine
interacteert met B-catenine en vormen een dynamische koppeling naar actine filamenten.
Bij desmosomen:
- Cadhrines worden aan intermediaire filamenten gekoppeld door plakglobine.
Simpel columnair epitheel: een enkele cellaag op een basale lamina.
- De apex staat vrij in het extracellulaire medium.
o Tight junctions verbinden cellen stevig bij de apex.
- De laterale zijdes vormen junctions met elkaar.
o Anchoring junctions verbinden het cytoskelet van twee cellen met elkaar.
Adherence junctions verbinden actine filamenten
Desmosomen verbinden intermediaire filamenten
o Bij de basale zijde verbinden gap junctions het cytoplasma van twee cellen.
- De basale zijde staat op de basale lamina
o Anchoring junctions verbinden het cytoskelet met de basale lamina.
Actine-linked cell-matrix junctions verbinden de actine filamenten
Hemidesmosomen verbinden de intrmediaire filamenten
Er zijn twee families transmembraan eiwitten die het cytoskelet verbinden: cadherines verbinden
cellen aan elkaar, integrines verbinden cellen aan de matrix. Binnen de familie bestaan er eiwitten
die of aan actine of aan intermediaire filamenten binden.
De cel-cel anchoring junctions dienen vooral om kracht van buiten te weerstaan en te voorkomen dat
een cellaag uit elkaar getrokken wordt.
Cadherines zijn afhankelijk van Ca. Klassieke cadherines (E-cadherine, N-cadherine en P-cadherine)
lijken zowel in sequentie van extracellulaire en intracellulaire domein op elkaar. Non-klassieke
cadherines worden vooral in de hersenen gevonden. De hele cadherine superfamilie kent meer dan
180 eiwitten in de mens. Binding van cadherines is homofiel: elk type cadherine bindt alleen maar
aan zichzelf.
Elk cadherine heeft een extracellulair domein met kopieën van het extracellulair cadherine (EC)
domein. De homofiele binding gebeurt aan de N-terminale tips. Elke tip heeft een knobbel en een
zakje, waarbij de knobbel van het ene molecuul in het zakje van het andere molecuul gaat. Ca ionen
voorkomen dat de cadherine moleculen buigen. Ook zorgen Ca ionen voor een verhoogde
bindingsaffiniteit aan de N-terminus. De bindingen zijn altijd relatief zwak en vele van deze bindingen
zijn nodig voor een echt stevige structuur.
Door de homofiele binding komen alle cellen van een weefsel bij elkaar te liggen. Bij een
ontwikkelend embryo zijn er veranderingen in cadherine expressie te zijn bij het vormen van de
neurale buis. Het ectoderm blijft E-cadherine tot expressie brengen, de vormende buis krijgt N-
cadhrine en de neuronale lijstcellen krijgen cadherine 7 (wat later weer N-cadherine wordt). Ook de
hoeveelheid cadherine die tot expressie komt heeft een invloed op het uitsorteren van de cellen.
De epithelial-mesenchymal transition is afhankelijk van de transcriptiefactoren Slug, Snail en Twist.
Dit doen ze bijvoorbeeld door E-cadherine expressie te onderdrukken. Mutaties die E-cadherine
verstoren worden vaak gevonden in kanker.
De binding van cadherine aan het cytoskelet is indirect.
Bij adherence junctions:
- De cytoplasmatische staart van cadherine bindt aan B-catenine en p120-catenine. A-catenine
interacteert met B-catenine en vormen een dynamische koppeling naar actine filamenten.
Bij desmosomen:
- Cadhrines worden aan intermediaire filamenten gekoppeld door plakglobine.
