14.1. Seksualiteit en intimiteit
Iedereen heeft zo zijn eigen gedachten over wat die onder seksualiteit
vindt vallen en wat onder intimiteit. Als professional krijg je te maken met
behoeften van kinderen en jongeren ook op het gebied van seksualiteit en
intimiteit.
Seksualiteit
Onder seksualiteit verstaan we alle uitingen op het gebied van het
geslachtsleven. Zo breed als de definitie van het begrip is, zo breed is ook
de uitleg ervan. Seksualiteit vormt zich door gedragingen, emoties en
gedachten. De Wereldgezondheidsorganisatie gaat uit van de definitie:
“Seksualiteit is een centraal aspect van het mens-zijn, gedurende het hele
leven en omvat geslachts- en genderidentiteiten en -rollen, seksuele
geaardheid, erotiek, plezier, intimiteit en voorplanting. Seksualiteit wordt
ervaren en uitgedrukt in gedachten, fantasieën, verlangens,
overtuigingen, houdingen, waarden, gedragingen, praktijken, rollen en
relaties. Hoewel seksualiteit al die dimensies kan omvatten, ervaar je ze
niet altijd of druk je ze niet uit. Seksualiteit wordt beïnvloed door de
interactie van biologische, psychologische, sociale, economische, politieke,
culturele, ethische, juridische, historische, religieuze en spirituele
factoren.”
Intimiteit
Bij Intimiteit moet je denken aan verbondenheid tussen twee mensen.
Deze verbondenheid kan lichamelijk, emotioneel of spiritueel zijn.
Intimiteit kan een onderdeel van seksualiteit zijn, maar dat hoeft niet. Je
kunt ook intiem zijn met een vriendin of vriend waarmee je geen seksuele
relatie hebt. Andersom kun je ook seks hebben met iemand zonder
verbondenheid te ervaren. Bij fysieke intimiteit denkt men meestal aan
seksuele omgang. Ook dicht bij elkaar zitten, knuffelen en hand in hand
lopen zijn uitingen van fysieke intimiteit. Emotionele intimiteit betekent
dat je gevoelens met elkaar deelt, zo kun je ook met je ouders of kinderen
emotioneel intiem zijn. Spiritueel intiem zijn, is niet voor iedereen
weggelegd. Mensen met een filosofische of levensbeschouwelijke
opvatting kunnen zich nabij de ander voelen doordat ze eenzelfde kijk op
het leven delen.
Seksuele vorming
Seksuele vorming is erop gericht mensen (jong en oud) te ondersteunen in
hun ontwikkeling tot een persoon die respect heeft voor zichzelf en voor
anderen, bewust van normen en waarden, van zichzelf en van de ander.
En tot een persoon die gefundeerde beslissingen kan nemen op het gebied
van seksualiteit. Seksuele vorming reikt verder dan seksuele voorlichting.
, Je bent niet alleen bezig met informatieoverdracht, maar ook met
meningsvorming en het aanleren van vaardigheden. Door al op jonge
leeftijd te starten met seksuele en relationele vorming, raken kinderen
vertrouwd met het thema. Ze krijgen hierdoor betrouwbare informatie,
durven eerder vragen te stellen over seksualiteit, ontwikkelen waarden en
normen, ontwikkelen weerbaarheid en leren respectvol met elkaar
omgaan. Een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of school kan met
educatie en een veilig speel- en leerklimaat bijdragen aan een gezonde
seksuele opvoeding van kinderen.
Ontwikkeling versus opvoeding
De seksuele ontwikkeling start vanaf de geboorte en is een levenslang
proces. Van het ontdekken door alles in de mond te stoppen (baby) tot
nieuwsgierig zijn naar het andere geslacht (peuter). Maar ook het leren
vormen van vriendschappen en het aangaan van relaties in de
schoolleeftijd. Alles vormend tot aan de prepuberteit, waar de seksuele
rijping van het lichaam van het kind begint. Om deze seksuele
ontwikkeling goed te kunnen ondersteunen, sluit je in de seksuele
opvoeding aan bij de volgende ontwikkelingsfase. Dat doe je op drie
niveaus:
kennis overdragen
vaardigheden aanleren
attitudes en intenties vormen.
Kennis overdragen
Je geeft kinderen juiste en genuanceerde informatie over seksualiteit, het
liefst gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Zo geef je aan wat de
voordelen van de anticonceptiepil zijn, maar je legt ook de nadelen uit.
Kinderen van nul tot vier leer je lichaamsdelen kennen, kennis over
lichaamsverzorging en de verschillen tussen jongens en meisjes. Kinderen
van vier tot zes leer je fabels uit te sluiten, zoals ‘een baby komt van de
ooievaar’. Of je leert ze hoe je liefde uit. En je leert een kind
vriendschappen sluiten en aangaan. Een kind van zes tot negen leer je
basale kennis over voortplanting en keuzes over ouderschap en seksuele
diversiteit. Kinderen van negen tot twaalf leer je onder meer feiten over
voortplanting en gezinsplanning, lichaamshygiëne en het herkennen van
emoties. Kinderen vanaf twaalf reik je kennis aan als ze er om vragen,
zoals kennis over zelfbeeld, ouderschap en sekseverschillen in beleving.
Vaardigheden aanleren
Enkele voorbeelden van vaardigheden die je in de seksuele opvoeding
aanleert, dat je kinderen tussen de nul en de vier jaar leert gevoelens te
Iedereen heeft zo zijn eigen gedachten over wat die onder seksualiteit
vindt vallen en wat onder intimiteit. Als professional krijg je te maken met
behoeften van kinderen en jongeren ook op het gebied van seksualiteit en
intimiteit.
Seksualiteit
Onder seksualiteit verstaan we alle uitingen op het gebied van het
geslachtsleven. Zo breed als de definitie van het begrip is, zo breed is ook
de uitleg ervan. Seksualiteit vormt zich door gedragingen, emoties en
gedachten. De Wereldgezondheidsorganisatie gaat uit van de definitie:
“Seksualiteit is een centraal aspect van het mens-zijn, gedurende het hele
leven en omvat geslachts- en genderidentiteiten en -rollen, seksuele
geaardheid, erotiek, plezier, intimiteit en voorplanting. Seksualiteit wordt
ervaren en uitgedrukt in gedachten, fantasieën, verlangens,
overtuigingen, houdingen, waarden, gedragingen, praktijken, rollen en
relaties. Hoewel seksualiteit al die dimensies kan omvatten, ervaar je ze
niet altijd of druk je ze niet uit. Seksualiteit wordt beïnvloed door de
interactie van biologische, psychologische, sociale, economische, politieke,
culturele, ethische, juridische, historische, religieuze en spirituele
factoren.”
Intimiteit
Bij Intimiteit moet je denken aan verbondenheid tussen twee mensen.
Deze verbondenheid kan lichamelijk, emotioneel of spiritueel zijn.
Intimiteit kan een onderdeel van seksualiteit zijn, maar dat hoeft niet. Je
kunt ook intiem zijn met een vriendin of vriend waarmee je geen seksuele
relatie hebt. Andersom kun je ook seks hebben met iemand zonder
verbondenheid te ervaren. Bij fysieke intimiteit denkt men meestal aan
seksuele omgang. Ook dicht bij elkaar zitten, knuffelen en hand in hand
lopen zijn uitingen van fysieke intimiteit. Emotionele intimiteit betekent
dat je gevoelens met elkaar deelt, zo kun je ook met je ouders of kinderen
emotioneel intiem zijn. Spiritueel intiem zijn, is niet voor iedereen
weggelegd. Mensen met een filosofische of levensbeschouwelijke
opvatting kunnen zich nabij de ander voelen doordat ze eenzelfde kijk op
het leven delen.
Seksuele vorming
Seksuele vorming is erop gericht mensen (jong en oud) te ondersteunen in
hun ontwikkeling tot een persoon die respect heeft voor zichzelf en voor
anderen, bewust van normen en waarden, van zichzelf en van de ander.
En tot een persoon die gefundeerde beslissingen kan nemen op het gebied
van seksualiteit. Seksuele vorming reikt verder dan seksuele voorlichting.
, Je bent niet alleen bezig met informatieoverdracht, maar ook met
meningsvorming en het aanleren van vaardigheden. Door al op jonge
leeftijd te starten met seksuele en relationele vorming, raken kinderen
vertrouwd met het thema. Ze krijgen hierdoor betrouwbare informatie,
durven eerder vragen te stellen over seksualiteit, ontwikkelen waarden en
normen, ontwikkelen weerbaarheid en leren respectvol met elkaar
omgaan. Een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of school kan met
educatie en een veilig speel- en leerklimaat bijdragen aan een gezonde
seksuele opvoeding van kinderen.
Ontwikkeling versus opvoeding
De seksuele ontwikkeling start vanaf de geboorte en is een levenslang
proces. Van het ontdekken door alles in de mond te stoppen (baby) tot
nieuwsgierig zijn naar het andere geslacht (peuter). Maar ook het leren
vormen van vriendschappen en het aangaan van relaties in de
schoolleeftijd. Alles vormend tot aan de prepuberteit, waar de seksuele
rijping van het lichaam van het kind begint. Om deze seksuele
ontwikkeling goed te kunnen ondersteunen, sluit je in de seksuele
opvoeding aan bij de volgende ontwikkelingsfase. Dat doe je op drie
niveaus:
kennis overdragen
vaardigheden aanleren
attitudes en intenties vormen.
Kennis overdragen
Je geeft kinderen juiste en genuanceerde informatie over seksualiteit, het
liefst gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Zo geef je aan wat de
voordelen van de anticonceptiepil zijn, maar je legt ook de nadelen uit.
Kinderen van nul tot vier leer je lichaamsdelen kennen, kennis over
lichaamsverzorging en de verschillen tussen jongens en meisjes. Kinderen
van vier tot zes leer je fabels uit te sluiten, zoals ‘een baby komt van de
ooievaar’. Of je leert ze hoe je liefde uit. En je leert een kind
vriendschappen sluiten en aangaan. Een kind van zes tot negen leer je
basale kennis over voortplanting en keuzes over ouderschap en seksuele
diversiteit. Kinderen van negen tot twaalf leer je onder meer feiten over
voortplanting en gezinsplanning, lichaamshygiëne en het herkennen van
emoties. Kinderen vanaf twaalf reik je kennis aan als ze er om vragen,
zoals kennis over zelfbeeld, ouderschap en sekseverschillen in beleving.
Vaardigheden aanleren
Enkele voorbeelden van vaardigheden die je in de seksuele opvoeding
aanleert, dat je kinderen tussen de nul en de vier jaar leert gevoelens te