8.1. Verzorgingsprotocollen
De kinderopvang of de school waar je werkt, stelt protocollen op. Zo weet
jij wat er van je verwacht wordt en hanteert elke pedagogisch medewerker
of onderwijsassistent dezelfde werkwijze. Werken volgens een protocol
betekent werken aan een veilige omgeving voor de kinderen. Bovendien
weten ouders, dankzij de protocollen, wat ze mogen verwachten. Alle
protocollen zijn gebaseerd op overheidsadvies of wetenschappelijk
onderzoek. De volgende protocollen kun je tegenkomen in de
kinderopvang of op een school:
ziekte en ongeval
voedselallergie
geneesmiddelen verstrekking
hoofdluis
huilen
veilig slapen
inbakeren
kinderen in de zon
hygiënewijzer
bewaarwijzer.
Ziekte en ongeval
Als een kind niet meer wil spelen, klaagt over pijn, veel wil slapen, veel of
lang huilt, warm aanvoelt of ineens minder praat, kan het ziek zijn. Een
kind dat ziek is, heeft meer zorg en aandacht nodig. Daarom bel je de
ouders. Zij komen het kind ophalen. Als er dringend gevaar is, bel je een
arts. Bijvoorbeeld als het kind plotseling benauwd wordt, bewusteloos
raakt, niet meer reageert, hoge koorts krijgt of bij ernstige ongevallen.
Maak van te voren afspraken met je collega’s. Bespreek wie er contact
opneemt met de arts, wie bij de groep blijft en wie met het kind meegaat
naar de arts. Als de situatie acuut is of er geen arts bereikbaar is, bel je
112. Beschrijf duidelijk de situatie, vermeld de naam en het adres van de
locatie en vraag advies over wat je in de tussentijd moet doen.
Voedselallergie
De meest voorkomende voedselallergieën bij kinderen zijn allergie voor ei,
melk, pinda, hazelnoot, cashewnoot, walnoot, tarwe, vis, schaal- en
schelpdieren. Maak met ouders een lijst waarop voedingsmiddelen staan
die het kind veilig kan eten. Kijk voordat je een allergisch kind eten geeft,
, altijd op de verpakking van het voedingsmiddel. Hierop staat vermeld of
de specifieke stoffen waarvoor het kind allergisch is aanwezig zijn. Bij
twijfel, niet geven. Maak met ouders afspraken over eventuele medicatie.
Soms krijgt een kind plotseling een allergische reactie, waarbij galbulten
kunnen ontstaan of de lippen kunnen opzwellen. Ook blauw aanlopen,
kwijlen of moeite hebben met ademhalen, kunnen wijzen op een
allergische reactie. Bel direct 112.
Geneesmiddelen
Voor het toedienen van medicatie stel je een overeenkomst op. Dit om
misverstanden en gevaarlijke situaties te voorkomen. Je legt schriftelijk
het volgende vast: welk medicijn, gebruik, dosering en wanneer, hoe vaak
en hoe lang het ingenomen wordt. Zorg er ook voor dat je medicijnen in de
originele verpakking krijgt, controleer de houdbaarheidsdatum en lees de
bijsluiter voor eventuele bijwerkingen. Maak ook een aftekenlijst voor alle
betrokken beroepskrachten. Pedagogisch medewerkers en
onderwijsassistenten mogen alleen medicijnen injecteren na instructie van
een verpleegkundig specialist.
Hoofdluis
Hoofdluizen vind je voornamelijk achter de oren, in de nek en onder de
pony. Neten, de eitjes van hoofdluizen, komen binnen tien dagen uit en
leggen binnen een maand 250 nieuwe eitjes. Snel ingrijpen is dus
belangrijk. Luizen lopen over van het ene naar het andere hoofd. Als bij
één kind hoofdluis wordt geconstateerd, informeer je ouders van de
betreffende groep of klas hierover. Zo kunnen zij erop letten bij hun eigen
kinderen. Je kunt de GGD vragen stellen over het bestrijden van hoofdluis.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft een RIVM-
toolkit. Daarin vind je allerhande informatie over hoofdluis.
Huilen
Baby’s die meer dan drie uur per dag huilen, noem je huilbaby’s. Je kunt
huilbaby’s het beste in bed leggen, zodra ze tekenen van vermoeidheid
laten zien, zoals in de ogen wrijven, gapen, bleek worden, jengelen of juist
drukker worden. Zo leren ze zelf in slaap komen. Als je een baby in slaap
helpt, bijvoorbeeld door het te wiegen, wordt hij vaak snel weer wakker.
Huilbaby’s help je het beste door hen zo veel mogelijk rust en regelmaat
te bieden. Rust creëer je door prikkels weg te nemen. Regelmaat bied je
door eenzelfde opeenvolging van gebeurtenissen. Houd een vaste
volgorde van activiteiten aan.
Veilig slapen
De kinderopvang of de school waar je werkt, stelt protocollen op. Zo weet
jij wat er van je verwacht wordt en hanteert elke pedagogisch medewerker
of onderwijsassistent dezelfde werkwijze. Werken volgens een protocol
betekent werken aan een veilige omgeving voor de kinderen. Bovendien
weten ouders, dankzij de protocollen, wat ze mogen verwachten. Alle
protocollen zijn gebaseerd op overheidsadvies of wetenschappelijk
onderzoek. De volgende protocollen kun je tegenkomen in de
kinderopvang of op een school:
ziekte en ongeval
voedselallergie
geneesmiddelen verstrekking
hoofdluis
huilen
veilig slapen
inbakeren
kinderen in de zon
hygiënewijzer
bewaarwijzer.
Ziekte en ongeval
Als een kind niet meer wil spelen, klaagt over pijn, veel wil slapen, veel of
lang huilt, warm aanvoelt of ineens minder praat, kan het ziek zijn. Een
kind dat ziek is, heeft meer zorg en aandacht nodig. Daarom bel je de
ouders. Zij komen het kind ophalen. Als er dringend gevaar is, bel je een
arts. Bijvoorbeeld als het kind plotseling benauwd wordt, bewusteloos
raakt, niet meer reageert, hoge koorts krijgt of bij ernstige ongevallen.
Maak van te voren afspraken met je collega’s. Bespreek wie er contact
opneemt met de arts, wie bij de groep blijft en wie met het kind meegaat
naar de arts. Als de situatie acuut is of er geen arts bereikbaar is, bel je
112. Beschrijf duidelijk de situatie, vermeld de naam en het adres van de
locatie en vraag advies over wat je in de tussentijd moet doen.
Voedselallergie
De meest voorkomende voedselallergieën bij kinderen zijn allergie voor ei,
melk, pinda, hazelnoot, cashewnoot, walnoot, tarwe, vis, schaal- en
schelpdieren. Maak met ouders een lijst waarop voedingsmiddelen staan
die het kind veilig kan eten. Kijk voordat je een allergisch kind eten geeft,
, altijd op de verpakking van het voedingsmiddel. Hierop staat vermeld of
de specifieke stoffen waarvoor het kind allergisch is aanwezig zijn. Bij
twijfel, niet geven. Maak met ouders afspraken over eventuele medicatie.
Soms krijgt een kind plotseling een allergische reactie, waarbij galbulten
kunnen ontstaan of de lippen kunnen opzwellen. Ook blauw aanlopen,
kwijlen of moeite hebben met ademhalen, kunnen wijzen op een
allergische reactie. Bel direct 112.
Geneesmiddelen
Voor het toedienen van medicatie stel je een overeenkomst op. Dit om
misverstanden en gevaarlijke situaties te voorkomen. Je legt schriftelijk
het volgende vast: welk medicijn, gebruik, dosering en wanneer, hoe vaak
en hoe lang het ingenomen wordt. Zorg er ook voor dat je medicijnen in de
originele verpakking krijgt, controleer de houdbaarheidsdatum en lees de
bijsluiter voor eventuele bijwerkingen. Maak ook een aftekenlijst voor alle
betrokken beroepskrachten. Pedagogisch medewerkers en
onderwijsassistenten mogen alleen medicijnen injecteren na instructie van
een verpleegkundig specialist.
Hoofdluis
Hoofdluizen vind je voornamelijk achter de oren, in de nek en onder de
pony. Neten, de eitjes van hoofdluizen, komen binnen tien dagen uit en
leggen binnen een maand 250 nieuwe eitjes. Snel ingrijpen is dus
belangrijk. Luizen lopen over van het ene naar het andere hoofd. Als bij
één kind hoofdluis wordt geconstateerd, informeer je ouders van de
betreffende groep of klas hierover. Zo kunnen zij erop letten bij hun eigen
kinderen. Je kunt de GGD vragen stellen over het bestrijden van hoofdluis.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft een RIVM-
toolkit. Daarin vind je allerhande informatie over hoofdluis.
Huilen
Baby’s die meer dan drie uur per dag huilen, noem je huilbaby’s. Je kunt
huilbaby’s het beste in bed leggen, zodra ze tekenen van vermoeidheid
laten zien, zoals in de ogen wrijven, gapen, bleek worden, jengelen of juist
drukker worden. Zo leren ze zelf in slaap komen. Als je een baby in slaap
helpt, bijvoorbeeld door het te wiegen, wordt hij vaak snel weer wakker.
Huilbaby’s help je het beste door hen zo veel mogelijk rust en regelmaat
te bieden. Rust creëer je door prikkels weg te nemen. Regelmaat bied je
door eenzelfde opeenvolging van gebeurtenissen. Houd een vaste
volgorde van activiteiten aan.
Veilig slapen