Wat houdt het vakgebied van de arbeids- en gezondheidspsychologie in?
De psychologie van arbeid en gezondheid, oftewel de arbeids- en
gezondheidspsychologie (A&G-psychologie), houdt zich bezig met het bestuderen en
bevorderen van welzijn en gezondheid op het werk in brede zin. Het bestrijkt naast
onderzoek een breed praktijkveld van probleemanalyse tot interventies en richt zich
zowel op het individu als op de organisatie. Er is niet alleen aandacht voor het voorkomen
van problemen, maar ook voor behandeling en re-integratie. Antwoorden op vragen zoals
'Hoe blijf ik vitaal en gezond aan het werk?', 'Hoe kan ik als werkgever dat faciliteren?' en
thema's zoals 'positieve ervaringen en welbevinden op het werk' krijgen in het werkveld
de laatste jaren steeds meer aandacht.
Vanuit dit perspectief krijg je in deze cursus inzicht in de factoren die een positieve of
negatieve invloed hebben op iemands functioneren op het werk en hoe je daarop kunt
ingrijpen, bijvoorbeeld door primaire preventie of behandeling. Ook leer je hoe je op een
systematische manier problemen op het gebied van arbeid en gezondheid kunt
analyseren, aanpakken en voorkomen.
Na het bestuderen van deze cursus kun je
benoemen en toelichten welke factoren van invloed zijn op het functioneren van
werkenden en de belangrijkste theoretische kaders binnen het vakgebied
omschrijven en toepassen op werksituaties
actuele thema's binnen het werkveld van de psychologie van arbeid en
gezondheid benoemen en toelichten
belangrijke interventies op het gebied van arbeid en gezondheid benoemen en
toelichten, en beargumenteren in welke situaties welke interventie zinvol kan zijn
de voor het vakgebied belangrijke onderzoeksmethoden en meetinstrumenten
beschrijven en toelichten, en beargumenteren in welke situaties welke
onderzoeksmethoden en meetinstrumenten zinvol kunnen zijn
de vier fasen van de interventiecyclus beschrijven en toepassen op voor arbeids-
en gezondheidspsychologen relevante terreinen, dat wil zeggen: een
probleemsituatie systematisch analyseren, aanbevelingen voor interventies doen
en daaraan gekoppeld suggesties voor onderzoek doen
omschrijven wat gezondheidsbevordering op de werkplek (GBW) inhoudt en hoe je
interventies op dit gebied planmatig ontwikkelt en inzet in de praktijk.
Thema 1 – Introductie in de psychologie van arbeid en gezondheid
De arbeids- en gezondheidspsychologie is een zeer jong en breed vakgebied binnen de
psychologie, dat bovendien volop in ontwikkeling is. Veranderingen in en rondom arbeid
zoals intensivering van werk en technologische veranderingen, maar ook externe
invloeden zoals de covid-pandemie hebben invloed op onze werkprestaties en welzijn.
Voor zowel organisaties als werknemers is het belangrijk om de processen die hierbij een
rol spelen in kaart te brengen en om het werk zo te organiseren dat werknemers optimaal
kunnen functioneren en zich er goed bij voelen. De 'Psychologie van arbeid en
gezondheid' voorziet in de groeiende behoefte aan kennis en expertise op dit gebied, om
zo gezond werken te faciliteren.
Studietaak 1.1 – Introductie werkveld
Na het bestuderen van deze studietaak kun je
1. benoemen wat arbeids- en gezondheidspsychologie inhoudt, waaruit deze is
ontstaan en wat actuele thema's zijn
2. een schets geven van het werk van praktijkprofessionals en wetenschappers op
het terrein van de psychologie van arbeid en gezondheid.
Leerstof
Schaufeli, W. (2020). De psychologie van arbeid en gezondheid. In W. Schaufeli, &
A. Bakker (Eds.), De psychologie van arbeid en gezondheid (hoofdstuk 1, pp. 3-
24). Bohn Stafleu Van Loghum.
Leerdoel 1: Benoemen wat arbeids- en gezondheidspsychologie inhoudt, waaruit deze is
ontstaan en wat actuele thema’s zijn
Wat is arbeids- en gezondheidspsychologie?
Samenvatting arbeid & gezondheid 1
,De psychologie van arbeid en gezondheid is het vakgebied dat onderzoekt hoe
arbeid invloed heeft op de psychische gezondheid en het welzijn van mensen,
en omgekeerd: hoe psychologisch functioneren van invloed is op werkprestaties.
Het doel is om gezond, zinvol en duurzaam werk te bevorderen.
Het vakgebied ligt op het snijvlak van arbeidspsychologie en
gezondheidspsychologie, en combineert kennis uit beide domeinen:
Arbeidspsychologie: richt zich op motivatie, prestaties, taakeisen,
werktevredenheid, en productiviteit.
Gezondheidspsychologie: richt zich op de invloed van psychologische factoren
op gezondheid, stress, coping en herstel.
Samen vormen ze een integratief perspectief: werk kan zowel gezondheid bevorderen
(bron van voldoening, groei, zingeving) als gezondheid schaden (bron van stress,
overbelasting, burn-out).
Ontstaan en ontwikkeling
De A&G-psychologie ontwikkelde zich uit verschillende historische fases:
1. Begin 20e eeuw – Industrieel-psychologische wortels
Focus op efficiëntie, selectie en productiviteit (Taylorisme, ergonomie).
2. Jaren 1950-1970 – Human relations & welzijn
Er kwam aandacht voor menselijke factoren, motivatie en werktevredenheid
(o.a. Herzberg, Maslow).
3. Vanaf jaren 1980 – Gezondheid en stress
De arbeidsstressliteratuur groeide snel. Modellen zoals het Job Demand–
Control (Karasek) en Effort–Reward Imbalance (Siegrist) werden invloedrijk.
4. Sinds 2000 – Positieve psychologie en werkbevlogenheid
Naast het voorkomen van stress kwam nadruk op het bevorderen van
bevlogenheid, vitaliteit en duurzame inzetbaarheid.
Schaufeli en Bakker introduceerden het Job Demands–Resources (JD-R) model
als overkoepelend raamwerk.
Kernbegrip Uitleg
Werkstress Onevenwicht tussen hoge taakeisen en beperkte hulpbronnen.
Uitputting, cynisme, en verminderde effectiviteit door langdurige
Burn-out
werkstress.
Werkbevlogenheid Positieve toestand van vitaliteit, toewijding en absorptie.
Herstel Proces waarin energiebronnen worden aangevuld na inspanning.
Duurzame Vermogen van werknemers om op lange termijn gezond,
inzetbaarheid gemotiveerd en bekwaam te blijven werken.
Actuele thema’s
Volgens Schaufeli (2020) richt de moderne arbeids- en gezondheidspsychologie zich op:
1. Preventie van werkstress en burn-out – voorkomen van psychische
overbelasting.
2. Bevorderen van bevlogenheid – ontwikkelen van energiegevende
werkomstandigheden.
3. Balans tussen werk en privéleven – omgaan met flexibiliteit en digitalisering.
4. Duurzame inzetbaarheid en vergrijzing – vitaliteit bij oudere werknemers.
5. Technologische veranderingen – gevolgen van automatisering, AI, en hybride
werken.
6. Psychologische veiligheid en inclusie – veilig werkklimaat en sociale steun.
7. Positieve organisatiepsychologie – nadruk op groei, kracht en welzijn in plaats
van alleen stress en ziekte.
Leerdoel 2: Een schets geven van het werk van praktijkprofessionals en wetenschappers
op dit terrein
Werk van praktijkprofessionals
Praktijkprofessionals in de A&G-psychologie werken in o.a. organisaties, HR, Arbodiensten
of als zelfstandig consultant. Hun taken zijn gericht op het bevorderen van gezond en
productief werken.
Voorbeelden van werkzaamheden:
Diagnostiek en preventie van werkstress, burn-out of verzuim.
Samenvatting arbeid & gezondheid 2
, Ontwikkelen van interventies zoals stressmanagement, job crafting of
vitaliteitsprogramma’s.
Coachen en trainen van medewerkers en leidinggevenden.
Adviseren over organisatieveranderingen die welzijn bevorderen (autonomie,
feedback, steun).
Samenwerken met bedrijfsartsen, HR-specialisten en leidinggevenden om
beleid te verbeteren.
Doel: mensen gezond houden in hun werk en organisaties helpen om duurzaam
inzetbare medewerkers te behouden.
Werk van wetenschappers
Wetenschappers bestuderen de psychologische mechanismen achter werk en
gezondheid en toetsen interventies empirisch.
Belangrijke onderzoeksthema’s:
Theoretische modellen zoals het JD-R-model, dat verklaart hoe werkstress en
bevlogenheid ontstaan.
Meetinstrumenten zoals de Utrechtse Bevlogenheidsschaal (UBES) en Maslach
Burnout Inventory (MBI).
Interventieonderzoek naar de effectiviteit van coaching, mindfulness,
hersteltrainingen, etc.
Cross-cultureel onderzoek naar verschillen tussen landen en sectoren.
Evidence-based practice: koppeling van wetenschappelijke kennis aan
praktijktoepassingen.
Wetenschap en praktijk versterken elkaar: onderzoekers leveren kennis die professionals
toepassen, en praktijkervaring voedt nieuw onderzoek
🔍 Kernsamenvatting in één alinea
De arbeids- en gezondheidspsychologie richt zich op het begrijpen en verbeteren van
de relatie tussen werk en psychisch welzijn. Het vakgebied is ontstaan uit de arbeids- en
gezondheidspsychologie en heeft zich ontwikkeld van een focus op werkstress naar een
evenwichtige benadering van stresspreventie en bevlogenheid. Zowel
wetenschappers als praktijkprofessionals werken aan het bevorderen van gezonde,
betekenisvolle en duurzame arbeid, door middel van onderzoek, interventies en beleid
rond thema’s als burn-out, vitaliteit, werk-privébalans, en duurzame
inzetbaarheid.
Brightspace:
Belangrijke ontwikkelingen waren veranderingen in en rondom arbeid, zoals
arbeidsintensivering, de verandering in arbeidsinhoud en bedrijfsvoering,
organisatieveranderingen en de aantasting van het psychologisch contract.
Daarnaast speelden sociaal-culturele factoren een rol, zoals de toegenomen
arbeidsparticipatie, de opkomst van de dienstensector, de verruiming van het
ziektebegrip, de toegenomen verwachtingen van werk, de individualisering en de
uitholling van de professionele autoriteit.
Specifieke ontwikkelingen in Nederland betreffen de wetgeving (zoals de invoering van
de Arbowet) en het feit dat de verbetering van arbeidsomstandigheden en het
verminderen van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid als gezamenlijke
verantwoordelijkheid van werkgevers, werknemers en de overheid wordt gezien. Ook de
grote omvang en de daarmee gepaard gaande kosten van werkgerelateerde (met name
psychische en psychosociale) problemen speelden een rol, omdat deze leiden tot
werkgerelateerd ziekteverzuim en verlies van arbeidsproductiviteit
Enkele thema’s die nu belangrijk zijn:
het virtueel – op afstand – samenwerken met collega’s
hoe je werknemers op afstand gemotiveerd, creatief en betrokken kunt houden
(waaronder binding met collega’s)
qua werk-privé / privé-werk interacties (hoofdstuk uit het tekstboek): grenzen
bewaken, het combineren van een gezin met werk
qua leiderschap (hoofdstuk uit het tekstboek): welke stijl van leidinggeven het
best past bij werken op afstand en hoe je dit goed kunt personaliseren
eenzaamheidsproblematiek
Samenvatting arbeid & gezondheid 3
, stress als gevolg van covid (berichtgeving, persoonlijke of gezinssituatie, verlies
van dierbaren etc.)
hoe je de hulpbronnen van werknemers kunt vergroten (diverse hoofdstukken uit
het tekstboek, theoretische modellen over werkstress)
baanonzekerheid (hoofdstuk uit het tekstboek)
sociaaleconomische verschillen die maken dat bepaalde groepen meer getroffen
worden door de pandemie dan andere: hoe je de ongelijkheid tegen kunt gaan dan
wel extra maatregelen kunt nemen voor de hardst-getroffenen
Opdracht 1.1.2 – Wetenschappers aan het woord
Opdracht 1.1.3 – Praktijkprofessionals aan het woord
In de eerste set van vier video's maak je kennis met relevante arbofunctionarissen in een
bedrijf, namelijk een arboarts, een arboverpleegkundige/verzuimconsulent en een
adviseur personeelszaken. De meeste bedrijven werken met dit type functionarissen. Zij
zijn in dienst van het bedrijf zelf of maken deel uit van een (externe) arbodienst die het
bedrijf ondersteunt in de uitvoering van arbobeleid.
De bedrijfsarts en de personeelsfunctionaris vertellen kort over het verzuimbeleid en de
re-integratie.
In zekere zin vinden ze het allebei belangrijk dat de werknemer zo veel mogelijk in eigen
functie blijft werken of daarheen terugkeert. Het draait om wat de werknemer nog wel
kan en daar worden mogelijkheden bij gezocht. Bij de Diamant-groep staat dit en ook het
wetgevend kader daarbij (Wet verbetering poortwachter) veel meer centraal dan bij de
hoogleraren.
De hoogleraren legden veel meer de focus op het voorkomen van ziekte en hanteerden
een brede benadering naar alle werknemers. Hoe zorg je dat werknemers vitaal kunnen
blijven werken? Daarbij was onder andere aandacht voor (mentale) belasting,
belastbaarheid en persoonsfactoren (zoals leeftijd en de aard van het werk).
In tegenstelling tot de arbofunctionarissen behandelt de GZ-psycholoog werknemers die
zijn uitgevallen, vaak met werkgerelateerde klachen. Dit is dus een vorm van tertiaire
preventie. De arbofunctionarissen werken meer ondersteunend en coachend in
arbeidsvoorwaardelijke zin. Dus zij zorgen dat werknemers voldoende gefaciliteerd en
ondersteund worden. Hun werkgebied ligt meer bij de primaire en secundaire preventie.
Allen stellen de individuele werknemer centraal: wat heeft hij of zij nodig om (weer)
optimaal te kunnen functioneren?
Studietaak 1.2 – Interventiecyclus
Als het goed is, heb je bij de verkenning van het werkveld van de psychologie van arbeid
en gezondheid geconstateerd dat een belangrijk deel van het werk van
praktijkprofessionals en onderzoekers betrekking heeft op
het in kaart brengen van arbeidsgerelateerde problemen en veroorzakers daarvan
het bedenken van oplossingen of preventieve maatregelen die aansluiten op deze
problemen (deze worden vaak interventies genoemd)
het evalueren of de acties tot het gewenste resultaat hebben geleid.
Tegenwoordig wordt in het werkveld niet meer alleen probleemgestuurd gewerkt. Ook
vanuit een positieve benadering wordt gekeken hoe mensen vitaal en gelukkig aan het
werk zijn en kunnen blijven, en hoe dat gefaciliteerd kan worden.
Er zijn diverse planningsmodellen en onderzoeksmethoden om hierbij op een
systematische manier te werk te gaan. Als je al meerdere cursussen bij de Open
Universiteit hebt gevolgd, heb je waarschijnlijk al kennisgemaakt met één van deze
planningsmodellen, namelijk met de interventiecyclus.
Leerdoelen:
1. aan de hand van een voorbeeld beschrijven welke rol een psycholoog kan hebben
in het onderkennen van arbeidsgerelateerde problemen en de aanpak daarvan –
mede uitgaande van de interventiecyclus
2. op basis van de interventiecyclus in een concreet voorbeeld arbeidsgerelateerde
problemen onderkennen en advies geven over de aanpak daarvan.
Samenvatting arbeid & gezondheid 4