Versie 4.1, oktober 2024
INSTUUROPDRACHT
Klinische psychologie 2: diagnostiek en therapie
Opsturen in DOC versie!
Uw naam: Renée van Hagen
Uw studentnummer: 852167667
1. Wat is het verschil tussen classificatie volgens de DSM-5 enerzijds en
psychodiagnostiek anderzijds? Onderbouw je antwoord met maximaal 80 woorden.
Psychodiagnostiek is een onderzoeksproces waarin de psycholoog via gesprekken,
observaties en tests probeert te begrijpen hoe en waarom een cliënt klachten ervaart. De DSM-
5 is daarbinnen, en buiten, een gestandaardiseerd classificatiesysteem om psychische
stoornissen op basis van specifieke criteria te categoriseren. De focus bij psychodiagnostiek is
op de persoon en de beleving, de DSM-5 is een hulpmiddel voor het labelen van stoornissen.
2. Wat is het belangrijkste verschil (qua toepassing) tussen metacognitieve therapie
(MCT) en andere vormen van CGT bij de behandeling van gegeneraliseerde-
angststoornis (GAS)? Onderbouw je antwoord met maximaal 80 woorden.
Het belangrijkste verschil is dat MCT zich richt op het veranderen van gedachten over het
piekeren zelf, ipv de inhoudt van de gedachten (de metacognities). Andere vormen van CGT
richten zich meer op het uitdagen van specifieke negatieve gedachten en daarnaast het
aanleren van ander gedrag. Bij GAS blijkt MCT effectiever, 75% van de patiënten hersteld
versus 50% bij CGT, met stabiele effecten tot 2,5 jaar, inclusief vermindering van comorbide
depressieve symptomen.
3. Bij de heer van Beuningen wordt tijdens intake in de generalistische-basis-ggz een
lichte depressieve stoornis vastgesteld. Het is de eerste keer dat hij een depressieve episode
doormaakt en de depressieve episode is zo’n 4 à 5 weken geleden ontstaan. Na de intake
wordt een behandeltraject opgestart. Er worden basisinterventies aangeboden en er
wordt ook direct gestart met interpersoonlijke psychotherapie (IPT). De therapeut van de
heer van Beuningen handelt niet conform het stepped-care-model. Licht toe:
, Versie 4.1, oktober 2024
(a) waarom de handelingswijze in strijd is met het stepped-care-model en
(b) wat zou volgens jou beter zijn om de behandeling mee te starten volgens het stepped-
care-model.
Onderbouw je antwoord met maximaal 100 woorden in totaal.
A: De therapeut start direct met een derde-stapinterventie. Terwijl bij een –eerste- lichte
depressieve episode, die korter dan 3 maanden duurt, volgens het stepped-care-model een
eerste-stapinterventie kan worden aangeboden. Dit houdt in: een korte en minder
intensieve behandeling.
B: De aangeboden basisinterventies én een laagdrempelige behandeling zoals:
bibliotherapie, zelfhulp of zelfmanagement (bijv. E-health), counseling, activerende
begeleiding, fysieke inspanning, psycho-sociale interventies. Als de lichte depressie na 3
maanden aanhoudt kan er worden gekeken naar tweede-stapinterventies.
4. Peter Nolens is GZ-psycholoog en heeft een eigen praktijk in de generalistische-
basis-ggz. Bij zijn werk hanteert Peter een aantal ongeschreven regels. Zo heeft
hij zichzelf aangewend om tijdens de intake nooit naar suïcidale gedachten te
vragen. Op die manier wil hij voorkómen dat hij zijn cliënten onverhoopt op
verkeerde ideeën brengt. Collega GZ-psycholoog Marieke van Enk is het
helemaal niet eens met deze werkwijze. Zij benadrukt juist het belang van het
bespreekbaar maken van suïcidale gedachten binnen een goede en veilige
werkrelatie. Deze veilige werkrelatie ontstaat onder andere door goed contact te
maken met de cliënt.
In de Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag
wordt expliciet gewezen op het belang van contact maken. Waarom is een goed
contact tussen hulpverlener en cliënt zo belangrijk, bij (een vermoeden van)
suïcidaal gedrag? Noem de twee belangrijkste redenen en gebruik hierbij
maximaal 80 woorden.
Een goed contact tussen hulpverlener en cliënt is essentieel bij het vermoeden van suïcidaal
gedrag omdat:
1. Een veilige en begripvolle relatie de patiënt het gevoel geeft over suïcide te kunnen praten,
wat de betrouwbaarheid van informatie van het suïciderisico vergroot.
INSTUUROPDRACHT
Klinische psychologie 2: diagnostiek en therapie
Opsturen in DOC versie!
Uw naam: Renée van Hagen
Uw studentnummer: 852167667
1. Wat is het verschil tussen classificatie volgens de DSM-5 enerzijds en
psychodiagnostiek anderzijds? Onderbouw je antwoord met maximaal 80 woorden.
Psychodiagnostiek is een onderzoeksproces waarin de psycholoog via gesprekken,
observaties en tests probeert te begrijpen hoe en waarom een cliënt klachten ervaart. De DSM-
5 is daarbinnen, en buiten, een gestandaardiseerd classificatiesysteem om psychische
stoornissen op basis van specifieke criteria te categoriseren. De focus bij psychodiagnostiek is
op de persoon en de beleving, de DSM-5 is een hulpmiddel voor het labelen van stoornissen.
2. Wat is het belangrijkste verschil (qua toepassing) tussen metacognitieve therapie
(MCT) en andere vormen van CGT bij de behandeling van gegeneraliseerde-
angststoornis (GAS)? Onderbouw je antwoord met maximaal 80 woorden.
Het belangrijkste verschil is dat MCT zich richt op het veranderen van gedachten over het
piekeren zelf, ipv de inhoudt van de gedachten (de metacognities). Andere vormen van CGT
richten zich meer op het uitdagen van specifieke negatieve gedachten en daarnaast het
aanleren van ander gedrag. Bij GAS blijkt MCT effectiever, 75% van de patiënten hersteld
versus 50% bij CGT, met stabiele effecten tot 2,5 jaar, inclusief vermindering van comorbide
depressieve symptomen.
3. Bij de heer van Beuningen wordt tijdens intake in de generalistische-basis-ggz een
lichte depressieve stoornis vastgesteld. Het is de eerste keer dat hij een depressieve episode
doormaakt en de depressieve episode is zo’n 4 à 5 weken geleden ontstaan. Na de intake
wordt een behandeltraject opgestart. Er worden basisinterventies aangeboden en er
wordt ook direct gestart met interpersoonlijke psychotherapie (IPT). De therapeut van de
heer van Beuningen handelt niet conform het stepped-care-model. Licht toe:
, Versie 4.1, oktober 2024
(a) waarom de handelingswijze in strijd is met het stepped-care-model en
(b) wat zou volgens jou beter zijn om de behandeling mee te starten volgens het stepped-
care-model.
Onderbouw je antwoord met maximaal 100 woorden in totaal.
A: De therapeut start direct met een derde-stapinterventie. Terwijl bij een –eerste- lichte
depressieve episode, die korter dan 3 maanden duurt, volgens het stepped-care-model een
eerste-stapinterventie kan worden aangeboden. Dit houdt in: een korte en minder
intensieve behandeling.
B: De aangeboden basisinterventies én een laagdrempelige behandeling zoals:
bibliotherapie, zelfhulp of zelfmanagement (bijv. E-health), counseling, activerende
begeleiding, fysieke inspanning, psycho-sociale interventies. Als de lichte depressie na 3
maanden aanhoudt kan er worden gekeken naar tweede-stapinterventies.
4. Peter Nolens is GZ-psycholoog en heeft een eigen praktijk in de generalistische-
basis-ggz. Bij zijn werk hanteert Peter een aantal ongeschreven regels. Zo heeft
hij zichzelf aangewend om tijdens de intake nooit naar suïcidale gedachten te
vragen. Op die manier wil hij voorkómen dat hij zijn cliënten onverhoopt op
verkeerde ideeën brengt. Collega GZ-psycholoog Marieke van Enk is het
helemaal niet eens met deze werkwijze. Zij benadrukt juist het belang van het
bespreekbaar maken van suïcidale gedachten binnen een goede en veilige
werkrelatie. Deze veilige werkrelatie ontstaat onder andere door goed contact te
maken met de cliënt.
In de Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag
wordt expliciet gewezen op het belang van contact maken. Waarom is een goed
contact tussen hulpverlener en cliënt zo belangrijk, bij (een vermoeden van)
suïcidaal gedrag? Noem de twee belangrijkste redenen en gebruik hierbij
maximaal 80 woorden.
Een goed contact tussen hulpverlener en cliënt is essentieel bij het vermoeden van suïcidaal
gedrag omdat:
1. Een veilige en begripvolle relatie de patiënt het gevoel geeft over suïcide te kunnen praten,
wat de betrouwbaarheid van informatie van het suïciderisico vergroot.