Micro- en Markteconomie TB122B
Samenvatting toegepaste Microeconomie
Hoofdstuk 1
Economie wordt benaderd vanuit het begrip schaarste.
Allocatievraagstuk: keuzes die moeten worden gemaakt onder druk van schaarste, bij oplossing zijn
doelmatigheid en doeltreffendheid belangrijke criteria.
Relatieve schaarste: wanneer er meer behoeftes zijn die men heeft dan dat er beschikbare middelen
zijn, er blijven onvervulbare behoeftes over. economisch probleem
Ervarings/materiële object van economie: welk deel van de werkelijkheid is onderwerp van de studie,
de maatschappij
Ken/formele object van economie: zegt iets over de gezichtshoek van waaruit de werkelijkheid
bestudeerd wordt, hoe de werkelijkheid wordt geanalyseerd
Fysiek bepaalde behoeften om in leven te blijven
Sociaal bepaalde/individuele behoeften ontstaan door maatschappij en cultuur
Invloed op behoeften
Interdependentie: individuele behoeften zijn afhankelijk van behoeften van anderen
Overheid
Normen en waarden
Middelen goederen, diensten, consumptiemiddelen en productiemiddelen/factoren (natuurlijke
hulpbronnen, kapitaalgoederen en arbeid.
Economisch probleem relatieve schaarste, alternatieve bruikbaarheid van middel en
voorkeursordening
Inkomen: hoeveelheid geld die persoon in bepaalde periode verwerft
Welstand: alle vermogensbestanddelen die persoon beschikt
Individuele welvaart: mate waarin iemand zijn behoeften kan bevredigen
Welzijn: subjectieve ervaringen waarvoor opoffering schaarse middelen niet nodig is
Economisch principe realisering van ene doel staat realiseren van een ander doel in de weg
Alternatieve kosten/opportunity costs: opgeofferde baten doordat er gekozen is voor een bepaald
doel waarbij er schaarste is
Transformatiecurve keuzeproblemen in kaart brengen
Allocatievraagstuk volkshuishouding
1. Wat moet er worden geproduceerd?
2. Hoe moet er worden geproduceerd?
3. Waar moet er worden geproduceerd?
* productiefactoren: omvang + school bevolking, kwaliteit en kwantiteit machines en aantal +
kwaliteit natuurlijke hulpbronnen
, Allocatie: aanwending van productiefactoren optimaal als behoeftebevrediging niet kan worden
verbeterd door productiefactoren anders in te zetten, doeltreffend en doelmatig
Hoofdstuk 2
Meer behoeften bevredigd – verbetering allocatie – relatieve schaarste neemt af – meer welvaart
Maatschappelijke organisatie, ook wel economische orde nodig van ieders activiteiten om vaag en
aanbod op elkaar te laten aansluiten.
Differentiatie: bepaalde bewerkingen in productieproces verzelfstandigen in aparte kolom
Integratie: op elkaar volgende bewerkingen gaan samen in een kolom
verticale richting
Specialisatie: een productiekolom gaat slecht een worden, zodat er maar een product gemaakt
wordt
Parallellisatie: productiekolommen uit dezelfde bedrijfstak worden samengevoegd
horizontale richting
Specialisatie en differentiatie vergroten productie per dag, maken mensen afhankelijker
Reëeltype van economische orde wordt samengesteld uit meerder ideaaltypen.
Verdeling beslissingsbevoegdheden
Bronnen van beslissingsbevoegdheid traditie, macht, eigendom, informatie
Centralisatie (bij compacte groep) en concentratie (verdeeld)
Verkeershuishouding volledige decentralisatie
Centraal geleide huishouding volledige centralisatie
Coördinatiemechanismen
Informatiestromen tussen economische subjecten richting informatiestromen hangt
samen met verdeling beslissingsbevoegdheden
Informatiedragers ideaaltypen
o Markthuishouding
o Democratisch huishouding
o Bureaucratische huishouding
o Prijsmanipulerende huishouding
Invloed op prijzen behoefteverandering, veranderende productiemogelijkheden
Markt: denkbeeldige ontmoetingsplaats van consumenten (vragers) en producenten (aanbieders)
Prijsmechanisme door verschillen in de vraag en het aanbod blijft de prijs meeveranderen
Marktvorm: omstandigheden waaronder vragers en aanbieders producten kopen en verkopen
volkomen concurrentie/volledige mededinging, monopolie, oligopolie en monopolistische
concurrentie
Samenvatting toegepaste Microeconomie
Hoofdstuk 1
Economie wordt benaderd vanuit het begrip schaarste.
Allocatievraagstuk: keuzes die moeten worden gemaakt onder druk van schaarste, bij oplossing zijn
doelmatigheid en doeltreffendheid belangrijke criteria.
Relatieve schaarste: wanneer er meer behoeftes zijn die men heeft dan dat er beschikbare middelen
zijn, er blijven onvervulbare behoeftes over. economisch probleem
Ervarings/materiële object van economie: welk deel van de werkelijkheid is onderwerp van de studie,
de maatschappij
Ken/formele object van economie: zegt iets over de gezichtshoek van waaruit de werkelijkheid
bestudeerd wordt, hoe de werkelijkheid wordt geanalyseerd
Fysiek bepaalde behoeften om in leven te blijven
Sociaal bepaalde/individuele behoeften ontstaan door maatschappij en cultuur
Invloed op behoeften
Interdependentie: individuele behoeften zijn afhankelijk van behoeften van anderen
Overheid
Normen en waarden
Middelen goederen, diensten, consumptiemiddelen en productiemiddelen/factoren (natuurlijke
hulpbronnen, kapitaalgoederen en arbeid.
Economisch probleem relatieve schaarste, alternatieve bruikbaarheid van middel en
voorkeursordening
Inkomen: hoeveelheid geld die persoon in bepaalde periode verwerft
Welstand: alle vermogensbestanddelen die persoon beschikt
Individuele welvaart: mate waarin iemand zijn behoeften kan bevredigen
Welzijn: subjectieve ervaringen waarvoor opoffering schaarse middelen niet nodig is
Economisch principe realisering van ene doel staat realiseren van een ander doel in de weg
Alternatieve kosten/opportunity costs: opgeofferde baten doordat er gekozen is voor een bepaald
doel waarbij er schaarste is
Transformatiecurve keuzeproblemen in kaart brengen
Allocatievraagstuk volkshuishouding
1. Wat moet er worden geproduceerd?
2. Hoe moet er worden geproduceerd?
3. Waar moet er worden geproduceerd?
* productiefactoren: omvang + school bevolking, kwaliteit en kwantiteit machines en aantal +
kwaliteit natuurlijke hulpbronnen
, Allocatie: aanwending van productiefactoren optimaal als behoeftebevrediging niet kan worden
verbeterd door productiefactoren anders in te zetten, doeltreffend en doelmatig
Hoofdstuk 2
Meer behoeften bevredigd – verbetering allocatie – relatieve schaarste neemt af – meer welvaart
Maatschappelijke organisatie, ook wel economische orde nodig van ieders activiteiten om vaag en
aanbod op elkaar te laten aansluiten.
Differentiatie: bepaalde bewerkingen in productieproces verzelfstandigen in aparte kolom
Integratie: op elkaar volgende bewerkingen gaan samen in een kolom
verticale richting
Specialisatie: een productiekolom gaat slecht een worden, zodat er maar een product gemaakt
wordt
Parallellisatie: productiekolommen uit dezelfde bedrijfstak worden samengevoegd
horizontale richting
Specialisatie en differentiatie vergroten productie per dag, maken mensen afhankelijker
Reëeltype van economische orde wordt samengesteld uit meerder ideaaltypen.
Verdeling beslissingsbevoegdheden
Bronnen van beslissingsbevoegdheid traditie, macht, eigendom, informatie
Centralisatie (bij compacte groep) en concentratie (verdeeld)
Verkeershuishouding volledige decentralisatie
Centraal geleide huishouding volledige centralisatie
Coördinatiemechanismen
Informatiestromen tussen economische subjecten richting informatiestromen hangt
samen met verdeling beslissingsbevoegdheden
Informatiedragers ideaaltypen
o Markthuishouding
o Democratisch huishouding
o Bureaucratische huishouding
o Prijsmanipulerende huishouding
Invloed op prijzen behoefteverandering, veranderende productiemogelijkheden
Markt: denkbeeldige ontmoetingsplaats van consumenten (vragers) en producenten (aanbieders)
Prijsmechanisme door verschillen in de vraag en het aanbod blijft de prijs meeveranderen
Marktvorm: omstandigheden waaronder vragers en aanbieders producten kopen en verkopen
volkomen concurrentie/volledige mededinging, monopolie, oligopolie en monopolistische
concurrentie