7.1 Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen= Brandstoffen die uit de aarde komen.
Steenkool, aardgas, aardolie.
- Vooral gebruikt voor warmteproductie + opwekken van energie.
Verbrandingswarmte= Geeft aan hoeveel warmte er vrijkomt bij de verbranding van een brandstof.
Hoeveelheid warmte die vrijkomt in Joule (J) bij verbranding van 1 KG/ 1m3 brandstof bij temp.
- Binas tabel 28B geeft verbrandingswarmtes van veel voorkomende brandstoffen.
Aardolieverwerking: Mengsel van duizenden verschillende koolwaterstoffen
- Eerst scheiden in fracties= Mengsel van stoffen met kookpunt binnen een bepaalde grens.
- Gefractioneerde destilliatie= De verschillende fracties worden gedestilleerd.
De naftafractie wordt verder verwerkt: Mengsel van koolwaterstoffen met 8/12 koolstofatomen.
- Kraken= Proces waarbij grote koolwaterstofmoleculen worden ontleed in kleinere moleculen.
o Vind plaats door fractie te verhitten, waardoor atoombindingen van koolstofatomen breken
- Reformen= Nafta onder hoge druk + temperatuur omgezet in vertakte alkanen + aromaten.
Milieuproblemen: Bij bewerkingsprocessen ontstaan verschillende stoffen die slecht zijn voor milieu
- Zwaveloxide (SO2) Wordt omgezet in zwavelzuur (H2SO4) er ontstaat zure regen
o Oplossing: Gebruik ontzwavelde brandstoffen + zuiveren van verbrandingsgassen.
- Stikstofoxiden (NOx) is giftig
o Oplossing: Driewegkatalysator/DeNOX-installaties zetten NOX om in bijv CO2/ N/ H2O
- Koolstofdioxide (CO2) Draagt bij aan versterkt broeikaseffect + opwarming van de aarde.
o Oplossing: Uitstoot verminderen (energiebesparing, opslaan, injecteren in oceaan)
, 7.2 Biobrandstoffen
Biobrandstof= Gemaakt uit biomassa, materiaal van organische oorsprong.
Is een duurzaam alternatief, geen CO2 uitstoot.
Biomassa= Materiaal van organische oorsprong waaruit biobrandstoffen worden geproduceerd.
Koolstofkringloop= Hoe koolstof rondgaat in de natuur.
door fotosynthese wordt C omgezet in glucose, wanneer glucose wordt verbrand in brandstof
komt C weer vrij. (Elementairekringloop)
CO2-neutraal= De C02 die bij verbranding van de biomassa vrijkomt is gelijk aan de hoeveelheid die
oorspronkelijk door de plant was opgenomen.
Drie generaties biobrandstoffen:
- Geproduceerd uit voedselgewassen Bio-ethanol/ biodiesel
o Omestering= Omzetten van gezuiverde olie in biodiesel.
- Geproduceerd uit niet-voedselgewassen en landbouwafval (houtsnippers) Biogas
o Cellulose is moeilijker af te breken in plantenresten tot suikers dan voedselgewassen
- Maakt gebruik van organisch afval dat geen landbouwafval is. Algen
Algen=Geoogst, gecentrifugeerd, gedroogd tot pasta/poeder, oliën daaruit vormen biobrandstof
Zeewier= Bacterie zeewiersuikers afbreken en direct bio-ethanol van maken.
Productieproces= Kan weergegeven in blokschema, blokken zijn reactoren, pijlen zijn de stofstromen.