samenvatting Pathologie, 2de jaars verpleegkunde niveau 4, hoofdstuk 1 t/m4, expertcollege

Hoofdstuk 1 – inleiding

Gezondheid definitie  een toestand waarin alle vitale functies naar behoren werken,
orgaansystemen functioneren optimaal, handhaving homeostase

Homeostase  je interne milieu

Ziekte definitie  een afwijking van de normale lichaamsstructuren en functies die
resulteert in verstoring van de vitale functies.

Verschijnselen van ziekte symptomen
- Subjectief klachten (niet meetbaar)
- Meetbaar, observeerbare klachten, objectief
- Asymptomatische ziekten; zonder ziekte verschijnselen

Diagnostisch onderzoek
Artsen  gegevens verzamelen  doormiddel van klinische redenen  welke ziekte een
patiënt heeft  welke behandeling nodig is.

Diagnostiek
- Anamnese
- Lichamelijk onderzoek
- Aanvullend onderzoek

Anamnese
- Medische anamnese
- Speciële anamnese
- Algemene anamnese
- Tractus anamnese
- Verpleegkundige anamnese

Medisch lichamelijk onderzoek
- Inspectie  bekijken van de buitenkant van het lichaam, bewegingen en de houding.
Waar je let op eventuele afwijkingen.
- Palpatie  wordt het lichaam door aanrakingen getest en onderzocht.
- Auscultatie  luisteren naar longen, het hart en de darmen
- Percussie  lichaamsdelen bekloppen met vingers, handen en evt. instrumenten

Aanvullend onderzoek
- Laboratoriumonderzoek
- Beeldvormend onderzoek  röntgenonderzoek, CT, MRI, Echografie, nucleaire
geneeskunde
- Functieonderzoek
- Pathologisch-anatomisch onderzoek  biopt

, Ziekteverloop
Prognose Acute ziekte Chronisch
Terminaal Remissie Exacerbatie
Recidief Complicatie Restverschijnselen

Levensverwachting en overlevingskans
- Levensverwachting  leeftijd en geslacht
- Overlevingskans  1 jaars overlevingskans, 5 jaars overlevingskans en 10 jaars
overlevingskans

Mortaliteit
- Maat voor sterfte
- Aantal sterfgevallen per 100 duizend inwoners in een periode
- Sterftecijfer voor afzonderlijke doodsoorzaken

Morbiditeit
- Mate van het voorkomen van ziekte of ziekte gerelateerde beperkingen in een
populatie
- Comordiditeit/Multi morbiditeit 2 stoornissen of meer
- Incidentie  Het aantal nieuwe gevallen van een bepaalde ziekte in een bepaalde
periode
- Prevalentie  het aantal nieuwe ziektegevallen op een bepaalde tijdstip in een
bepaalde populatie
- Epidemiologie
- Gezondheidsstatistieken

Oorzaken van ziekte
- Etiologie  de leer van de ziekteoorzaken
- Pathogenese  ontstaansmechanisme van een ziekte; 1 oorzaak of meerdere
- Idiopathische  oorzaak onbekend

Risico factoren
- Vergroten de kans dat iemand een bepaalde ziekte krijgt.
- Zijn geen oorzaken!
- Risicofactoren
 Endogeen (binnenuit)
 Genetisch

 Exogeen (buiten af)
 Omgevings factoren
 Chemische, fysische of biologische factoren
 Voeding
 stress