Inhoudsopgave..................................................................................................................... 2
,Samenvatting........................................................................................................................ 4
Abstract................................................................................................................................. 5
1. Inleiding............................................................................................................................. 6
1.1 Context..............................................................................................................................7
2. De onderzoek behoefte in de praktijk..............................................................................9
2.1 De onderzoek behoefte...................................................................................................10
2.2 Het onderzoeksdoel.........................................................................................................11
2.3 De onderzoeksvraag........................................................................................................11
2.4 Bekende werkwijzen met betrekking tot het activeren bij eigen kracht.........................12
2.5 Effectiviteit van jeugdhulp..............................................................................................14
3. Onderzoek aanpak.......................................................................................................... 15
3.1 Onderzoeksactiviteiten....................................................................................................16
3.2 Validiteit en kwaliteit......................................................................................................18
4. Resultaten........................................................................................................................ 19
4.1 Eigen kracht in de basismethodieken..............................................................................19
4.2 Effectiviteit en efficiëntie van eigen kracht bij multi probleem gezinnen......................23
4.3 De verschillende basismethodieken in één gezin............................................................23
4.4 Factoren die van invloed zijn op de hulpverlening aan multi probleem gezinnen.........24
5. Conclusies en aanbevelingen........................................................................................26
5.1 Hulpverlening aan multi probleem gezinnen..................................................................27
5.2 De basismethodiek en het effect op de hulpverlening....................................................28
5.3 Aanbevelingen................................................................................................................28
6. Vooruitblik....................................................................................................................... 29
7. Discussie......................................................................................................................... 30
7.1 Validiteit.........................................................................................................................30
7.2 Betrouwbaarheid en kwaliteit.........................................................................................30
Referenties.......................................................................................................................... 32
Bijlage 1: inhoud workshops.............................................................................................34
Bijlage 2: beknopte enquête...............................................................................................37
Bijlage 3: tijdsplanning.......................................................................................................38
Bijlage 4: verkregen data workshop..................................................................................39
Bijlage 5: analyse materiaal...............................................................................................42
Bijlage 7: verkregen data beknopte enquêtes..................................................................45
Bijlage 8: competentieprofiel jeugdzorgwerker................................................................46
, Samenvatting
Met invoering van nieuwe Wet op de Jeugdzorg hebben de gemeenten de volledige
verantwoordelijkheid gekregen voor de financiering en de uitvoering van jeugdhulp waar dit
voorheen over meerdere bestuurslagen was verdeeld. De nieuwe inrichting van het jeugdstelsel
moet het stelsel vergemakkelijken. Daarnaast moet er volgens een integrale aanpak worden gewerkt,
moet er vroegtijdiger ingegrepen worden en moet er meer gebruik worden gemaakt van de eigen
kracht van het gezin (Rijksoverheid, 2020). De gemeente Rotterdam heeft van deze transitie gebruik
gemaakt om te komen tot het Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel (hierna: NRJ). Met dit stelsel beogen zij
dat er meer zelfredzame burgers en ouders zijn, dat de jeugdhulpverlening passend is, sneller is en
dat de kosten hiervoor aanvaardbaar zijn. Dit wil de gemeente Rotterdam bereiken door
problematiek aan te pakken op wijkniveau om zo beter aan te sluiten op de diversiteit in de stad
(Gemeente Rotterdam, Voor de jeugd: Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel, 2020).
In het nieuwe jeugdstelsel is de gemeente zowel opdrachtgever als regisseur van jeugdhulp. Hierdoor
ontstaat de behoefte om te onderzoeken hoe eigen kracht is verwerkt in de basismethodieken van
de jeugdhulp instellingen in Rotterdam. Jeugdhulp is namelijk een middel om ervoor te zorgen dat er
meer zelfredzame burger en ouders komen in Rotterdam. Ook ontstaat er een ander vraagstuk. Wat
voor gevolgen heeft het voor een gezin wanneer er meerdere hulpverleners werkzaam zijn die vanuit
verschillende basismethodieken werken, is dit een voordeel of een last voor het gezin. De onderzoek
behoefte doet zich voornamelijk voor op het moment dat er sprake is van een multi probleem
gezinnen. Het doel van dit onderzoek is om de gemeente inzicht te verschaffen in de manier van
werken van de verschillende jeugdhulp instellingen op het gebied van eigen kracht en om te bezien
of een meer uniforme werkwijze wenselijk is in de jeugdhulpverlening aan multi probleem gezinnen.
Om aan deze onderzoek behoefte te voldoen is de volgende vraag geformuleerd:
Welke verschillen en overeenkomsten bestaan er in de basismethodieken van Stek Jeugdhulp,
TriviumLindenhof, Horizon, FlexusJeugdplein en Timon met betrekking tot het activeren van eigen
kracht in gezinnen en wat zijn de gevolgen hiervan op een multi probleem gezinnen?
Om de nodige data te verzamelen zijn de basismethodieken en beleidsstukken van de genoemde
jeugdhulpaanbieders geanalyseerd. Daarnaast is er gebruik gemaakt van workshops van het
Jeugdbeschermingsplein (onderdeel van het NRJ) om inzicht te verkrijgen in het verloop van het
hulpverleningsproces op dit moment. Er zijn ook een aantal jeugdbeschermers bevraagd betreft hun
ervaringen met jeugdhulpaanbieders en hun rol als casusregisseur. Tot slot is er gebruik gemaakt van
literatuur.
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat ondanks dat de jeugdhulpaanbieders verschillende
basismethodieken hanteren, de benaderingswijze toch veelal overeenkomsten laat zien. Uit de
praktijk is er geen eenduidig beeld ontstaan over de merkbaarheid van de verschillen tussen de
jeugdhulpaanbieders. Bovendien lijken de jeugdbeschermers indien zij wel verschillen merken, over
de vaardigheden te beschikken om hiermee om te gaan. Overleggen is hierbij het sleutelwoord. Er
lijkt dus geen negatief effect te zijn op gezinnen wanneer zij te maken hebben met meerdere
jeugdhulpaanbieders echter zijn er wel andere risico’s naar voren gekomen die invloed hebben op
het Jeugdbeschermingsplein traject, wat multi probleem gezinnen waarbij ook sprake is van een
bedreiging in de veiligheid en ontwikkeling, veelal zullen doorlopen. Het gaat hierbij om de
samenwerking tussen de professionals in het jeugdbeschermingsteam, het doen van een melding
door bij het Jeugdbeschermingsplein door wijkteamprofessionals en het inschatten van de veiligheid
door wijkteamprofessionals.