Samenvatting Algemene Economie hoofdstuk 1 tot 5

Ezelsbruggetjes – Algemene economie
De bedrijfsomgeving – ezelsbruggetje

Directe omgeving → Bedrijf heeft dagelijks contact en invloed op.
Ezelsbrug: “Laat Anderen Terecht Concurreren”
= Leveranciers, Afnemers, Tussenpersonen, Concurrenten

Indirecte omgeving → Invloed op bedrijf, maar geen dagelijks contact.
Ezelsbrug: “Werk Over Publiek”
= Werknemers-/werkgeversorganisaties, Overheid, Publieke opinie & media (&
technologie)

MACRO (maatschappelijke omgeving) → Externe krachten.
Ezelsbrug: “DESTEP”
= Demografisch, Economisch, Sociaal-cultureel, Technologisch, Ecologisch, Politiek-
juridisch

Nominale vs Reële stijging

Aspect Nominaal = absoluut Reëel
Procentuele verandering van Procentuele verandering
Definitie een waarde in euro’s op basis van van koopkracht, gecorrigeerd
actuele prijzen voor inflatie
Waarop Werkelijke productie of
Waarde/omzet in geld
gericht koopkracht
Inflatie Niet meegenomen Wel meegenomen
Waarom Laat zien hoe het bedrag in euro’s Nauwkeuriger maatstaf voor
belangrijk stijgt welvaart en economische groei

Kort ezelsbruggetje:
 Nominaal = euro’s
 Reëel = koopkracht

Vuistregels procentuele veranderingen (Δ)
Δ = procentuele verandering

Algemeen:
 Vermenigvuldigen → Δ’s optellen
 Delen → Δ’s aftrekken

Welke mutatie hoort bij wat:
Grootheid Mutatietype Δ-soort
Werkgelegenh Loon ΔWerkgelegenh
eid Volumemutatie eid
Loonsom Loon Prijsmutatie ΔLoonsom
Afzet
BBP ΔBBP
Volumemutatie
Inflatie Afzet Prijsmutatie ΔInflatie

Formules met Δ:
 Omzet = Afzet × Prijs → %Omzet = %Afzet + %Prijs
 Koopkracht = Loon / Inflatie → %Koopkracht = %Loon – %Inflatie
 Arbeidsproductiviteit = Afzet / Werkgelegenheid → %Arbp = %Afzet –
%Werkgelegenheid

, Specifiek overzicht volgens volumemutatie/prijsmutatie:
 Omzet = Afzet Volumemutatie + Afzet Prijsmutatie
 Koopkracht = Loon Prijsmutatie – Afzet Prijsmutatie
 Arbeidsproductiviteit = Afzet Volumemutatie – Loon Volumemutatie

Voorbeeld:
Volumemutatie % Prijsmutatie %
Afzet 2 3
Totale loonsom 0 1,5

Berekening:
 Omzet Δ = 2 + 3 = 5%
 Koopkracht Δ = 1,5 – 3 = -1,5%
 Arbeidsproductiviteit Δ = 2 – 0 = 2%




BBP en Arbeidsproductiviteit:

 BBP = Werkgelegenheid × Arbeidsproductiviteit → %BBP =
%Werkgelegenheid + %Arbeidsproductiviteit
 Omgekeerd: Arbeidsproductiviteit = BBP / Werkgelegenheid →
%Arbeidsproductiviteit = %BBP – %Werkgelegenheid

Loon en Loonkosten:

 Loonkosten = Loon / Arbeidsproductiviteit → %Loonkosten = %Loon –
%Arbeidsproductiviteit
 Omgekeerd: Arbeidsproductiviteit = Loon / Loonkosten →
%Arbeidsproductiviteit = %Loon – %Loonkosten
 Loon = Arbeidsproductiviteit × Loonkosten → %Loon =
%Arbeidsproductiviteit + %Loonkosten

Kort overzicht in symbolen: (G = %)

 BBP = Av × Ap → Gbb = Gav + Gap
 Loon = Lwn × Av → GL = Glwn + Gav
 Loonkosten = Lwn / Ap → Glkpep = Glwn – Gap

Sector Activiteit Voorbeelden
Organische/levende
Primaire Landbouw, visserij, bosbouw
grondstoffen
Industrie, productiebedrijven, bouw,
Secundai Verwerking van grondstoffen
maakindustrie, mijnbouw, winning
re tot producten
delfstoffen
Winkels, horeca, transport, financiële
Commerciële dienstverlening
Tertiaire dienstverlening, recreatie, ICT,
(winstgericht)
logies/maaltijd/drank
Niet-commerciële
Onderwijs, gezondheidszorg, cultuur,
Quartaire dienstverlening
defensie, overheidstaken (brandweer)
(subsidie/overheid)