1
Beste bijna geneeskundestudent, dit is een oefentoets
van de decentrale selectie geneeskunde. De vragen zijn
gemaakt door een tweedejaars geneeskunde student
in Utrecht. Die met een hoog rangnummer toegelaten
is tot de studie. Over de vraagstelling is zeer goed
nagedacht, er is gekozen om dezelfde soort
vraagstelling te hanteren als de toetsvragen tijdens
tentamens in Utrecht. Zijn oefenvragen hebben veel
studenten in 2019-2020 geholpen om toegelaten te
worden.
Bij vragen of extra uitleg over een bepaald onderwerp of als je een antwoord niet begrijpt, kun je
gratis een mail sturen naar: . Ik wens je veel succes met het
maken van de oefenvragen, ik ben ervan overtuigd dat deze vragen zeker in de buurt komen van de
type vraagstelling op de officiële toets.
Er is een bijlage blad waar je kunt kijken naar antwoorden, ik raad je aan om eerst alle vragen te
maken, voordat je overgaat tot het nakijken. De toets bestaat uit [70-85] vragen en varieert van
feitjes vragen tot inzicht vragen, net zoals op de echte toets. Daarnaast zullen er ook casusvragen
komen. Ook kun je bij elke vraag zien hoeveel punten je kunt scoren, hoe moeilijker de vraag des te
meer punten je kunt verdienen. Ook dit zal zo zijn op de officiële toets.
Let op: de officiële toets wordt gemaakt op de laptop. Je kunt de volgende soort vragen verwachten:
• Meerkeuze (A,B,C of D);
• ‘Drag-and-Drop’ ofwel de sleepvragen. Hierbij zul je antwoorden moeten slepen;
• Casusvragen (kwestie van goed nadenken en is ook meerkeuze);
• Juist of Onjuist vragen;
• Afbeeldingsvragen (‘welke structuur wordt aangegeven met nummer 1 in de figuur’).
• Inzicht vragen met betrekking tot casuïstiek, let op: niet alle vragen zijn te beantwoorden
met de kennis die je hebt, dit wordt expres door de universiteit gedaan. Wees dus niet
verbaasd als je soms ‘rare’ vragen voorbij ziet komen.
Vorig jaar waren er 70 vragen. Met minimaal 55 vragen goed was je binnen. Probeer dus van de
gehele toets minimaal 80% te scoren. Dit jaar is de verwachting dat er tussen de 70-85 vragen zullen
zijn
Na deze toets kun je al je punten optellen en delen door het totaal aantal punten * 100%. Dit geeft
jou een indicatie of je de stof goed beheerst of niet.
• Bij een score van 50% beheers je de stof niet goed.
• Bij een score van 70% moet je de stof nog iets beter stampen
• Bij een score van 80% of hoger ken je de stof voldoende goed, wel zul je moeten blijven
herhalen en stampen om de stof te beheersen voor op de toets.
Namens mij, Veel succes met het maken van de oefenvragen!
En onthoud dat alles mogelijk is, als je er maar hard voor werkt! Uiteindelijk zal het harde werk
beloond worden. Let vooral niet op het aantal aanmeldingen, dit zegt namelijk niets. Jij moet gewoon
goed oefenen en leren en dan kun je al bijna met zekerheid zeggen dat je toegelaten zal worden!
Mikael David Avedisian, Utrecht 2020-2021
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael David Avedisian. Het is
niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen
, 2
1. Welke van de onderstaande beschrijvingen past het best bij de regionale aanpak? (1pt)
a. De aorta wordt gevolgd met al haar vertakkingen in het lichaam
b. De thorax wordt onderzocht waarbij de longen, de hart, de slokdarm en hersenstam nader
bekeken worden
c. In het abdomen worden de maag, duodenum en darmen onderzocht
d. Van het zenuwstelsel worden alle spinale zenuwen gevolgd en gekeken naar de plek van
innervatie
2. Welke vlakken worden aangegeven met de letters: A,B en C? (1pt)
Kies uit: sagittaal, frontaal en transversaal.
3. Welke stelling is juist? (1pt)
a. De clavicula ligt ventraal van de sternum
b. De maag ligt dorsaal van de nieren
c. De column vertebrale ligt in het mediaan sagittaal vlak
d. De articulatio genus ligt craniaal t.o.v. os pelvis
4. Vul de onbekende termen in op de stippellijn. Kies uit: mediaal, lateraal, sagittaal, frontaal,
sternum, clavicula, acetabulum, symphysis pubica. (1pt)
In anatomische positie ligt de duim …A… van de pink, daardoor zit de pink dichterbij het
…B…vlak. Daarnaast verbindt de articulatio sternoclavicularis de …C… met de …D… zodat de
schoudergordel verbonden is met de romp. Bovendien wordt de diepe kom van het
heupgewricht ook wel de …E… genoemd.
5. Welke stelling is onjuist? (1pt)
a. De os pelvis behoort tot het appendiculaire skelet
b. De clavicula behoort tot het appendiculaire skelet
c. De os sacrum behoort tot het axiale skelet
d. De costae met het manubrium behoren tot het appendiculaire skelet
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael David Avedisian. Het is
niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen
, 3
6. Er worden vier beweringen gedaan over kraakbeen, welke bewering is juist? (1pt)
a. Het type kraakbeen van de disci intervertebralis is vooral hyaline kraakbeen
b. Bloedvaten vasculariseren direct in het kraakbeenmatrix voor voeding en herstel
c. De laterale menisci van de knie zijn niet rijk aan collageen om de stugheid te voorkomen
d. Zonder kraakbeen in het bot wordt de groei maar ook de ontwikkeling van botten
vermoeilijkt.
7. Selecteer alleen de juiste eigenschappen van botten hieronder door het bolletje in te
kleuren. Op de échte toets zul je moeten klikken op een bolletje of zul je de eigenschappen
moeten slepen. (2pt)
o Bevat veel calcium en fosfaat
o Beschermt vooral de vitale organen
o Zijn belangrijk voor het ontstaan van rode bloedcellen
o Is niks anders dan een type bindweefsel
o Het gehele bot wordt bedekt met periosteum
o De ontwikkeling van botten ontstaat uit het mesenchym
o Bij de endochondrale ossificatie van botten zullen mesenchymale botmodellen
ossificatie ondergaan
o Door het ontbreken van het periosteum zal een gebroken bot alsnog een manier
vinden om te herstellen
8. In de afbeelding hieronder is het gewricht tussen handwortelbeentjes afgebeeld. Met de
kennis die je hebt opgedaan over de synoviale gewrichten is het nu de bedoeling dat je de
onbekende termen invult. Kies uit: membrana synovialis, cavitas articularis met synovia,
cartilaginea hyalina, membrana fibrosa, capsula articularis, ligament (2pt)
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael David Avedisian. Het is
niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen
Beste bijna geneeskundestudent, dit is een oefentoets
van de decentrale selectie geneeskunde. De vragen zijn
gemaakt door een tweedejaars geneeskunde student
in Utrecht. Die met een hoog rangnummer toegelaten
is tot de studie. Over de vraagstelling is zeer goed
nagedacht, er is gekozen om dezelfde soort
vraagstelling te hanteren als de toetsvragen tijdens
tentamens in Utrecht. Zijn oefenvragen hebben veel
studenten in 2019-2020 geholpen om toegelaten te
worden.
Bij vragen of extra uitleg over een bepaald onderwerp of als je een antwoord niet begrijpt, kun je
gratis een mail sturen naar: . Ik wens je veel succes met het
maken van de oefenvragen, ik ben ervan overtuigd dat deze vragen zeker in de buurt komen van de
type vraagstelling op de officiële toets.
Er is een bijlage blad waar je kunt kijken naar antwoorden, ik raad je aan om eerst alle vragen te
maken, voordat je overgaat tot het nakijken. De toets bestaat uit [70-85] vragen en varieert van
feitjes vragen tot inzicht vragen, net zoals op de echte toets. Daarnaast zullen er ook casusvragen
komen. Ook kun je bij elke vraag zien hoeveel punten je kunt scoren, hoe moeilijker de vraag des te
meer punten je kunt verdienen. Ook dit zal zo zijn op de officiële toets.
Let op: de officiële toets wordt gemaakt op de laptop. Je kunt de volgende soort vragen verwachten:
• Meerkeuze (A,B,C of D);
• ‘Drag-and-Drop’ ofwel de sleepvragen. Hierbij zul je antwoorden moeten slepen;
• Casusvragen (kwestie van goed nadenken en is ook meerkeuze);
• Juist of Onjuist vragen;
• Afbeeldingsvragen (‘welke structuur wordt aangegeven met nummer 1 in de figuur’).
• Inzicht vragen met betrekking tot casuïstiek, let op: niet alle vragen zijn te beantwoorden
met de kennis die je hebt, dit wordt expres door de universiteit gedaan. Wees dus niet
verbaasd als je soms ‘rare’ vragen voorbij ziet komen.
Vorig jaar waren er 70 vragen. Met minimaal 55 vragen goed was je binnen. Probeer dus van de
gehele toets minimaal 80% te scoren. Dit jaar is de verwachting dat er tussen de 70-85 vragen zullen
zijn
Na deze toets kun je al je punten optellen en delen door het totaal aantal punten * 100%. Dit geeft
jou een indicatie of je de stof goed beheerst of niet.
• Bij een score van 50% beheers je de stof niet goed.
• Bij een score van 70% moet je de stof nog iets beter stampen
• Bij een score van 80% of hoger ken je de stof voldoende goed, wel zul je moeten blijven
herhalen en stampen om de stof te beheersen voor op de toets.
Namens mij, Veel succes met het maken van de oefenvragen!
En onthoud dat alles mogelijk is, als je er maar hard voor werkt! Uiteindelijk zal het harde werk
beloond worden. Let vooral niet op het aantal aanmeldingen, dit zegt namelijk niets. Jij moet gewoon
goed oefenen en leren en dan kun je al bijna met zekerheid zeggen dat je toegelaten zal worden!
Mikael David Avedisian, Utrecht 2020-2021
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael David Avedisian. Het is
niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen
, 2
1. Welke van de onderstaande beschrijvingen past het best bij de regionale aanpak? (1pt)
a. De aorta wordt gevolgd met al haar vertakkingen in het lichaam
b. De thorax wordt onderzocht waarbij de longen, de hart, de slokdarm en hersenstam nader
bekeken worden
c. In het abdomen worden de maag, duodenum en darmen onderzocht
d. Van het zenuwstelsel worden alle spinale zenuwen gevolgd en gekeken naar de plek van
innervatie
2. Welke vlakken worden aangegeven met de letters: A,B en C? (1pt)
Kies uit: sagittaal, frontaal en transversaal.
3. Welke stelling is juist? (1pt)
a. De clavicula ligt ventraal van de sternum
b. De maag ligt dorsaal van de nieren
c. De column vertebrale ligt in het mediaan sagittaal vlak
d. De articulatio genus ligt craniaal t.o.v. os pelvis
4. Vul de onbekende termen in op de stippellijn. Kies uit: mediaal, lateraal, sagittaal, frontaal,
sternum, clavicula, acetabulum, symphysis pubica. (1pt)
In anatomische positie ligt de duim …A… van de pink, daardoor zit de pink dichterbij het
…B…vlak. Daarnaast verbindt de articulatio sternoclavicularis de …C… met de …D… zodat de
schoudergordel verbonden is met de romp. Bovendien wordt de diepe kom van het
heupgewricht ook wel de …E… genoemd.
5. Welke stelling is onjuist? (1pt)
a. De os pelvis behoort tot het appendiculaire skelet
b. De clavicula behoort tot het appendiculaire skelet
c. De os sacrum behoort tot het axiale skelet
d. De costae met het manubrium behoren tot het appendiculaire skelet
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael David Avedisian. Het is
niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen
, 3
6. Er worden vier beweringen gedaan over kraakbeen, welke bewering is juist? (1pt)
a. Het type kraakbeen van de disci intervertebralis is vooral hyaline kraakbeen
b. Bloedvaten vasculariseren direct in het kraakbeenmatrix voor voeding en herstel
c. De laterale menisci van de knie zijn niet rijk aan collageen om de stugheid te voorkomen
d. Zonder kraakbeen in het bot wordt de groei maar ook de ontwikkeling van botten
vermoeilijkt.
7. Selecteer alleen de juiste eigenschappen van botten hieronder door het bolletje in te
kleuren. Op de échte toets zul je moeten klikken op een bolletje of zul je de eigenschappen
moeten slepen. (2pt)
o Bevat veel calcium en fosfaat
o Beschermt vooral de vitale organen
o Zijn belangrijk voor het ontstaan van rode bloedcellen
o Is niks anders dan een type bindweefsel
o Het gehele bot wordt bedekt met periosteum
o De ontwikkeling van botten ontstaat uit het mesenchym
o Bij de endochondrale ossificatie van botten zullen mesenchymale botmodellen
ossificatie ondergaan
o Door het ontbreken van het periosteum zal een gebroken bot alsnog een manier
vinden om te herstellen
8. In de afbeelding hieronder is het gewricht tussen handwortelbeentjes afgebeeld. Met de
kennis die je hebt opgedaan over de synoviale gewrichten is het nu de bedoeling dat je de
onbekende termen invult. Kies uit: membrana synovialis, cavitas articularis met synovia,
cartilaginea hyalina, membrana fibrosa, capsula articularis, ligament (2pt)
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael David Avedisian. Het is
niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen
