samenvatting hoofdstuk 1 Nask 1 elektrische stroom

elektrische stroom

elektische stroomkring
als je een elektrisch apparaat aanzet maak je een gesloten stroomkring dat houd in dat de
elektriciteit rondgaat, het gaat als volgt:




1. elektriciteit gaat uit de batterij
2. de elektriciteit gaat in de kabel en door de lamp
3. de elektriciteit gaat door de kabel terug in de batterij


stroomsterkte meten
stroomsterkte kun je meten met een stroommeter dit werkt alleen in een serieschakeling
stroomsterkte meet je in ampère (A) of milliampère (mA) 2 A= 200 mA

stroomsterkte in een serieschakeling




1. stroom gaat uit de batterij in de kabel
2. stroom gaat via de kabel in de eerste lamp
3. de stroom gaat door alle lampen heen met dezelfde stroomsterkte
4. stroom gaat terug in de batterij


stroomsterkte in een parallelschakeling




1. de stroom gaat uit de batterij en in de kabel
2. de stroom gaat via meerdere kabels door verschillende lampen
3. de stroom en stroomsterkte verdeelt zich over de lampen
4. de kabels komen samen net zoals de stroom en stroomsterkte
5. de stroom gaat terug in de batterij




de elektriciteit in huis