Te bestuderen literatuur:
- H1 + H2 Kern
- Inleiding personenvennootschappen p. 1,2,3.3,3.4,4,5
- Hoge Raad 2 september 2011
Hoorcollege 2: Personenvennootschappen
01 Personenvennootschappen
Art. 2.5 BW – een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft met een
natuurlijk persoon gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit
- Rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid: vereniging, coöperatie, NV, BV,
stichting
- Rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid: maatschap, VOF, CV
o Maatschap: duurzame samenwerking, inbreng gemeenschap,
gericht op delen voordeel
o VOF: maatschap, uitoefening bedrijf, gemeenschappelijke naam
o CV: geldschieters
Maatschap
7A:1655 BW – ‘Maatschap is eene overeenkomst, waarbij twee of meerdere
personen zich verbinden om iets in gemeenschap te brengen, met het oogmerk
om het daaruit ontstaande voordeel met elkander te deelen’
1. Overeenkomst
- Overeenkomst wordt ‘aangegaan’ en niet zozeer ‘opgericht’
- Geen vormvereisten (zoals een schriftelijke overeenkomst of notariële
akte)
- Voordeel: geen statuten die bij handelsregister door derden kunnen
worden geraadpleegd
- Nadeel: niets schriftelijk, lastig bij geschillen
2. Samenwerking: gelijkheid/gelijkwaardigheid
- Op basis van gelijkheid/gelijkwaardigheid
- Maakt het mogelijk de personenvennootschap af te zetten tegen andere
overeenkomsten, bijvoorbeeld tegenover de arbeidsovereenkomst: art.
7:610 lid 1 BW – ‘in dienst van’
3. Verdeling van voordeel
- Art. 7A:1670 BW
o Lid 1: contractsvrijheid, en zonder regeling gekoppeld aan de hoogte
van de inbreng
o Lid 2: contractsvrijheid, en zonder regeling staat de vennoot die
alleen arbeid inbrengt gelijk met de vennoot die de kleinste inbreng
van geld etc. heeft
4. Inbreng
- Op basis van gelijkheid/gelijkwaardigheid
- Art. 7A:1662 lid 1 BW – de inbreng kan bestaan uit geld, goederen, genot
van goederen en arbeid (hoe kwalificeer en hoe kwantificeer je dit?)
5. Gerichtheid op voordeel voor alle deelnemers
- Art. 7A:1672 BW
, o Lid 1: één of meer vennoten uitsluiten van deling in winst mag niet
(societas leonina)
o Lid 2: overeenkomen dat één of meer vennoten alle verliezen
dragen mag wel
7A:1655 BW – ‘Maatschap is eene overeenkomst, waarbij twee of meerdere
personen zich verbinden om iets in gemeenschap te brengen, met het oogmerk
om het daaruit ontstaande voordeel met elkander te deelen’
1. Obligatoire overeenkomst – art. 6:213 lid 1 BW
2. Tussen twee of meer personen
3. Zich verbinden om iets in gemeenschap te brengen
4. Vermogensrechtelijk voordeel
5. Voordeel moet worden gedeeld
6. Gericht op duurzame samenwerking als vennoten
VOF
Art. 16 WvK – ‘De vennootschap onder eene firma is de maatschap, tot de
uitoefening van een bedrijf onder eenen gemeenschappelijken naam aangegaan’
1. Maatschap
2. Uitoefening bedrijf
3. Aangegaan onder gemeenschappelijke naam
Art. 22 WvK – VOF schriftelijke overeenkomst, maar geen gevolgen naar buiten
toe indien dit niet zo is
- Schriftelijkheidsvereiste is slechts bewijsmiddel in verhouding vennoten
onderling
Art. 29 WvK – VOF niet in handelsregister derden beschermd
Onderscheid beroep vs. bedrijf
A. Beroep
- Persoonlijke kwaliteiten van de beroepsbeoefenaar staan centraal
- Vertrouwensband beroepsbeoefenaar en cliënt
- Ereregels en tuchtrecht
- Vooral: accountants, advocaat, arts, dierenarts, notaris
B. Bedrijf: al het andere
Onderscheid stil vs. openbaar
A. Stil: naar buiten toe niet kenbaar maken dat er een
samenwerkingsovereenkomst is geen gebruik maken van een
handelsnaam
B. Openbaar: naar buiten toe wel kenbaar maken dat er een
samenwerkingsovereenkomst is gebruik maken van een handelsnaam
CV
Art. 19 WvK – ‘De vennootschap bij wijze van geldschieting, anders en
commandite genaamd, wordt aangegaan tusschen eenen persoon, of tusschen
meerdere hoofdelijk verbonden vennooten, en eenen of meer andere personen
als geldschieters’
1. Aangegaan tussen een persoon of;
2. Tussen meerdere hoofdelijke verbonden vennoten;
3. Een of meer andere personen als geldschieters