Werkgroep 1
Aansprakelijkheid en schade
Casus 1
Lucia wil voorkomen dat zij last heeft en zal hebben van deze opbouw. Zij stapt naar
de rechter om een bouwstop en uiteindelijk een bouwverbod te vorderen.
Beoordeel van de kans van slagen van deze vordering van Lucia.
Stap 1 is altijd kijken of er sprake is van een overeenkomst, anders 6:74 BW
Er is geen contract tussen Lucia en Oscar, waardoor we moeten kijken naar de
buitencontractuele aansprakelijk. Het gaat om een eigen gedraging, namelijk van Oscar,
waardoor de onrechtmatige daad ex art 6:162 BW hier eventueel aan de orde zou kunnen
zijn op grond waarvan ze een bouwstop en bouwverbod kan vorderen. Er dient gekeken te
worden naar HR stankoverlast pluimveebedrijf en artikel 5:37 BW. Of een beroep op
hinder kan slagen hangt af van de aard de ernst en de duur van de hinder en de hierdoor
toegebrachte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, gewicht
van belangen, mogelijkheid en bereidheid om te voorkomen, vergunning, plaatselijke
omstandigheden. Niet elke vorm van hinder is daadwerkelijk onrechtmatig. Daarbij is het
beschikken over of juist het ontbreken van een publiekrechtelijk vereiste vergunning niet
zonder meer bepalend voor het antwoord op de vraag of jegens een bepaalde derde
sprake is geweest van onrechtmatige hinder.
1. Onrechtmatig lid 2. Lucia ondervindt geluidsoverlast van de verbouwing en afname
van lichtinval. Dit valt allemaal onder hinder.
A. Als het gaat om hinder in de zin van artikel 5:37 BW moet er terughoudend worden
omgegaan met ‘inbreuk op een recht’. Er kan sprake zijn van aantasting op een
recht, namelijk dat haar woongenot wordt aangetast. Het moet echter wel gaan om
een onrechtmatigheid in plaats slechts een inbreuk op een recht. Er wordt dadelijks
inbreuk gemaakt op andermans rechten. Als het twijfelachtig is, moet de
zorgvuldigheidsnorm worden gekeken, categorie C
B. Er is een vergunning verleent, dus Oscar houdt zich aan zijn wettelijk plicht, maar
dat betekent niet dat het niet onrechtmatig is
C. Zorgvuldigheidsnorm testen:
1). Aard, ernst en duur van de hinder: geluidsoverlast en afname van lichtinval. Uit de
casus blijkt dat ze enorm veel geluidsoverlast ondervindt, mede gezien het feit dat ze thuis
werkt. Daarnaast mist ze lichtinval s ochtends vanuit het oosten (het huis van Oscar). Als
de hinder uitzonderlijk ernstig is en langer dan normaal voortduurt kan dit sneller duiden
op een onrechtmatige gedraging. Ten aanzien van geluidsoverlast blijkt dit niet direct uit de
casus. Het is gebruikelijk dat je geluidsoverlast ondervindt als men aan het verbouwen is,
zeker in Amsterdam. De afname van licht afname is daarentegen van blijvende aard.
2). Toegebrachte schade: het woongenot van Lucia zou afgenomen kunnen zijn.
Productiviteit op werk zou ook af kunnen nemen. De geluidshinder is van tijdelijke aard,
maar de lichtinval afname is wel blijvend.
3). Verdere omstandigheden van het geval: waar is het, wie was er eerst. Ze woont in
Amsterdam, wat over het algemeen kleine huizen zijn, waardoor je sneller kan verwachten
dat je last hebt van verbouwingen. Het zijn huizen waar er geen lichtinval via de achterkant
binnenkomt, dus Lucia is afhankelijk van het dakterras waar Oscar nu gaan bouwen
4) Gewicht van de belangen: bij Lucia gaat het om afname van woongenot, maar bij
Oscar gaat het ook om woongenot, namelijk een toename. Men moet meer dulden als
hinder voor een algemeen belang is, zoals het bouwen van een weg. De belangen zijn hier
gelijkwaardig.
, 5) Mogelijkheid en bereidheid om voorzorgsmaatregelen te nemen
6). Vergunningen, pluimveebedrijf-arrest: Oscar heeft een bouwvergunning
Conclusie trekken: op basis van het voorgaande moet je heel duidelijk beargumenteren
waarom je voor ‘ja, kans van slagen’ of ‘nee, geen kans van slagen’ hebt gekozen. Beide
antwoorden kunnen goed zijn, maar het gaat om waarom je tot dat antwoord bent leiden
2. Toerekenbaarheid lid 3
3. Causaliteit, conditio sine qua non-verband: zonder de verbouwing van Oscar zou de
schade er niet zijn. Het gaat om geluidsoverlast en afname van licht door de
verbouwing.
4. Schade 6:95 BW vermogensschade of immateriële schade
5. Relativiteit artikel 6:163 BW: geen verplichting tot schadevergoeding bestaat,
wanneer de geschonden norm niet strekt tot bescherming tegen de schade zoals de
benadeelde die heeft geleden.
Bespreek of en in hoeverre u dit verweer van (de eigenaar van) het hotel kansrijk acht
Er blijkt niet uit de casus dat er sprake is van een overeenkomst, waardoor art 6:74 BW is
uitgesloten. Het gaat dan om buitencontractuele aansprakelijk. Het gaat hier om aansprakelijkheid
die niet berust op eigen onrechtmatige daad van de aansprakelijke, maar op een bepaalde
kwaliteit of hoedanigheid van de aansprakelijke: de aansprakelijkheid voor de toegangsweg. Het
gaat om een kwalitatieve aansprakelijkheid. Het gaat hier om aansprakelijkheid voor opstallen
ex artikel 6:174 BW, een risicoaansprakelijkheid. Op grond van lid 4 wordt onder opstal
verstaan; gebouwen en werken, die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks,
hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken. Het betreft een toegangsweg, waar het
hotel eigenaar van is, met grote kuilen erin. Het hotel dicht deze kuilen vaak met zand, maar dit is
weggespoeld, waardoor er grote gaten in de weg zitten. Hierbij moet wel worden meegenomen dat
Karin hier vaak komt, de weg goed kent en het na ’s zonsondergang was. Ze etste daarnaast op
een elektrische ets, wat waarschijnlijk harder gaat dan een gewone ets. Een andere grondslag is
artikel 6:162 BW, gevaarzetting. Je begint met 6:174 BW, omdat hier ‘schuld’ geen element is. Art
6:174 BW is makkelijker te bewijzen dan art 6:162 BW
Uit lid 1 volgt dat de bezitter van opstal aansprakelijk is indien een opstal niet voldoet aan de eisen
die men daaraan in de gegeven omstandigheden aan mag stellen, tenzij aansprakelijkheid op
grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar op het tijdstip van het
ontstaan ervan hebben gekend. Uit het arrest aardbevingsschade Groningen volgt dat indien
gevaar zich verwezenlijkt, de slachtoffers hun bescherming dienen te vinden in aansprakelijkheid
van degene die voor het uit deze bron voortvloeiend gevaar verantwoordelijk moet worden geacht.”
Mogelijke verweren
1. Een verweer op grond van iemand zijn nanciële positie slagen per de nitie niet
2. Eigen schuld: elektrische ets, in het donker. Dit doet geen afbreuk aan de vraag of iemand
aansprakelijk is, maar alleen de omvang van de aansprakelijkheid. Iemand kan dus gewoon
nog aansprakelijk zijn
3. Er is geen sprake van een gebrek. Dit is dus eigenlijk de echte vraag
Veendijk-arrest (vooral in deze zaak) en Richel in de weg-arrest zijn in deze zaak van belang om de
vraag te beantwoorden of er sprake is van een gebrek
Op grond van het Veendijk-arrest dient er aan de hand van het kelderluik-arrest bepaalt te worden
of er sprake is van een gebrek
1. De concrete kans op verwezenlijking van het gevaar: aanzienlijk. Het is een weg dat veel wordt
gebruikt door o.a. etsers en hotelgasten en zeker in het donker kan het zo zijn dat de kuilen
niet zichtbaar zijn.
fi fi fi fi fi fi fi
Aansprakelijkheid en schade
Casus 1
Lucia wil voorkomen dat zij last heeft en zal hebben van deze opbouw. Zij stapt naar
de rechter om een bouwstop en uiteindelijk een bouwverbod te vorderen.
Beoordeel van de kans van slagen van deze vordering van Lucia.
Stap 1 is altijd kijken of er sprake is van een overeenkomst, anders 6:74 BW
Er is geen contract tussen Lucia en Oscar, waardoor we moeten kijken naar de
buitencontractuele aansprakelijk. Het gaat om een eigen gedraging, namelijk van Oscar,
waardoor de onrechtmatige daad ex art 6:162 BW hier eventueel aan de orde zou kunnen
zijn op grond waarvan ze een bouwstop en bouwverbod kan vorderen. Er dient gekeken te
worden naar HR stankoverlast pluimveebedrijf en artikel 5:37 BW. Of een beroep op
hinder kan slagen hangt af van de aard de ernst en de duur van de hinder en de hierdoor
toegebrachte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, gewicht
van belangen, mogelijkheid en bereidheid om te voorkomen, vergunning, plaatselijke
omstandigheden. Niet elke vorm van hinder is daadwerkelijk onrechtmatig. Daarbij is het
beschikken over of juist het ontbreken van een publiekrechtelijk vereiste vergunning niet
zonder meer bepalend voor het antwoord op de vraag of jegens een bepaalde derde
sprake is geweest van onrechtmatige hinder.
1. Onrechtmatig lid 2. Lucia ondervindt geluidsoverlast van de verbouwing en afname
van lichtinval. Dit valt allemaal onder hinder.
A. Als het gaat om hinder in de zin van artikel 5:37 BW moet er terughoudend worden
omgegaan met ‘inbreuk op een recht’. Er kan sprake zijn van aantasting op een
recht, namelijk dat haar woongenot wordt aangetast. Het moet echter wel gaan om
een onrechtmatigheid in plaats slechts een inbreuk op een recht. Er wordt dadelijks
inbreuk gemaakt op andermans rechten. Als het twijfelachtig is, moet de
zorgvuldigheidsnorm worden gekeken, categorie C
B. Er is een vergunning verleent, dus Oscar houdt zich aan zijn wettelijk plicht, maar
dat betekent niet dat het niet onrechtmatig is
C. Zorgvuldigheidsnorm testen:
1). Aard, ernst en duur van de hinder: geluidsoverlast en afname van lichtinval. Uit de
casus blijkt dat ze enorm veel geluidsoverlast ondervindt, mede gezien het feit dat ze thuis
werkt. Daarnaast mist ze lichtinval s ochtends vanuit het oosten (het huis van Oscar). Als
de hinder uitzonderlijk ernstig is en langer dan normaal voortduurt kan dit sneller duiden
op een onrechtmatige gedraging. Ten aanzien van geluidsoverlast blijkt dit niet direct uit de
casus. Het is gebruikelijk dat je geluidsoverlast ondervindt als men aan het verbouwen is,
zeker in Amsterdam. De afname van licht afname is daarentegen van blijvende aard.
2). Toegebrachte schade: het woongenot van Lucia zou afgenomen kunnen zijn.
Productiviteit op werk zou ook af kunnen nemen. De geluidshinder is van tijdelijke aard,
maar de lichtinval afname is wel blijvend.
3). Verdere omstandigheden van het geval: waar is het, wie was er eerst. Ze woont in
Amsterdam, wat over het algemeen kleine huizen zijn, waardoor je sneller kan verwachten
dat je last hebt van verbouwingen. Het zijn huizen waar er geen lichtinval via de achterkant
binnenkomt, dus Lucia is afhankelijk van het dakterras waar Oscar nu gaan bouwen
4) Gewicht van de belangen: bij Lucia gaat het om afname van woongenot, maar bij
Oscar gaat het ook om woongenot, namelijk een toename. Men moet meer dulden als
hinder voor een algemeen belang is, zoals het bouwen van een weg. De belangen zijn hier
gelijkwaardig.
, 5) Mogelijkheid en bereidheid om voorzorgsmaatregelen te nemen
6). Vergunningen, pluimveebedrijf-arrest: Oscar heeft een bouwvergunning
Conclusie trekken: op basis van het voorgaande moet je heel duidelijk beargumenteren
waarom je voor ‘ja, kans van slagen’ of ‘nee, geen kans van slagen’ hebt gekozen. Beide
antwoorden kunnen goed zijn, maar het gaat om waarom je tot dat antwoord bent leiden
2. Toerekenbaarheid lid 3
3. Causaliteit, conditio sine qua non-verband: zonder de verbouwing van Oscar zou de
schade er niet zijn. Het gaat om geluidsoverlast en afname van licht door de
verbouwing.
4. Schade 6:95 BW vermogensschade of immateriële schade
5. Relativiteit artikel 6:163 BW: geen verplichting tot schadevergoeding bestaat,
wanneer de geschonden norm niet strekt tot bescherming tegen de schade zoals de
benadeelde die heeft geleden.
Bespreek of en in hoeverre u dit verweer van (de eigenaar van) het hotel kansrijk acht
Er blijkt niet uit de casus dat er sprake is van een overeenkomst, waardoor art 6:74 BW is
uitgesloten. Het gaat dan om buitencontractuele aansprakelijk. Het gaat hier om aansprakelijkheid
die niet berust op eigen onrechtmatige daad van de aansprakelijke, maar op een bepaalde
kwaliteit of hoedanigheid van de aansprakelijke: de aansprakelijkheid voor de toegangsweg. Het
gaat om een kwalitatieve aansprakelijkheid. Het gaat hier om aansprakelijkheid voor opstallen
ex artikel 6:174 BW, een risicoaansprakelijkheid. Op grond van lid 4 wordt onder opstal
verstaan; gebouwen en werken, die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks,
hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken. Het betreft een toegangsweg, waar het
hotel eigenaar van is, met grote kuilen erin. Het hotel dicht deze kuilen vaak met zand, maar dit is
weggespoeld, waardoor er grote gaten in de weg zitten. Hierbij moet wel worden meegenomen dat
Karin hier vaak komt, de weg goed kent en het na ’s zonsondergang was. Ze etste daarnaast op
een elektrische ets, wat waarschijnlijk harder gaat dan een gewone ets. Een andere grondslag is
artikel 6:162 BW, gevaarzetting. Je begint met 6:174 BW, omdat hier ‘schuld’ geen element is. Art
6:174 BW is makkelijker te bewijzen dan art 6:162 BW
Uit lid 1 volgt dat de bezitter van opstal aansprakelijk is indien een opstal niet voldoet aan de eisen
die men daaraan in de gegeven omstandigheden aan mag stellen, tenzij aansprakelijkheid op
grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar op het tijdstip van het
ontstaan ervan hebben gekend. Uit het arrest aardbevingsschade Groningen volgt dat indien
gevaar zich verwezenlijkt, de slachtoffers hun bescherming dienen te vinden in aansprakelijkheid
van degene die voor het uit deze bron voortvloeiend gevaar verantwoordelijk moet worden geacht.”
Mogelijke verweren
1. Een verweer op grond van iemand zijn nanciële positie slagen per de nitie niet
2. Eigen schuld: elektrische ets, in het donker. Dit doet geen afbreuk aan de vraag of iemand
aansprakelijk is, maar alleen de omvang van de aansprakelijkheid. Iemand kan dus gewoon
nog aansprakelijk zijn
3. Er is geen sprake van een gebrek. Dit is dus eigenlijk de echte vraag
Veendijk-arrest (vooral in deze zaak) en Richel in de weg-arrest zijn in deze zaak van belang om de
vraag te beantwoorden of er sprake is van een gebrek
Op grond van het Veendijk-arrest dient er aan de hand van het kelderluik-arrest bepaalt te worden
of er sprake is van een gebrek
1. De concrete kans op verwezenlijking van het gevaar: aanzienlijk. Het is een weg dat veel wordt
gebruikt door o.a. etsers en hotelgasten en zeker in het donker kan het zo zijn dat de kuilen
niet zichtbaar zijn.
fi fi fi fi fi fi fi
