100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting - Psychometrie (6462PS004Y)

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
40
Geüpload op
02-09-2025
Geschreven in
2024/2025

Samenvatting van het vak Psychometrie












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
2 september 2025
Aantal pagina's
40
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

WEEK 1


Psychometrie is de tak van psychologie die zich bezighoudt met de ontwikkeling en het gebruik van
psychologische tests en het toepassen van statistische technieken op het gebied van psychologische
testen.

Meten van psychologische eigenschappen
Een psychologisch construct kun je eigenlijk niet
echt waarnemen, maar het observeerbare deel
(gedrag) kan je gebruiken om iets te zeggen over dat
construct. Zo’n psychologisch construct kan
namelijk het gedrag beïnvloeden. Bijv. bij
depressie: wil je de mate van depressie weten
(psychologisch construct) dan kan je dat meten door
vragen te stellen (observeerbaar gedrag).
- Observeerbaar gedrag dat gevoelig is voor variaties in het psychologische construct
- Door een systematische verzameling
- Doel: vergelijkingen maken
 Tussen verschillende personen  interindividuele verschillen
 Binnen personen  intra-individuele verschillen

Schaling
- Het toekennen van numerieke waarden aan psychologische eigenschappen
- In de praktijk: hoe een testscore of categorie bepaald wordt

Meetniveaus
- Nominaal – identiteit
 Uitputtend – iedereen moet in min. 1 categorie vallen
 Uitsluitend – Iedereen kan in max. 1 categorie vallen
- Ordinaal – + rangordening
- Interval – + kwantiteit (
 Afstand tussen de punten is even groot
 Met binaire variabelen kun je soms ook rekenen als een interval variabele. Als er
namelijk maar 1 interval is, is dat interval sowieso gelijk aan zichzelf.
- Ratio – + absoluut nulpunt

Normen
- Voor de interpretatie van testscores
- Relatieve normen
 Gebaseerd op testscores van een representatieve normgroep (referentiesteekproef)
 (schatting van) gemiddelde en standaarddeviatie in target populatie
ₓ Onder/boven gemiddelde?
ₓ Hoe ver van het gemiddelde?
 Transformatie ruwe score X naar relatieve normscore (z, T, percentielen)
- Absolute normen
 Vaste standaard/grens

,Kenmerken
- Een test moet voldoen aan meerdere kenmerken, wat beoordeelt wordt door de COTAN. Voor
normen zijn er ook wat eisen:
 Zijn de normen actueel?
ₓ Na 15 jaar ‘verouderd’, na 20 jaar ‘niet meer bruikbaar’
 Zijn de normgroepen groot genoeg?
ₓ N tenminste 200 of 300
 Zijn de normgroepen representatief?
ₓ Wat betreft leeftijd, geslacht, etniciteit, geloofsovertuiging
ₓ Aselecte steekproef?
ₓ In de praktijk vaak gelegenheidssteekproeven
- Meerderheid van tests worden ‘onvoldoende’ beoordeeld op het kwaliteitsonderdeel normen

Z-score
- Standaardscore ZX
 Aantal standaarddeviaties van het gemiddelde
 Zegt dus of iemand boven of onder het gemiddelde zit, en ook hoe extreem dan
 Zowel positieve als negatieve waarden
 Gemiddelde = 0, Sd = 1
 Z-scores zijn in relatie tot een bepaalde groep, dus wel heel afhankelijk van de groep.
Het gemiddelde kan namelijk weer verschillen per groep en de z-score bereken je met
het gemiddelde.

x−x
Z x=
s dx

Betekenis van standaarddeviaties bij normaalverdeling:




Getransformeerde standaardscore Tx
- Makkelijker te begrijpen / ‘vriendelijker dan z-scores
 Het camoufleert een beetje. Zo kun je mensen een score geven, zonder ze te
beledigen. Bijv. bij IQ, zodat je geen negatieve IQ hebt
- Alleen positieve waarden
- In de formule is de gekozen sd 10 en het gekozen gem 50


T X =10 ⋅ Z X +50

Percentielen PX
- Percentage van scores lager of gelijk aan een specifieke test score
- Omzetten X  PX
 Relatieve positie van score X

,  In oplopende frequentietabel van geobserveerde scores
 = cumulatieve percentage van score X (als je bijv. SPSS tabel krijgt)
 Dus voor X=10 is de percentiel het percentage personen met een score van 10 of lager

SPSS
- Voor z-scores
 Minimum: -3
 Maximum: 3
 Gemiddelde: 0
- Voor T-scores
 Minimum: 20
 Maximum: 80
 Gemiddelde: 50
- Voor percentiel scores
 Minimum: 1
 Maximum: 100
 Gemiddelde: iets boven 50




WEEK 2 - Betrouwbaarheid



Betrouwbaarheid
- In hoeverre zijn individuele verschillen in testscores een functie van werkelijke individuele
verschillen (ware scores)
- In welke mate is de test vrij van random meetfouten (error)?

Validiteit
- In hoeverre meet een test wat hij beoogt te meten?
- In welke mate is de test vrij van systematische meetfouten (bias)?


Error  random
Bias  systematisch



Klassieke testtheorie (KTT)
- Voor elke persoon is de geobserveerde score gelijk aan de som van de ware score en random
error




- Ware score
 Niet direct observeerbaar: latente variabele, die moet geschat worden
- Error

,  Verschil tussen geobserveerde score en ware score
ₓ Xe = Xo - Xt
 Kan positief of negatief zijn
ₓ Als Xo resp. te hoog of te laag is in vergelijking met Xt
 Latente variabele

Assumpties KTT
Formule Xo = Xt + Xe heeft op zichzelf geen praktisch nut, want zowel X t als Xe zijn ongeobserveerd
(latent). Daarom zijn er aanvullende assumpties nodig.

1. μe =0 - Gemiddelde error in populatie is nul
a. Geen systematische over- of onderschatting van ware scores voor populatie als geheel
r
2. et =0 - Errors zjin volledig ongecorreleerd met ware scores
a. Geen systematische over- of onderschatting van ware scores in deelpopulaties
3. r e e =0 - Errors zijn volledig ongecorreleerd met elkaar
i j

a. Error van persoon 1 zegt niets over error van persoon 2
b. Error van test 1 zegt niets over error van test 2
c. Error op tijdstip 1 zegt niets over error op tijdstip 2 etc.

Variantie
Variantie van Xo als samengestelde variabele (Xo = Xt + Xe):

s2o =s 2t + s 2e + 2r te st s e

Omdat rte=0 (assumptie 2). Is variantie van geobserveerde scores gelijk aan variantie van ware scores
plus variantie van errors
s2o =s 2t + s 2e
Kwaliteit van test in termen van varianties
2 2
- Ideale test: test zonder error, alle geobserveerde variantie is ware scorevariantie ( so =s t )
-
2 2
- Slechtste test: test met alleen maar error, alle geobserveerde variantie is errorvariantie ( so =s e
)
-
- Echte test: ergens tussen die twee extremen in


Betrouwbaarheidscoëfficiënt
De betrouwbaarheidscoëfficiënt (Rxx) is de proportie variantie van geobserveerde scores die
verklaard worden door ware scores. Het is dus het oranje deel van de cirkel (of 1 – grijze deel).

s 2t s2e
R xx = 2
=1−
so s 2o
Als de KTT-assumpties kloppen, moet altijd gelden: 0 ≤ R xx ≤1

Proportie verklaarde variantie is ook gekwadrateerde correlatie. Daarom alternatieve definitie van
betrouwbaarheid: gekwadrateerde correlatie van geobserveerde scores met ware scores
2 2
R xx =r ot =1−r oe
€7,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
lianneotte

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
lianneotte Universiteit Leiden
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
12
Lid sinds
5 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
39
Laatst verkocht
2 weken geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen