1 HC – 30 januari 2025 Inleiding EBR
Aantekeningen
HvJ Avoir Fiscal 28-01-1986, zaak 270/83
1e zaak HvJ inzake directe belastingen
Franse vennootschap betaalt dividend aan
Franse VI v Italiaanse verzekeraar
Franse VI die dividend ontvangt zou een
belastingkorting (avoir fiscal) krijgen
ter vkdb. Frankrijk onthoudt de VI de belastingkorting.
Europese Commissie: discriminatie v buitenlandse ondernemingen en v
rechtsvorm
Franse belastingheffing discrimineerde. Als Franse BV eigenaar was van een
Franse dochter, dan had de moedermaatschappij recht op een belastingkorting
bij dividenduitkering. In Frankrijk wilden ze vk dat de winst 2x werd belast (bij
dochter dan bij moeder).
In NL vkdb dmv dnv (art. 13 Vpb). Als dochter dividend uitkeert aan moeder, is
moeder vrijgesteld. Frankrijk zei dat moeder gwn belasting moest betalen, maar
kreeg daarna korting omdat dochter ook al had betaald. Maar die korting kregen
alleen vennootschappen die in Frankrijk waren gevestigd.
In dit geval was sprake van een Italiaanse vennootschap, die dus geen recht
had op belastingkorting. Er werd tweemaal belast, zonder enige
tegemoetkoming. Italiaanse vennootschap klaagde dat zij als buitenlandse
vennootschap meer belasting moet betalen dan Franse vennootschappen die in
dezelfde situatie verkeren. Dus discriminatie.
Frankrijk zei: je moest je structuur gwn anders zetten. Gwn een dochter in
Frankrijk erbij ipv VI.
HvJ Lexel is ook belangrijk voor dit vak. Art. 10a Vpb is niet ism EU recht.
Art. 10a Vpb is een renteaftrekbeperking. Als de rente bij de ontvanger vd
rente belast wordt tegen een normaal belastingtarief, dan geldt de
renteaftrekbeperking niet. Stel je leent geld van een moeder waar ook een
vpb tarief van 25% bestaat, dan heb je kunstmatig rentestroom gecreëerd,
maar je hebt tegenbewijs gecreëerd, dan geldt renteaftrekbeperking niet.
Als moeder in NL zit, wordt deze per definitie al onderworpen aan normaal
belastingtarief dus voldoe je aan tegenbewijs regeling. Alleen als je
moeder in buitenland zit is er een risico. Dus indirect is sprake van een
onderscheid tussen binnen- en buitenlandse moeders.
1
,HvJ Amurta 08-11-2007, zaak C-379/05
NLe BV keerde dividend uit aan
buitenlandse 14% aandeelhouder
BV moest 25% DB inhouden
Binnenlandse aandeelhouder
kan zich beroepen op dnv art. 13 Vpb en art. 4 DB
Voor buitenlandse aandeelhouders gold dnv echter pas bij 25%
aandelenbelang
MDRL vereiste vrijstelling v dividendbelasting bij tenminste 25%
aandelenbelang
Vraag aan HvJ: Is NLe dividendinhouding ism verbod op discriminatie
of vrije verkeer v kapitaal?
HvJ: Kapitaalverkeer staat in de weg aan wettelijke regeling die voorziet in
een bronbelasting op dividenden die door een in die lidstaat gevestigde
vennootschap wordt uitgekeerd aan een in een andere lidstaat gevestigde
vennootschap. Dit mag dus niet.
Moet NL dan de NLe wetgeving buiten toepassing laten?
Nee, niet iedereen buiten NL kan nml beroep doen op Europese
verdragsvrijheden. Belastingplichtigen die buiten EU wonen kunnen dit
vaak niet. Gelden vaak alleen voor onderdanen vd EU lidstaten. In principe
kunnen belastingplichtigen v buiten EU zich niet op Europese vrijheden
beroepen, BEHALVE vrije verkeer van kapitaal! Deze vrijheid geldt ook voor
Kleine, niet voorgeschreven uitspraken
HvJ Francovich 19-11-1991, zaak C-6/90 en C-9/90
Lidstaten zijn verplicht RL TIJDIG te implementeren. Lidstaat kan
aansprakelijk worden gesteld voor onjuiste of te laten implementatie. 3
eisen voor schadeplichtigheid:
Richtlijn kent rechten toe aan individu (resultaatsverplichting)
Rechten zijn duidelijk qua inhoud in de richtlijn;
Causaal verband nalatigheid en schade.
HvJ Brasserie du Pecheur 05-03-1996, zaak C-46/93
Herhaling Frankovic criteria. Daarnaast kan er bij buitenlandse claims geen
slechtere behandeling plaatsvinden dan bij binnenlandse claims.
Schadevergoeding moet niet uiterst moeilijk of onmogelijk worden gemkt.
Een serieuze inbreuk op EU-recht volstaat. Er is geen beperking van schade
in de tijd tot moment dat HvJ oordeelde: als je geen DB mocht inhouden
(zoals Amorta) geldt dat ook voor het verleden, voor alle niet-definitieve
aanslagen; die waren dan ook onrechtmatig, dus ook daarvoor
compensatie.
HvJ Köbler 30-09-2003, zaak C-224/01
2
Als een rechterlijk oordeel ism EU-recht is, moet sprake zijn van een aperte
,HvJ Kühne & Heitz 13-01-2004, zaak C-453/00
Beschikkingen behouden, ondanks strijd met EU-recht, formele
rechtskracht, tenzij:
(Eenmaal) geprocedeerd door belanghebbende tot hoogste
instantie;
Uitspraak ism EU recht; geen prejudiciële vragen;
Belanghebbende klaagt onmiddellijk na (andermans) arrest HvJ; en
Zelfstandig ingrijpen NLe wetgever of NLe rechter
Belastingplan 2012: Buitenlandse belastingplicht stichtingen
gelijkgesteld met binnenlandse stichtingen, o.a. ter zake v NL
beleggingsonroerend goed
Vroeger: als buitenlandse stichting NL onroerend goed belegde, deze
wel onder vpb viel voor die bezitting ogv fictie. Buitenlandse
stichtingen werden dan slechter behandeld dan binnenlandse
stichtingen. Toen is dit aangepast ook buitenlandse werden niet
meer belast op onroerend goed.
Spoedreparatie fiscale eenheid 2019 reparatie niet beperkt tot
samenloop fiscale eenheid met art. 10a, maar ook met
verliesverrekening
HR: recht op teruggave DB aan Zwitsers pensioenfonds (in niet-EU
land)
Pensioenfondsen hebben veel geld aan pensioengelden die ze
beleggen, met als doel later pensioen uitkeren aan
gepensioneerden. Normaliter moet daar DB over worden ingehouden
(15%), maar wetgever zei: lijkt niet de bedoeling, want dat geld is
voor voormalige werknemers bedoeld. Pensioenfondsen kunnen drm
teruggaaf aanvragen. Maar dan krijgen we vrije kapitaalverkeer:
mensen uit andere landen die in NL investeren moet je hetzelfde
behandelen als NLe investeerders, dus ook de pensioenfondsen.
HR: ook al was het een Zwitsers pensioenfonds, vrije verkeer van
kapitaal gold ook hiervoor (ook derdelanders). Dus geld kregen ze
terug.
Impact vh Europese belastingrecht
Negatieve integratie: aanpassing nationale wettelijke regelingen na
veroordeling door HvJ door strijd met EU verdragsvrijheden betere
toegang NL ondernemingen/particulieren tot markt in EU lidstaten +
meer concurrentie vanuit andere lidstaten door opheffing
belemmeringen
Positieve integratie: harmonisatie fiscale wetgeving binnen EU dmv
RLen
3
, In beroep tegen mogelijke schending v Europees recht
Infractieprocedures door EC tegen EU lidstaten (vaak nav klacht
belplichtige)
Prejudiciële vragen v nationale rechters aan HvJ EU / EFTA Court
Soms loopt infractieprocedure parallel aan prejudiciële vraag:
o Nederlandse exitheffingen ab-houders art. 15c/d Vpb
Beroep op direct werkende EU bepalingen die niet/slecht zijn
geïmplementeerd
Bedoeling Europees recht mbv preambule voor doel en interpretatie:
o Grammaticaal: tekst regeling (taalversies) fout vertaald
Art. 5 Fusierichtlijn NL: bij fusie geen heffing over
‘reserves’
Art. 5 Fusierichtlijn Engels: bij fusie geen heffing over
‘provisions or reserves’ voorzieningen/reserves
o Context regeling art. (VW)EU verdrag dat juridische basis
vormt
Algemene rechtsbeginselen vd EU
Subsidiariteitsbeginsel art. 5
EU mag niet overal wetgeving over maken, alleen als verdrag dat
uitdrukkelijk toekent = wetgevingsbevoegdheid. Bv IB/Vpb: zijn in
lidstaten bevoegd, tenzij er grensoverschrijdende zaken geregeld
moeten worden die van noodzaak zijn voor Europese vrije markt etc,
dan mag EU wetgeving maken. Maar EU mag niet zoals bij btw alles:
lidstaten hebben immers autonomie bij directe belastingen.
Evenredigheidsbeginsel (proportionaliteit) art. 5
Lidstaten hebben anti-misbruikrechtsvermoedens. Dat mag, maar ze
mogen niet verder gaan dan noodzakelijk is en je moet als
belplichtige altijd mogelijkheid krijgen om tegenbewijs te regelen,
zodat je het per geval kan onderzoeken.
Gemeenschapstrouw art. 4(3)
Alle statenonderdelen moeten meewerken aan goede vervulling vh
EU recht. Geen rechtstreekse werking. Maar nationale wetgeving die
dient ter implementatie vh EU recht mag je RL-conform
interpreteren. Als lidstaat EU recht schendt is overheid aansprakelijk
voor schade aan burgers.
Effectiviteitsbeginsel effet utile (ongeschreven rechtsbeginsel)
Geen kortere verjaringstermijn bij beroep op EU-recht. Vroeger
waren door EU opgelegde boetes in NL in de IB en Vpb fiscaal
aftrekbaar. Maar Europese mededingingsboetes mogen in lidstaten
niet fiscaal aftrekbaar zijn. Daarmee ondermijn je EU
mededingingsrecht door boetes aftrekbaar te mk. Mag dus niet.
4
Aantekeningen
HvJ Avoir Fiscal 28-01-1986, zaak 270/83
1e zaak HvJ inzake directe belastingen
Franse vennootschap betaalt dividend aan
Franse VI v Italiaanse verzekeraar
Franse VI die dividend ontvangt zou een
belastingkorting (avoir fiscal) krijgen
ter vkdb. Frankrijk onthoudt de VI de belastingkorting.
Europese Commissie: discriminatie v buitenlandse ondernemingen en v
rechtsvorm
Franse belastingheffing discrimineerde. Als Franse BV eigenaar was van een
Franse dochter, dan had de moedermaatschappij recht op een belastingkorting
bij dividenduitkering. In Frankrijk wilden ze vk dat de winst 2x werd belast (bij
dochter dan bij moeder).
In NL vkdb dmv dnv (art. 13 Vpb). Als dochter dividend uitkeert aan moeder, is
moeder vrijgesteld. Frankrijk zei dat moeder gwn belasting moest betalen, maar
kreeg daarna korting omdat dochter ook al had betaald. Maar die korting kregen
alleen vennootschappen die in Frankrijk waren gevestigd.
In dit geval was sprake van een Italiaanse vennootschap, die dus geen recht
had op belastingkorting. Er werd tweemaal belast, zonder enige
tegemoetkoming. Italiaanse vennootschap klaagde dat zij als buitenlandse
vennootschap meer belasting moet betalen dan Franse vennootschappen die in
dezelfde situatie verkeren. Dus discriminatie.
Frankrijk zei: je moest je structuur gwn anders zetten. Gwn een dochter in
Frankrijk erbij ipv VI.
HvJ Lexel is ook belangrijk voor dit vak. Art. 10a Vpb is niet ism EU recht.
Art. 10a Vpb is een renteaftrekbeperking. Als de rente bij de ontvanger vd
rente belast wordt tegen een normaal belastingtarief, dan geldt de
renteaftrekbeperking niet. Stel je leent geld van een moeder waar ook een
vpb tarief van 25% bestaat, dan heb je kunstmatig rentestroom gecreëerd,
maar je hebt tegenbewijs gecreëerd, dan geldt renteaftrekbeperking niet.
Als moeder in NL zit, wordt deze per definitie al onderworpen aan normaal
belastingtarief dus voldoe je aan tegenbewijs regeling. Alleen als je
moeder in buitenland zit is er een risico. Dus indirect is sprake van een
onderscheid tussen binnen- en buitenlandse moeders.
1
,HvJ Amurta 08-11-2007, zaak C-379/05
NLe BV keerde dividend uit aan
buitenlandse 14% aandeelhouder
BV moest 25% DB inhouden
Binnenlandse aandeelhouder
kan zich beroepen op dnv art. 13 Vpb en art. 4 DB
Voor buitenlandse aandeelhouders gold dnv echter pas bij 25%
aandelenbelang
MDRL vereiste vrijstelling v dividendbelasting bij tenminste 25%
aandelenbelang
Vraag aan HvJ: Is NLe dividendinhouding ism verbod op discriminatie
of vrije verkeer v kapitaal?
HvJ: Kapitaalverkeer staat in de weg aan wettelijke regeling die voorziet in
een bronbelasting op dividenden die door een in die lidstaat gevestigde
vennootschap wordt uitgekeerd aan een in een andere lidstaat gevestigde
vennootschap. Dit mag dus niet.
Moet NL dan de NLe wetgeving buiten toepassing laten?
Nee, niet iedereen buiten NL kan nml beroep doen op Europese
verdragsvrijheden. Belastingplichtigen die buiten EU wonen kunnen dit
vaak niet. Gelden vaak alleen voor onderdanen vd EU lidstaten. In principe
kunnen belastingplichtigen v buiten EU zich niet op Europese vrijheden
beroepen, BEHALVE vrije verkeer van kapitaal! Deze vrijheid geldt ook voor
Kleine, niet voorgeschreven uitspraken
HvJ Francovich 19-11-1991, zaak C-6/90 en C-9/90
Lidstaten zijn verplicht RL TIJDIG te implementeren. Lidstaat kan
aansprakelijk worden gesteld voor onjuiste of te laten implementatie. 3
eisen voor schadeplichtigheid:
Richtlijn kent rechten toe aan individu (resultaatsverplichting)
Rechten zijn duidelijk qua inhoud in de richtlijn;
Causaal verband nalatigheid en schade.
HvJ Brasserie du Pecheur 05-03-1996, zaak C-46/93
Herhaling Frankovic criteria. Daarnaast kan er bij buitenlandse claims geen
slechtere behandeling plaatsvinden dan bij binnenlandse claims.
Schadevergoeding moet niet uiterst moeilijk of onmogelijk worden gemkt.
Een serieuze inbreuk op EU-recht volstaat. Er is geen beperking van schade
in de tijd tot moment dat HvJ oordeelde: als je geen DB mocht inhouden
(zoals Amorta) geldt dat ook voor het verleden, voor alle niet-definitieve
aanslagen; die waren dan ook onrechtmatig, dus ook daarvoor
compensatie.
HvJ Köbler 30-09-2003, zaak C-224/01
2
Als een rechterlijk oordeel ism EU-recht is, moet sprake zijn van een aperte
,HvJ Kühne & Heitz 13-01-2004, zaak C-453/00
Beschikkingen behouden, ondanks strijd met EU-recht, formele
rechtskracht, tenzij:
(Eenmaal) geprocedeerd door belanghebbende tot hoogste
instantie;
Uitspraak ism EU recht; geen prejudiciële vragen;
Belanghebbende klaagt onmiddellijk na (andermans) arrest HvJ; en
Zelfstandig ingrijpen NLe wetgever of NLe rechter
Belastingplan 2012: Buitenlandse belastingplicht stichtingen
gelijkgesteld met binnenlandse stichtingen, o.a. ter zake v NL
beleggingsonroerend goed
Vroeger: als buitenlandse stichting NL onroerend goed belegde, deze
wel onder vpb viel voor die bezitting ogv fictie. Buitenlandse
stichtingen werden dan slechter behandeld dan binnenlandse
stichtingen. Toen is dit aangepast ook buitenlandse werden niet
meer belast op onroerend goed.
Spoedreparatie fiscale eenheid 2019 reparatie niet beperkt tot
samenloop fiscale eenheid met art. 10a, maar ook met
verliesverrekening
HR: recht op teruggave DB aan Zwitsers pensioenfonds (in niet-EU
land)
Pensioenfondsen hebben veel geld aan pensioengelden die ze
beleggen, met als doel later pensioen uitkeren aan
gepensioneerden. Normaliter moet daar DB over worden ingehouden
(15%), maar wetgever zei: lijkt niet de bedoeling, want dat geld is
voor voormalige werknemers bedoeld. Pensioenfondsen kunnen drm
teruggaaf aanvragen. Maar dan krijgen we vrije kapitaalverkeer:
mensen uit andere landen die in NL investeren moet je hetzelfde
behandelen als NLe investeerders, dus ook de pensioenfondsen.
HR: ook al was het een Zwitsers pensioenfonds, vrije verkeer van
kapitaal gold ook hiervoor (ook derdelanders). Dus geld kregen ze
terug.
Impact vh Europese belastingrecht
Negatieve integratie: aanpassing nationale wettelijke regelingen na
veroordeling door HvJ door strijd met EU verdragsvrijheden betere
toegang NL ondernemingen/particulieren tot markt in EU lidstaten +
meer concurrentie vanuit andere lidstaten door opheffing
belemmeringen
Positieve integratie: harmonisatie fiscale wetgeving binnen EU dmv
RLen
3
, In beroep tegen mogelijke schending v Europees recht
Infractieprocedures door EC tegen EU lidstaten (vaak nav klacht
belplichtige)
Prejudiciële vragen v nationale rechters aan HvJ EU / EFTA Court
Soms loopt infractieprocedure parallel aan prejudiciële vraag:
o Nederlandse exitheffingen ab-houders art. 15c/d Vpb
Beroep op direct werkende EU bepalingen die niet/slecht zijn
geïmplementeerd
Bedoeling Europees recht mbv preambule voor doel en interpretatie:
o Grammaticaal: tekst regeling (taalversies) fout vertaald
Art. 5 Fusierichtlijn NL: bij fusie geen heffing over
‘reserves’
Art. 5 Fusierichtlijn Engels: bij fusie geen heffing over
‘provisions or reserves’ voorzieningen/reserves
o Context regeling art. (VW)EU verdrag dat juridische basis
vormt
Algemene rechtsbeginselen vd EU
Subsidiariteitsbeginsel art. 5
EU mag niet overal wetgeving over maken, alleen als verdrag dat
uitdrukkelijk toekent = wetgevingsbevoegdheid. Bv IB/Vpb: zijn in
lidstaten bevoegd, tenzij er grensoverschrijdende zaken geregeld
moeten worden die van noodzaak zijn voor Europese vrije markt etc,
dan mag EU wetgeving maken. Maar EU mag niet zoals bij btw alles:
lidstaten hebben immers autonomie bij directe belastingen.
Evenredigheidsbeginsel (proportionaliteit) art. 5
Lidstaten hebben anti-misbruikrechtsvermoedens. Dat mag, maar ze
mogen niet verder gaan dan noodzakelijk is en je moet als
belplichtige altijd mogelijkheid krijgen om tegenbewijs te regelen,
zodat je het per geval kan onderzoeken.
Gemeenschapstrouw art. 4(3)
Alle statenonderdelen moeten meewerken aan goede vervulling vh
EU recht. Geen rechtstreekse werking. Maar nationale wetgeving die
dient ter implementatie vh EU recht mag je RL-conform
interpreteren. Als lidstaat EU recht schendt is overheid aansprakelijk
voor schade aan burgers.
Effectiviteitsbeginsel effet utile (ongeschreven rechtsbeginsel)
Geen kortere verjaringstermijn bij beroep op EU-recht. Vroeger
waren door EU opgelegde boetes in NL in de IB en Vpb fiscaal
aftrekbaar. Maar Europese mededingingsboetes mogen in lidstaten
niet fiscaal aftrekbaar zijn. Daarmee ondermijn je EU
mededingingsrecht door boetes aftrekbaar te mk. Mag dus niet.
4