100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Inleiding Arbeidsrecht - HRM 1e jaar

Beoordeling
-
Verkocht
10
Pagina's
19
Geüpload op
18-11-2020
Geschreven in
2019/2020

Dit is een samenvatting voor het tentamen Inleiding Arbeidsrecht voor het eerste leerjaar van de studie HRM. In de samenvatting zijn de volgende hoofdstukken/ paragrafen opgenomen: H1 H2: par. 2.1., 2.1.1., 2.1.5.7., 2.1.7.1. (loondoorbetaling bij ziekte) en 2.1.8. H3: par. 3.3.1., 3.3.2. en 3.6. H5: par. 5.1. t/m 5.2.2. De stof komt uit het boek van Marion Treep: Arbeidsrecht Dertiende druk In de samenvatting zijn o.a. de volgende onderdelen terug te lezen: soorten recht, (dwingend, driekwart dwingend, enz.), soorten overeenkomsten tot het verrichten van arbeid, proeftijd, contract voor (on)bepaalde tijd, ketenregeling, doorwerken na de pensioenleeftijd, loondoorbetaling bij ziekte, diverse vormen van flexibele arbeidsrelaties, handhaving van het arbeidsrecht enz. Behaalde cijfer: 8

Meer zien Lees minder










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 1, hoofdstuk 2 (par. 2.1., 2.1.1., 2.1.5.7., 2.1.7.1. en 2.1.8. hoofdstuk 3 (par. 3.3.1.,
Geüpload op
18 november 2020
Aantal pagina's
19
Geschreven in
2019/2020
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Inleiding Recht en Arbeidsrecht
Samenvatting Hoofdstuk 1 – Inleiding recht
§1.1 – Rechtsgebieden en rechtsbronnen
Onze samenleving heeft zich in de afgelopen vijftig jaar snel ontwikkeld. Het heeft geleid tot
een uitbreiding van het aantal rechtsregels.
Wetgeving = de door de overheid vastgestelde en vervolgens in wetgeving vastgestelde
geschreven rechtsregels. Het is de taak van de rechter om de wet te interpreteren en te
anticiperen op komende rechtsontwikkelingen. Volgens elke wet moet er gehandeld worden
wat redelijk, billijk, gebruikelijk of algemeen maatschappelijk aanvaardbaar is. Het begrip
recht is ruimer dan de wet.

Er bestaat een wisselwerking tussen recht en samenleving. Verschuiving van normen &
waarden moet leiden tot aanpassing van het recht. Onze wetgeving voorziet niet in situaties
die ontstaan door nieuwe ontwikkelingen, zoals technologie. De wet loopt meestal achter de
feiten aan. De rechter dient hierin een voorhoedefunctie te vervullen.

§1.1.1. Rechtsgebieden
Er bestaan twee vormen van recht:
1. Publiekrecht à de rechtsregels die de verhouding betreffen tussen
overheidsorganen onderling of die regels bevatten ten aanzien van de overheid in
haar gezagskwaliteit als overheid ten opzichte van de burgers. Het gaat vooral om de
verhouding overheid-burger. Het publiekrecht bestaat uit:
- Staatrecht à bestaat uit: grondwet met de grondrechten, het kiesrecht etc.
- Bestuurs- of administratief recht
- Strafrecht à bevat een geheel van misdrijven en overtredingen

2. Privaatrecht à de rechtsregels die tot doel hebben de verhouding tussen burgers
onderling te regelen. Het privaatrecht bestaat uit:
- Handelsrecht à bestaat uit: regels over verzekeringen en wissel- en chequerecht.
- Burgerlijk recht à de rechten tussen burgers onderling. Dit is weer onder te
verdelen in:
à Personen- en familierecht = regels over ouderlijk gezag, voogdij,
à Vermogensrecht = alles wat op geld waardeerbaar is. Dit bestaat weer uit:
erfrecht, goederenrecht en verbintenissenrecht. Zie bijlage 1 – diagram

§1.1.2. Dwingend en aanvullend recht
Er zijn verschillende vormen van dwingend recht:
1. Dwingend recht = er mag niet van worden afgeweken. Dit betekent dat als beide
partijen afspraken maken die van de regels afwijken, deze afspraken nietig (ongeldig)
of vernietigbaar worden verklaard.
2. Driekwart dwingend recht = de afwijking van de wettelijke regeling is alleen
toegestaan bij cao. Beide partijen kunnen in de cao een andere regeling afspreken.
Dit gaat vaak ten nadele van de rechtspositie van de werknemer. Maken ze buiten de
wet + cao nieuwe afspraken, dan zijn deze nietig.
3. Semidwingend = partijen moeten zich aan de wet houden en mogen alleen afwijken
als ze dat schriftelijk doen.
4. Vijf achtste dwingend recht = recht waarbij partijen zowel bij cao als op basis van
schriftelijke overeenstemming met de ondernemingsraad of
personeelsvertegenwoordiging van de wet mogen afwijken.

Of een wetartikel dwingend, driekwart ect. van aard is, valt uit de wetstekst zelf af te lezen.
Als dit niet zo is, en een afwijking is toegestaan, dan hebben we te maken met aanvullend
recht.

,Materieel recht = de inhoud van het recht, wat wel en niet mag (verkeersregels; iedereen
houdt zich eraan). Er zijn formele rechtsregels om dit materieel recht te handhaven. Dit heet
ook wel procesrecht (bij de rechter komen als het recht niet wordt nageleefd).

§1.1.3. Rechtsbronnen
De belangrijkste vindplaatsen van ons recht noemen we de rechtsbronnen:
1. De wet:
‘In formele zijn’ als het wetsvoorschrift is gemaakt door de regering, samen met de Eerste en
Tweede Kamer. Formele wetten zijn makkelijk te herkennen, doordat er altijd het woordje
‘wet’ bij staat: werkloosheidswet. Wet in materiële zin = elk rechtsvoorschrift met een
algemene strekking. De inhoud van de wet zegt genoeg of het een wet in materiële zin is.
Bijna alle wetten in formele zin zijn ook wetten in materiële zin. Toch zijn er ook wetten die
alleen wetten in materiële zin zijn, zoals algemene maatregelen in het bestuur. Veel
wetgeving bevat een opdracht aan de regering om nadere regels uit te vaardigen (delegatie
van wetgeving). Raamwet = een dergelijke, vrije ‘lege’ wet, waarvan de
uitvoeringsvoorschriften in een later stadium worden gemaakt, zoals de
arbeidsomstandighedenwet.

Om een juiste interpretatie van rechtsregels te doorvoeren of hun beleid te verduidelijken,
nemen overheidsorganen nogal eens hun toevlucht tot het uitvaardigen van circulaires (=
richtlijnen). Circulaires horen bij de pseudowetgeving. Ze behoren formeel niet tot het recht.

Er zijn in Nederland honderden wetten en wettelijke regelingen. Ze zijn gebundeld in
wetboeken. Voorbeeld: Burgerlijk wetboek (BW): personen- en familierecht,
rechtspersonenrecht, verbintenissenrecht, ect.

2. Jurisprudentie
In geval van een juridisch conflict moet de onafhankelijke rechter moet de rechter handelen
volgens het wetboek. En waar de wet geen oplossing biedt, wordt van de rechter een
oplossing verwacht. Wetgeving moet telkens worden aangepast aan veranderde
maatschappelijke opvattingen. Dit wordt door de burgerlijke rechter en de strafrechters
tewerkgesteld en aan de hoogste rechtssprekende instantie: ‘Hoge Raad’ voorgedragen. De
Hoge Raad kan uitspraken van de lagere rechters vernietigen.

3. Verdragen
Internationale overeenkomsten tussen Nederland en andere landen (of de EU) worden een
steeds belangrijker bron van recht. Verdragen worden extra belangrijk als ze verplichten tot
het regelen van bepaalde kwesties in de eigen nationale wetgeving. Of als ze een
rechtstreekse werking hebben. We noemen een dergelijk verdrag of vordering ook wel
zelfwerkend. Een verdrag staat hoger in rangorde dan onze nationale wetgeving.

§1.2 – Organisatie van de rechtspraak
Onze Grondwet maakt onderscheid in de volgende met geschillenbeslechting (= diverse
wijzen waarop een conflict tussen twee partijen door een buitenstaander tot een einde kan
worden gebracht/ een rechter). De belaste instanties zijn:
1. De ‘gewone’ rechterlijke macht
De handhaving van een groot deel van het arbeidsrecht is in handen van de burgerlijke
rechter. De organisatie van de rechterlijke macht ziet er als volgt uit:
1. Hoge raad (1)
2. Gerechtshoven (4)
3. Rechtbanken (11)
Collegiale rechtsspraak = rechtgesproken door een college van meer rechters
(rechtbanken) of raadsheren (gerechtshoven en Hoge Raad).
Alleensprekende rechters = in enkelvoudige kamers behandelen eenvoudiger of juist
speciale zaken, zoals de kantonrechter of de kinderrechter.

, Absolute competentie = Welke rechter (rechtbank, hof of HR) bevoegd is om van een
bepaald geschil kennis te nemen. De hoofdregels zijn:
- Rechtsbank à de rechtbanken moeten kennis hebben van burgerlijke zaken, op
enkel door de wet bepaalde uitzonderingen (art. 42 Wet RO).
- eKantonrechter à de kantonrechterprocedure online te voeren. Een snellere
procedure waarbij stukken digitaal worden ingediend. De procedure verloopt
online m.u.v. mondelinge behandeling op de zitting. De uitspraak volgt binnen
acht weken. In hoger beroep gaan is niet mogelijk. Voorbeelden zijn vaak:
geschillen tot huurkwesties en arbeidsrecht. Confl.
(De sector civiel van de rechtbank behandeld andere civiele zaken (boven een
bedrag van €25.000, personen- en familierecht, handelszaken)
- Gerechtshof à is bijna uitsluitend appelrechter (= Rechter bij wie men in beroep
kan gaan tegen de uitspraak van een lagere rechter), oordeelt in hoger beroep
over vonnissen die eerst voor de rechtbank zijn geweest.
- De Hoge Raad à oordeelt nooit als rechter in eerste aanleg (alleen bij geval van
ambtsmisdrijven van ministers). Oordeelt niet opnieuw over de feiten, maar toetst
of het recht door een langere rechter correct is toegepast.
- Kort geding à rechtsspraak die niet lang duurt. Dit is vaak voor spoedeisende
conflicten, zoals stakingsconflicten, ontslag op staande voet. Een snelle
beslissing is dan gewenst. Een kort geding wordt door een voorzieningsrechter of
kantonrechter behandeld. Het verloop is eenvoudig: het probleem wordt
mondeling behandeld. De rechter komt op zeer korte termijn met een vonnis. Het
vonnis wordt ook wel uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dat betekent dat beide
partijen zich aan het vonnis moeten houden, ondanks dat ze in hoger beroep
gaan. Hoger beroep kan in vier weken na de dag van de uitspraak worden
aangevraagd bij het gerechtshof. Tegen arrest van het hof kan een partij binnen
acht weken in cassatie gaan bij de Hoge Raad.

Comparitie = verschijning voor de rechtbank.
Bijna elk rechtsgeding begint met een dagvaarding (= een formeel schriftelijk stuk) waarin
de eiser de gedaagde oproept om op een bepaalde dag voor de rechter te verschijnen. Het
moet duidelijk zijn wat wordt gevorderd of geëist en vooral ook waarom. In de dagvaarding
moet worden ingegaan op door de gedaagde tegenargumenten. De eiser moet aangeven
over welk bewijs hij beschikt. Sommige procedures beginnen niet met een dagvaarding,
maar met een verzoekschrift (= aanvraag). Zelf procederen voor rechtbank, hof mag niet.
Een procesvertegenwoordiger (advocaat) is verplicht. Dit is in de wet opgenomen om
mensen tegen hun eigen ondeskundigheid te beschermen. Bij de procedure voor de
kantonrechter zijn partijen niet verplicht om een advocaat in te roepen.

Rechtsbijstand = gefinancierde rechtshulp. Het deelnamen aan een rechtszaak brengt hoge
kosten met zich mee, zo ook de vergoeding van de advocaat. Niet iedereen kan deze hoge
bedragen opbrengen. Daarom is rechtsbijstand ingevoerd. Het Juridisch Loket is als
voorziening ingesteld. Het loket verstrekt (gratis) informatie en advies aan burgers op elk
rechtsgebied. Zaken die niet bij het Juridisch Loket liggen, leiden tot een verwijzing naar een
advocaat. Ook kan er doorgewezen worden naar andere instanties of mediation. Om voor dit
in aanmerking te komen, mogen het inkomen en het vermogen van de rechtshulpvrager niet
te hoog zijn.

Mediation = een vorm van conflictoplossing buiten de rechter om. Het voorkomt een lange
en kostbare rechtsgang. Samen met een mediator zoeken partijen naar de oplossing van
hun conflict. Het conflict wordt vertrouwelijk behandeld. Er geld geheimhouding. Bij
overeenstemming wordt dit in een vaststellingsovereenkomst vastgelegd. Komen de partijen
er niet uit, dan moet de zaak naar de rechter. Ook in arbeidsrechtelijke praktijken is de
betekenis van mediation toegenomen. Een mediation is bij sommige gevallen verplicht, zoals
bij re-integratie.
€6,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
jongemeevink Saxion Hogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
19
Lid sinds
5 jaar
Aantal volgers
19
Documenten
12
Laatst verkocht
1 jaar geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen