Hoofdstuk 1, Globalisering in China
1. China: bevolking en ruimte
Leeg westen, vol oosten
De bevolkingsspreiding van China is erg ongelijk. Het westen is dunbevolkt en het oosten is dichtbevolkt (grote
steden als Beijing (Peking), Shanghai en Guangzhou). Hiervoor zijn twee natuurlijke oorzaken:
1. Het westen ligt te hoog (te koud); het reliëf in China bestaat uit 3 “traptreden”:
1. Hoogland van Tibet (4.500m): toendra met een altijd bevroren ondergrond. Tibet wordt ook wel ‘het dak van
de wereld’ genoemd en brongebied grote rivieren
2. Hoogvlakten (1.000-2.000m): Tarimbekken (woestijn), Mongoolse Hoogvlakte(woestijn, steppen),
Lössplateau (akkerbouwgebied)
3. Laagvlakte (0-200m): dichtbevolkt/ verstedelijking. Delta’s van grote rivieren. Hier woont 2/3 deel van de
Chinese bevolking. China heeft 1,4 miljard inwoners
2. Het westen is te droog/ te weinig neerslag
Bevolkingsspreiding De verdeling van mensen over een land of gebied
Delta Een gebied vlak voor de monding, waar de rivier zich
vertakt in vele rivierlopen
Hoogvlakte Vlak of zacht golvend gebied dat meer dan 500m hoog
ligt
Laagvlakte Gebied zonder hoogteverschillen dat lager dan 500 m
ligt
Reliëf Hoogteverschillen in het landschap
Toendra Boomloos gebied in de poolstreken met begroeiing van
grassen, mossen en lage struikjes
Wat moet je weten:
1. Herhaal de begrippen
2. Leg uit waarom en hoe de bevolking ongelijk verspreid is over China
3. Uit welke drie treden bestaat het reliëf in China?
, Bevolkingspolitiek
De Chinese regering doet aan bevolkingspolitiek. Dit zijn maatregelen om het aantal en spreiding van de bevolking te
veranderen. Om de groei van de bevolking te verminderen is tussen 1979 – 2015 gekozen voor een eenkindpolitiek.
Nadelen: Vergrijzing door daling aantal kinderen en door stijging van de levenswachting.
Sinds 2015 zijn twee kinderen toegestaan, maar Chinezen zijn gewend aan kleine gezinnen. Opleiding van kinderen is
duur en een groot gezin is lastig te combineren met werk.
Bevolkingspolitiek gaat ook over spreiding van de bevolking. In het volle oosten wonen Han-Chinezen (‘echte’
Chinezen die de Chinese taal spreken en Chinese leefgewoonten hebben). In het lege westen wonen andere
bevolkingsgroepen, met een eigen cultuur. Bv de Oeigoeren, die voelen zich moslim ipv Chinees.
Om de bevolking beter te verdelen wordt verhuizen naar het westen aantrekkelijk gemaakt. Door deze migratie
‘verchinezen’ deze afgelegen gebieden en krijgt de regering meer controle.
Basisboek:
Isothermen: Lijnen die plaatsen met een gelijke temperatuur met elkaar verbinden
Bevolkingsdichtheid: aantal inwoners per km2
1. China: bevolking en ruimte
Leeg westen, vol oosten
De bevolkingsspreiding van China is erg ongelijk. Het westen is dunbevolkt en het oosten is dichtbevolkt (grote
steden als Beijing (Peking), Shanghai en Guangzhou). Hiervoor zijn twee natuurlijke oorzaken:
1. Het westen ligt te hoog (te koud); het reliëf in China bestaat uit 3 “traptreden”:
1. Hoogland van Tibet (4.500m): toendra met een altijd bevroren ondergrond. Tibet wordt ook wel ‘het dak van
de wereld’ genoemd en brongebied grote rivieren
2. Hoogvlakten (1.000-2.000m): Tarimbekken (woestijn), Mongoolse Hoogvlakte(woestijn, steppen),
Lössplateau (akkerbouwgebied)
3. Laagvlakte (0-200m): dichtbevolkt/ verstedelijking. Delta’s van grote rivieren. Hier woont 2/3 deel van de
Chinese bevolking. China heeft 1,4 miljard inwoners
2. Het westen is te droog/ te weinig neerslag
Bevolkingsspreiding De verdeling van mensen over een land of gebied
Delta Een gebied vlak voor de monding, waar de rivier zich
vertakt in vele rivierlopen
Hoogvlakte Vlak of zacht golvend gebied dat meer dan 500m hoog
ligt
Laagvlakte Gebied zonder hoogteverschillen dat lager dan 500 m
ligt
Reliëf Hoogteverschillen in het landschap
Toendra Boomloos gebied in de poolstreken met begroeiing van
grassen, mossen en lage struikjes
Wat moet je weten:
1. Herhaal de begrippen
2. Leg uit waarom en hoe de bevolking ongelijk verspreid is over China
3. Uit welke drie treden bestaat het reliëf in China?
, Bevolkingspolitiek
De Chinese regering doet aan bevolkingspolitiek. Dit zijn maatregelen om het aantal en spreiding van de bevolking te
veranderen. Om de groei van de bevolking te verminderen is tussen 1979 – 2015 gekozen voor een eenkindpolitiek.
Nadelen: Vergrijzing door daling aantal kinderen en door stijging van de levenswachting.
Sinds 2015 zijn twee kinderen toegestaan, maar Chinezen zijn gewend aan kleine gezinnen. Opleiding van kinderen is
duur en een groot gezin is lastig te combineren met werk.
Bevolkingspolitiek gaat ook over spreiding van de bevolking. In het volle oosten wonen Han-Chinezen (‘echte’
Chinezen die de Chinese taal spreken en Chinese leefgewoonten hebben). In het lege westen wonen andere
bevolkingsgroepen, met een eigen cultuur. Bv de Oeigoeren, die voelen zich moslim ipv Chinees.
Om de bevolking beter te verdelen wordt verhuizen naar het westen aantrekkelijk gemaakt. Door deze migratie
‘verchinezen’ deze afgelegen gebieden en krijgt de regering meer controle.
Basisboek:
Isothermen: Lijnen die plaatsen met een gelijke temperatuur met elkaar verbinden
Bevolkingsdichtheid: aantal inwoners per km2
