Dr. Thomas Crijnen
GEEN PERCENTAGES!!!!
,Inhoudsopgave
LES 1: Pre- en postmaturiteit..................................................................................................................3
LES 2: SGA en LGA...................................................................................................................................7
LES 3: Icterus Neonatorum...................................................................................................................10
LES 4: Hypoglycemie.............................................................................................................................13
LES 5: Respiratoire aandoeningen........................................................................................................17
LES 5a: Navelstrengbloedgassen.......................................................................................................22
LES 6: Neonatale infecties....................................................................................................................24
LES 7: Meerlingen.................................................................................................................................34
LES 8: Peripartale asfyxie......................................................................................................................37
LES 9: Geboortetraumata.....................................................................................................................41
LES 10: Gastro-enterologische afwijkingen...........................................................................................44
LES 11: Omgevingsfactoren..................................................................................................................47
2
,LES 1: Pre- en postmaturiteit
Leerdoelen:
De definities kennen van pre- en postmaturiteit
De voornaamste (uiterlijke) kenmerken van de preterme en serotiene pasgeborene
kennen
Weten welke voorbereidingen er in de verloskamer dienen te gebeuren als een
premature baby geboren zal worden
De risico’s van postmaturiteit kennen
Prematuur:
- Baby geboren bij een amenorroeduur (AD) van 24 0/7 t.e.m. 36 6/7 weken
o 8% van alle geboorten
o Oorzaak van 80% neonatale sterfte
- Immaturiteit 16 - 28 weken
- Extreme prematuriteit 24 - 28 weken
- Ernstige prematuriteit 29 - 31 weken
- Matige prematuriteit 32 - 33 weken
- Randprematuriteit 34 - 36 weken
Prematuriteit definitie:
‘Low birth weight infant’
- Alle pasgeborenen met een geboortegewicht van 1500–2500 g
- Komt overeen met prematuur AD 32–36 weken
‘Very low birth weight infant’
- Alle pasgeborenen met een geboortegewicht < 1500 g
- Komt overeen met prematuur AD < 32 weken
- Hebben intensieve zorgen nodig
Prematuriteit oorzaken:
Maternaal:
o Pre-eclampsie
o Infectie
o Chronische ziekte
o Cervixincompetentie
Foetaal:
o Foetaal lijden
o Meerlingen
o Vroegtijdige vliesbreuk
3
, Prematuriteit uiterlijke kenmerken
- Relatief groot hoofd
- Mager
- Weinig activiteit, lage tonus
- Dunne, kwetsbare huid, meer (lanugo)beharing, vernix
- Nagels zijn kort en zacht
- Externe genitalia minder ontwikkeld
- Ogen nog gesloten (bij extreme prematuren AD < 27 weken)
Prematuriteit specifieke problematiek
- Temperatuursinstabiliteit
- Respiratoire problematiek
- Glycemieproblemen
- Cardiocirculatoire problematiek
- Gastro-intestinale problemen
- Immaturiteit van de lever
- Immaturiteit van de nieren
- Neurologische afwijkingen
Temperatuurinstabiliteit
• Met name neiging tot hypothermie
• Tijdens fototherapie:
Sterk wisselende temperatuur
• Gevolgen:
− O2-verbruik met risico op hypoxie
− glucoseverbruik met risico op hypoglycemie
− aanmaak van surfactant: ‘respiratory distress syndrome’
Redenen:
• Warmteverlies
− Groot lichaamsoppervlak t.o.v. gewicht
− Dunne huid met weinig vetweefsel
− Natte huid bij geboorte: verdamping
Houding: armen en benen in extensie
Redenen:
• Minder warmteproductie
− Minder bruin vet bij prematuren en dysmaturen (1-2%)
− Hoeveelheid thermogenine neemt pas fors toe vanaf AD 32 weken
− Verbranding van bruin vet vergt veel zuurstof
Hyperthermie
• Temperatuur > 37,5 °C
• Onder AD 36 weken: zweetklieren onvoldoende ontwikkeld
• Meer fototherapie nodig
Bij hyperthermie:
− Uitsluiten infectie!
− Medicatie controleren (effect mogelijk)
4