BSM
H1 – bewegen en gezondheid
1.1 gezonde leefstijl
gezondheid: een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk of maatschappelijk welzijn en niet
slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.
Factoren gezonde leefstijl:
Eten
Slapen
Bewegen
Alles moet met mate, je moet een balans vinden
1.2 warming-up en cooling-down
Warming-up: een tijd van voorbereidende oefeningen voorafgaand aan een wedstrijd of training om
de opvolgende prestatie of training te verbeteren en blessures te voorkomen.
Aandachtspunten warming-up:
intensiteit -> van laag naar hoog
impact (schokbelasting) -> van laag naar hoog
bewegingsluitslagen -> van kleine naar grote bewegingen
moeilijkheidsgraat van oefeningen -> eenvoudig naar complexer
Fasen warming-up:
de algemene warming up (= circulatie warming-up):
- minimaal 10 minuten
- om circulatie op gang te brengen
- Zoveel mogelijk spieren gebruiken
Stretchen:
o Statisch stretchen:
- Spiergroepen rekken die van belang zijn
- Vergroten van bewegingsuitslagen
o Dynamisch stretchen
- Gecontroleerde, sport specifieke bewegingen
- Ongeveer 5 minuten
- rijtjes
de sport specifieke oefeningen
- hogere intensiteit
- direct met het spel te maken
- sporter is fysiek en mentaal klaar om te presteren
Cooling-down: een lichte inspanning die je uitvoert na elke sportinspanning. Het zorgt ervoor dat
afvalstoffen, ontstaan door de inspanning, afgevoerd kunnen worden. Hierdoor verminder je de
spierstijfheid en vergroot je het herstel.
Actief
- Intensiteit neem geleidelijk af
- Licht stretchen
H1 – bewegen en gezondheid
1.1 gezonde leefstijl
gezondheid: een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk of maatschappelijk welzijn en niet
slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.
Factoren gezonde leefstijl:
Eten
Slapen
Bewegen
Alles moet met mate, je moet een balans vinden
1.2 warming-up en cooling-down
Warming-up: een tijd van voorbereidende oefeningen voorafgaand aan een wedstrijd of training om
de opvolgende prestatie of training te verbeteren en blessures te voorkomen.
Aandachtspunten warming-up:
intensiteit -> van laag naar hoog
impact (schokbelasting) -> van laag naar hoog
bewegingsluitslagen -> van kleine naar grote bewegingen
moeilijkheidsgraat van oefeningen -> eenvoudig naar complexer
Fasen warming-up:
de algemene warming up (= circulatie warming-up):
- minimaal 10 minuten
- om circulatie op gang te brengen
- Zoveel mogelijk spieren gebruiken
Stretchen:
o Statisch stretchen:
- Spiergroepen rekken die van belang zijn
- Vergroten van bewegingsuitslagen
o Dynamisch stretchen
- Gecontroleerde, sport specifieke bewegingen
- Ongeveer 5 minuten
- rijtjes
de sport specifieke oefeningen
- hogere intensiteit
- direct met het spel te maken
- sporter is fysiek en mentaal klaar om te presteren
Cooling-down: een lichte inspanning die je uitvoert na elke sportinspanning. Het zorgt ervoor dat
afvalstoffen, ontstaan door de inspanning, afgevoerd kunnen worden. Hierdoor verminder je de
spierstijfheid en vergroot je het herstel.
Actief
- Intensiteit neem geleidelijk af
- Licht stretchen