Lecture 1
• Orbitaal
o Het gebied om de kern waar de grootste kans is voor de elektronen om te
zijn.
o s en p belangrijkst voor organische chemie
▪ s is een bolletje om kern
▪ p is een 8 om de kern (of erboven of eronder)
• Er zijn altijd 3 p-orbitalen (1 voor elke richting)
o Px, Py en Pz
o Elke orbitaal bevat maximaal 2 elektronen
▪ Deze elektronen hebben een omgekeerde draaiing (omhoog of
omlaag)
o Elektronen-schillen bestaan uit orbitaals
o Hoe dichter bij de kern, hoe stabieler en dus hoe lager de energie
o Bij een vorming van een binding tussen atomen komt energie vrij
• Valentie Schil
o Buitenste Schil
o Rij nummer is aantal valentie-elektronen
• Covalente Binding
o Delen van elektronen (voor stabiliteit)
• Enkele binding heet een sigma binding
o Klein beetje overlapping
o Grote kans dat elektronen in het overlappingsgebied zijn
• Hybridisering
o Het samenvoegen van orbitalen
o Wordt genoteerd als spx, waarin x het aantal p orbitalen is.
o sp3 komen altijd in groepen van 4 voor. Hoek is 109,5°
▪ Enkele binding
o sp komen altijd in groepen van 3 voor plus 1 p orbitaal. Hoek is 120°.
2
▪ Dubbele binding
o sp komen altijd in groepen van 2 voor plus 2 p orbitalen. Hoek is 180°.
▪ Driedubbele binding of dubbele binding aan beide kanten
• Twee overlappende 2p bindingen vormen een π binding
• Elektronegativiteit
o Verschil < 0.5 geeft een covalente binding
o Verschil tussen 0.5 en 2.0 geeft een polaire covalente binding
o Verschil > 2.0 geeft ionische binding
o Bij delta plus heeft een atoom minder elektronen en bij delta min meer.
o Dipoolmoment is de optelsom van de polariteit
• Lewis Zuur (elektrofiel)
o Elektronen-paar acceptor
• Lewis Base (nucleofiel)
o Elektronen-paar donor
, Lecture 2
• Functionele groep
o Gedraagt zich (haast) altijd hetzelfde. Dit hangt niet af van de groep waar hij zich in
verbindt.
o Voorbeeld zuurgroep.
o Dubbele binding is ook een functionele groep
• Alkanen hebben geen functionele groep.
o Alkenen kunnen niet draaien, omdat ze naast een sigma binding ook een π binding
hebben.
• Een alkylgroep in een binding wordt aangeduid met de hoeveelheid andere koolstofatomen
die aan het vertakkend atoom zijn gebonden
o Primair, Secundair, Tertiair, Quaternair (1, 2, 3 en 4)
o Deze naam wordt gegeven aan de koolstof en de andere atomen die eraan zijn
gebonden
▪ Primair koolstof, primair waterstof, etc.
• Constitutionele isomeren
o Moleculen met dezelfde bruto-formule, maar een andere molecuul-structuur.
▪ Andere verdeling koolstofatomen
▪ Andere functionele groep
▪ Functionele groep op een andere plek
• Stereochemie
o 3d aspecten van moleculen
• Conformatie
o Zelfde molecuul, maar verschillende 3d vormen
o Sawhorse representation
▪ Koolstof schuin achter elkaar en waterstof eigen kant op.
o Newman projection
▪ Vooraanzicht
▪ Je ziet alleen voorste koolstof en dan alle waterstoffen
o Conformaties zijn niet allemaal even stabiel en er is dus geen 100% vrije draaiing.
Verschil ethaan is 12 kJ/mol en is dus prima te doen bij kamertemperatuur.
▪ Staggered conformation
• Stabielst en dus laagste energie.
▪ Eclipsed conformation
• Onstabiel en hoge energie.
• Cycloalkanen
o In een cirkel
o Niet reactief
o Kan niet draaien
o Heeft een boven- en onderkant en geeft dus stereo-isometrie
▪ Beiden zelfde kant geeft cis-isometrie
▪ Een boven en een onder geeft trans-isometrie
o Angle strain
▪ Doordat de atomen niet de gebruikelijke 109.5° kunnen aanhouden wordt
de energie hoger en wordt het molecuul dus minder stabiel.
▪ Door de vaste vorm zijn sommige cycloalkanen altijd in de eclipsed
conformation en daardoor wordt de energie ook hoger.
• Orbitaal
o Het gebied om de kern waar de grootste kans is voor de elektronen om te
zijn.
o s en p belangrijkst voor organische chemie
▪ s is een bolletje om kern
▪ p is een 8 om de kern (of erboven of eronder)
• Er zijn altijd 3 p-orbitalen (1 voor elke richting)
o Px, Py en Pz
o Elke orbitaal bevat maximaal 2 elektronen
▪ Deze elektronen hebben een omgekeerde draaiing (omhoog of
omlaag)
o Elektronen-schillen bestaan uit orbitaals
o Hoe dichter bij de kern, hoe stabieler en dus hoe lager de energie
o Bij een vorming van een binding tussen atomen komt energie vrij
• Valentie Schil
o Buitenste Schil
o Rij nummer is aantal valentie-elektronen
• Covalente Binding
o Delen van elektronen (voor stabiliteit)
• Enkele binding heet een sigma binding
o Klein beetje overlapping
o Grote kans dat elektronen in het overlappingsgebied zijn
• Hybridisering
o Het samenvoegen van orbitalen
o Wordt genoteerd als spx, waarin x het aantal p orbitalen is.
o sp3 komen altijd in groepen van 4 voor. Hoek is 109,5°
▪ Enkele binding
o sp komen altijd in groepen van 3 voor plus 1 p orbitaal. Hoek is 120°.
2
▪ Dubbele binding
o sp komen altijd in groepen van 2 voor plus 2 p orbitalen. Hoek is 180°.
▪ Driedubbele binding of dubbele binding aan beide kanten
• Twee overlappende 2p bindingen vormen een π binding
• Elektronegativiteit
o Verschil < 0.5 geeft een covalente binding
o Verschil tussen 0.5 en 2.0 geeft een polaire covalente binding
o Verschil > 2.0 geeft ionische binding
o Bij delta plus heeft een atoom minder elektronen en bij delta min meer.
o Dipoolmoment is de optelsom van de polariteit
• Lewis Zuur (elektrofiel)
o Elektronen-paar acceptor
• Lewis Base (nucleofiel)
o Elektronen-paar donor
, Lecture 2
• Functionele groep
o Gedraagt zich (haast) altijd hetzelfde. Dit hangt niet af van de groep waar hij zich in
verbindt.
o Voorbeeld zuurgroep.
o Dubbele binding is ook een functionele groep
• Alkanen hebben geen functionele groep.
o Alkenen kunnen niet draaien, omdat ze naast een sigma binding ook een π binding
hebben.
• Een alkylgroep in een binding wordt aangeduid met de hoeveelheid andere koolstofatomen
die aan het vertakkend atoom zijn gebonden
o Primair, Secundair, Tertiair, Quaternair (1, 2, 3 en 4)
o Deze naam wordt gegeven aan de koolstof en de andere atomen die eraan zijn
gebonden
▪ Primair koolstof, primair waterstof, etc.
• Constitutionele isomeren
o Moleculen met dezelfde bruto-formule, maar een andere molecuul-structuur.
▪ Andere verdeling koolstofatomen
▪ Andere functionele groep
▪ Functionele groep op een andere plek
• Stereochemie
o 3d aspecten van moleculen
• Conformatie
o Zelfde molecuul, maar verschillende 3d vormen
o Sawhorse representation
▪ Koolstof schuin achter elkaar en waterstof eigen kant op.
o Newman projection
▪ Vooraanzicht
▪ Je ziet alleen voorste koolstof en dan alle waterstoffen
o Conformaties zijn niet allemaal even stabiel en er is dus geen 100% vrije draaiing.
Verschil ethaan is 12 kJ/mol en is dus prima te doen bij kamertemperatuur.
▪ Staggered conformation
• Stabielst en dus laagste energie.
▪ Eclipsed conformation
• Onstabiel en hoge energie.
• Cycloalkanen
o In een cirkel
o Niet reactief
o Kan niet draaien
o Heeft een boven- en onderkant en geeft dus stereo-isometrie
▪ Beiden zelfde kant geeft cis-isometrie
▪ Een boven en een onder geeft trans-isometrie
o Angle strain
▪ Doordat de atomen niet de gebruikelijke 109.5° kunnen aanhouden wordt
de energie hoger en wordt het molecuul dus minder stabiel.
▪ Door de vaste vorm zijn sommige cycloalkanen altijd in de eclipsed
conformation en daardoor wordt de energie ook hoger.