Samenvatting Oogaandoeningen
Hoofdstuk 24.1
Oogaandoeningen worden in de
meeste gevallen behandeld met
oogdruppels (Oculoguttae) of met
oogzalf (Oculentum). Soms is het
ook nog nodig dat je je oog moet
spoelen met een spoelvloeistof of
oogwassing (Collyrium).
Als laatst kun je de oog ook nog
behandelen met een ooggel.
Hiernaast een horizontale
doorsnede van het rechteroog met
de belangrijkste delen benoemd =
Hoofdstuk 24.2
4 soorten oogaandoeningen:
1. Irritatie
2. Ontstekingen en overgevoeligheid
3. Infecties
4. Glaucoom
Oogirritatie kan onder andere ontstaan door droge of rokerige lucht, vermoeidheid, dragen van
contactlenzen of door conserveermiddelen in contactlensvloeistoffen.
Verschijnselen zijn:
- Roodheid
- Branderig gevoel
- Tranen
- Jeuk
Irritatie door droge ogen komt door te weinig aanmaak van traanvocht, droge ogen kunnen
voorkomen bij mensen met ziekten waarbij immuunsystemen betrokken zijn. Ook vrouwen in de
menopauze hebben meer kans op oogirritatie door een verminderde productie van traanvocht.
Bij droge ogen of irritatie door contactlenzen worden oogdruppels in de vorm van kunstmatig
traanvocht gebruikt. Dat zijn isotone oplossingen met verdikkingsmiddel (*polyvidon, carbomeer*)
voor betere hechting aan het oogslijmvlies.
Ontstekingen kunnen worden veroorzaakt door overgevoeligheidsreacties of infecties. Bij
overgevoeligheidreacties gaan de klachten meestal ook gepaard met verschijnselen van
neusverkoudheid, zoals niezen, jeuk, roodheid, pijn, gezwollen oogleden of looneus
, Preparaten:
- Overgevoeligheidsreacties = *cromoglicinzuur, azelastine of levocabastine*.
o Cromoglicinezuur moet minimaal 4 x per dag worden gebruikt en hiermee moet je
beginnen voordat de allergische klachten optreden
o Levocabastine en azelastine behoren tot de antihistaminica en kunnen ook gebruikt
worden om de klachten direct te bestrijden
- Ernstige oogontsteking moet worden behandeld door een oogarts
- Oogdruppels met *fluormetholon of dexamethason* die langdurig worden gebruikt moet er
worden gecontroleerd of er geen verhoogde oogboldruk ontstaat
- Om ontstekingen na een staar operatie te voorkomen, worden oogdruppels voorgeschreven
met prostaglandinesynthetaseremmer (NSAID) als *diclofenac of ketorolax*.
Een ooginfectie kan worden veroorzaakt door bacteriën, schimmels of virussen. De behandeling vindt
meestal lokaal plaats met antibacteriële middelen, antimycotica of antivirale middelen. Bij uitwendig
gebruik is de kans op sensibilisatie met als gevolg overgevoeligheid groter.
Verschijnselen zijn: roodheid, eventueel viezigheid aan wimpers, pus en pijn
Preparaten:
- De meest gebruikte antibacteriële middelen in oogdruppels en oogzalven zijn
*chlooramfenicol*, ook als minims (toedieningsvorm voor eenmalig gebruik) verkrijgbaar en
*fusidinezuur* in de vorm van een ooggel.
- Bij ernstige infecties waarbij de oogleden ernstig geïnfecteerd zijn, wordt een
combinatiepreparaat van een corticosteroïd en een antibacterieel middel gebruikt, als je deze
twee combineert zorgt dit voor een ontstekingsremmende werking
Bijzonderheden:
- Bij uitwendig gebruik kan er sensibilisatie optreden, met als gevolg overgevoeligheid.
Glaucoom:
- Een verzamelnaam voor oogziekten die gepaard gaan met een verhoging van de oogboldruk.
- De oorzaak is onbekend
- Door de toegenomen druk in het oog komt de bloedvoorziening van de oogzenuw in de knel.
Het gevolg hiervan is dat de oogzenuw afsterft en het gezichtsveld geleidelijk kleiner wordt.
- De behandelig moet ervoor zorgen dat de druk wordt verlaagd in het oog, dit kan door de
afvoer van het oogkamervocht te vergemakkelijken of de aanmaak van oogkamervocht te
verminderen.
Preparaten:
- B-Blokkers (Betasympathicolytica): *Timolol*
o Verminderen aanmaak van kamerwater
- Koolzuuranhydraseremmers: *Dorzolomide*
o Verminderen aanmaak van kamerwater
- Prostagladine agonisten: *Latanoprost*
o Bevorderen afvoer kamerwater
- Sympaticomimeticum: *Brimonidine*
o Bevorderen de afvoer van kamerwater en remmen de aanmaak van kamerwater
Hoofdstuk 24.1
Oogaandoeningen worden in de
meeste gevallen behandeld met
oogdruppels (Oculoguttae) of met
oogzalf (Oculentum). Soms is het
ook nog nodig dat je je oog moet
spoelen met een spoelvloeistof of
oogwassing (Collyrium).
Als laatst kun je de oog ook nog
behandelen met een ooggel.
Hiernaast een horizontale
doorsnede van het rechteroog met
de belangrijkste delen benoemd =
Hoofdstuk 24.2
4 soorten oogaandoeningen:
1. Irritatie
2. Ontstekingen en overgevoeligheid
3. Infecties
4. Glaucoom
Oogirritatie kan onder andere ontstaan door droge of rokerige lucht, vermoeidheid, dragen van
contactlenzen of door conserveermiddelen in contactlensvloeistoffen.
Verschijnselen zijn:
- Roodheid
- Branderig gevoel
- Tranen
- Jeuk
Irritatie door droge ogen komt door te weinig aanmaak van traanvocht, droge ogen kunnen
voorkomen bij mensen met ziekten waarbij immuunsystemen betrokken zijn. Ook vrouwen in de
menopauze hebben meer kans op oogirritatie door een verminderde productie van traanvocht.
Bij droge ogen of irritatie door contactlenzen worden oogdruppels in de vorm van kunstmatig
traanvocht gebruikt. Dat zijn isotone oplossingen met verdikkingsmiddel (*polyvidon, carbomeer*)
voor betere hechting aan het oogslijmvlies.
Ontstekingen kunnen worden veroorzaakt door overgevoeligheidsreacties of infecties. Bij
overgevoeligheidreacties gaan de klachten meestal ook gepaard met verschijnselen van
neusverkoudheid, zoals niezen, jeuk, roodheid, pijn, gezwollen oogleden of looneus
, Preparaten:
- Overgevoeligheidsreacties = *cromoglicinzuur, azelastine of levocabastine*.
o Cromoglicinezuur moet minimaal 4 x per dag worden gebruikt en hiermee moet je
beginnen voordat de allergische klachten optreden
o Levocabastine en azelastine behoren tot de antihistaminica en kunnen ook gebruikt
worden om de klachten direct te bestrijden
- Ernstige oogontsteking moet worden behandeld door een oogarts
- Oogdruppels met *fluormetholon of dexamethason* die langdurig worden gebruikt moet er
worden gecontroleerd of er geen verhoogde oogboldruk ontstaat
- Om ontstekingen na een staar operatie te voorkomen, worden oogdruppels voorgeschreven
met prostaglandinesynthetaseremmer (NSAID) als *diclofenac of ketorolax*.
Een ooginfectie kan worden veroorzaakt door bacteriën, schimmels of virussen. De behandeling vindt
meestal lokaal plaats met antibacteriële middelen, antimycotica of antivirale middelen. Bij uitwendig
gebruik is de kans op sensibilisatie met als gevolg overgevoeligheid groter.
Verschijnselen zijn: roodheid, eventueel viezigheid aan wimpers, pus en pijn
Preparaten:
- De meest gebruikte antibacteriële middelen in oogdruppels en oogzalven zijn
*chlooramfenicol*, ook als minims (toedieningsvorm voor eenmalig gebruik) verkrijgbaar en
*fusidinezuur* in de vorm van een ooggel.
- Bij ernstige infecties waarbij de oogleden ernstig geïnfecteerd zijn, wordt een
combinatiepreparaat van een corticosteroïd en een antibacterieel middel gebruikt, als je deze
twee combineert zorgt dit voor een ontstekingsremmende werking
Bijzonderheden:
- Bij uitwendig gebruik kan er sensibilisatie optreden, met als gevolg overgevoeligheid.
Glaucoom:
- Een verzamelnaam voor oogziekten die gepaard gaan met een verhoging van de oogboldruk.
- De oorzaak is onbekend
- Door de toegenomen druk in het oog komt de bloedvoorziening van de oogzenuw in de knel.
Het gevolg hiervan is dat de oogzenuw afsterft en het gezichtsveld geleidelijk kleiner wordt.
- De behandelig moet ervoor zorgen dat de druk wordt verlaagd in het oog, dit kan door de
afvoer van het oogkamervocht te vergemakkelijken of de aanmaak van oogkamervocht te
verminderen.
Preparaten:
- B-Blokkers (Betasympathicolytica): *Timolol*
o Verminderen aanmaak van kamerwater
- Koolzuuranhydraseremmers: *Dorzolomide*
o Verminderen aanmaak van kamerwater
- Prostagladine agonisten: *Latanoprost*
o Bevorderen afvoer kamerwater
- Sympaticomimeticum: *Brimonidine*
o Bevorderen de afvoer van kamerwater en remmen de aanmaak van kamerwater