Uitwerking hoorcolleges week 5 (2.1), de patiënt met oedeem

Hoorcollege week 5, 2.1, Onderzoek

Hoorcollege 1
Leerdoelen:
De student kan verschillende onderzoeksbegrippen benoemen en herkennen (onderzoeksdesign en
methode, doelen, hoofdvragen/deelvragen, kwalitetiscriteria:
betrouwbaarheid/validiteit/generaliseerbaarheid/ruis(bias).
Je moet o.a. onderstaande punten kunnen:
• verschillende soorten van onderzoek beschrijven en herkennen
• verschillende soorten onderzoeksdesigns beschrijven en herkennen
• uitleggen wat PICO betekent en dit toepassen in eigen onderzoek
• uitleggen wat een causaal verband is en hoe je dit kan onderzoeken
• uitleggen wat validiteit, betrouwbaarheid, generaliseerbaarheid en bias betekent en hoe deze
te verhogen zijn voor een betere kwaliteit van eigen op te zetten onderzoek.

Literatuur/voorbereiding
Verhoeven, N. (2018)
- Hoofdstuk 1, hoofdstuk 3 (3.1 t/m 3.3) week 2, Hoofdstuk 4 week 2, Hoofdstuk 6 (6.3 t/m 6.6)
week 3, & Hoofdstuk 9
- https://www.scribbr.nl/category/onderzoeksmethoden/ (zie ook hoofdstuk 7 en hoofdstuk 8
Verhoeven, N. (2018)
- https://researchguides.uic.edu/c.php?g=252338&p=3954402
- https://www.youtube.com/watch?v=K2PN-bUhOkg

Waarom doe je onderzoek?
Met onderzoek kun je vragen beantwoorden en problemen aanpakken.
Onderzoek kun je het beste doen middels een systematische aanpak. Dit doe je d.m.v. de
onderzoekscyclus met verschillende fasen (Verhoeven).
Stap 1: Ontwerpen
Stap 2: Gegevens verzamelen
Stap 3: Analyseren
Stap 4: Evalueren en adviseren

Er kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende soorten onderzoek:
- Fundamenteel onderzoek
= Gericht op het ontwikkelen van kennis, bijvoorbeeld d.m.v.
literatuuronderzoek op de Universiteit
- Toegepast (praktijkgericht) onderzoek
= gericht op het oplossen van praktijkproblemen, dit wordt veelal op
Het HBO gedaan.

Daarnaast wordt er onderscheid gemaakt tussen kwalitatief onderzoek en kwantitatief onderzoek.
Kwantitatief onderzoek = een interview. (gericht op gevoelens en meningen)
Kwalitatief onderzoek = gericht op cijfers. (bijv. een enquete) -> objectief meetbaar

, Verschillende karakters van onderzoek
• Beschrijvend onderzoek
− bijv. aantal patiënten met secundair arm lymfoedeem die pijn ervaren
− Onderzoeksresultaat is vaak een tabel, cirkel- of staafdiagram
• Explorerend onderzoek
− bijv. achterhalen wat de oorzaak is van die pijn bij de patiënten met secundair arm
lymfoedeem
− Observeren en interviewen
− Passende verklaring of theorie
• Toetsend onderzoek
− bijv. verschil in pijn ’s ochtends en ’s avonds
− Een theorie mondt uit in een verwachting (hypothese)
− Toetsen van hypothese

Verschillende soorten onderzoek
- Survey (= enquête)
 Kwantitatief
 Numerieke gegevens over meningen, houdingen en kennis bij grote groepen personen
 Cross-sectioneel (= er wordt op één punt in de tijd gemeten)
 (half) gestructureerde vragen en antwoorden
 Groot aantal vragen
 (a) selecte steekproef
!!! Trek een representatieve steekproef

- Experimenteel onderzoek
 Verzamelen van gegevens in een gecontroleerde situatie
o Zuiver experiment
o Veldexperiment
 Effectmeting
 Kwalitatief
 Aantonen causaal verband (een causaal verband is een gebeurtenis die het directe gevolg is
van een andere gebeurtenis)
 Effect van X op Y, waarbij X voorafgaat aan Y

Verschillende designs bij experimenteel onderzoek:
• Randomized controlled trial (RCT)
− Interventie
− Random in interventie groep of random in controle groep
− Bijvoorbeeld medicijn toegediend krijgen of placebo
− Idealiter weet zowel de deelnemer als de experiment leiders niet wie in welke groep
zit (double blind)
− Hoge kosten
− Veel deelnemers
− Niet altijd toegestaan, ethiek

• Cohort study
− personen volgen over tijd
− Hoge kosten
− Kans op drop-out
− Risico op ziekte worden bij wel of niet blootgesteld zijn aan factor
− Roken en longkanker